Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De droeve, ende blyde wereldt (1671)

Informatie terzijde

Titelpagina van De droeve, ende blyde wereldt
Afbeelding van De droeve, ende blyde wereldtToon afbeelding van titelpagina van De droeve, ende blyde wereldt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

ebook (3.14 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De droeve, ende blyde wereldt

(1671)–Joan de Grieck–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Behelsende vele treurighe gheschiedenissen, belacchelycke kluchten, heerlycke leeringen, ende andere ongemeene aerdigheden


Vorige Volgende
[pagina 134]
[p. 134]

Christophorus Columbus vinder van de nieuwe werelt.

DE gantsche ronde Kloot des Aertbodems uyt Water en aerde te samen gheset, wort verdeelt in een oude en nieuwe Werelt. De oude Werelt wordt ghenoemt, die, de welcke wy nu bewoonen: en begrypt in sich Europam, legghende teghen het Noorden: Asiam gheleghen teghen het Oosten: Africam teghen het Zuyden. De nieuwe Werelt is America, en leydt naer het Westen: en dese nieuwe Werelt nu is even soo wel in den beginsel der Scheppinghe des Hemels ende der aerden gheschapen ende ghebouwt, als de oude Werelt, maer sy is ons (als in de oude Werelt woonende) niet eer bekent gheworden als ontrent voor 158. jaren. De Historie hier van luyt als volght:

Christophorus Columbus, gheboren

[pagina 135]
[p. 135]

te Genua in Italien, een ervaren ende gheleert Natuer-kender, wandelende menighmaels doen hy in Hispanien was aen den Oever des Zees, wierdt eyndelyck ghewaer, dat op seeckere tyden des jaers stercke en langhduerende Winden over het Meer waeyden, uyt het Westen komende. De natuer hadde hem nu daer in al onderwesen, dat alle winden haren eersten oorsprongh uyt de aerde hadden murmureerde derhalven by sich selfs, en versekerde sich ten laetsten, dat teghen het nedergangh der Sonnen over de groote Zee, noch een Land wesen moest, daer dese Winden haren oorsprongh van daen hadden. Heeft hier op voorghenomen dit onbekende lant te soecken, indien men hem maer eenighe suffisante middelen daer toebehoorende, behandighen wilde: reysde derhalven naer verscheyden Coninghen, Princen en andere machtighe Potentaten, en gaf sijn meyningh te

[pagina 136]
[p. 136]

kennen, versoeckende om dit nieuw Landt te soecken, Schepen, Matroosen, Proviante en andere nootsaeckelijckheden: maer hy wierdt van dese al-te-mael uyt-ghelacchen ende bespottet, en voor een dwaes mensch ghehouden: even-wel heeft sich den Coningh in Castilien laten bepraten, en rustede hem een wackere Scheeps-armade uyt, voorsien met goede Proviant, en gaf hem wat hy van nooden hadde. Columbus reysde aloo op Godts ghenaden heen van Spanien af naer het Oosten ofte opganck der Sonnen, in het jaer 1492. Als hy nu eenighe daghen op de Zee gheswerft haddde, en nu noch gheen andere aerde kon bespeuren, hebben sijne Matroosen aenghevanghen te morren (want al haer Proviant van eten soo wel als van drincken begon haer nu te ontbreecken) en maeckten hem uyt voor een verrader ofte bedriegher: bevolen oock, dat hy dadelyck eer hy

[pagina 137]
[p. 137]

verder voer, soude weder keeren, ende haer aen haer Vaderlant weder leveren, en indien hy dit weygherde, soo wilden sy hem terstont buyten boort in de woeste Zee werpen. Columbus sich in soo groot peryckel en ghebaer bevindende, heeft sijn Matroosen en Schipper ootmoedelijck gebeden, dat sy noch maer dry daghen souden willen wachten, en waer't saecke, dat sy binnen dien tydt gheen Landt en vonden, dan wilde hy weder keeren ende te rugghe varen. Dit heeft hy eyndelyck door veel bidden ende smeecken verkreghen. Twee daghen waren nu al verscheenen, en saghen noch gheen Landt; doen wiert Columbus treurigh, ghelijck wel te vermoeden is, liet het even-wel niet mercken, maer sprack sijn Matroosen hert in't lyf, en gaf haer moet, en versekerde haer daer-en-boven, dat sy, eer den volghenden dagh verloopen waer, door Godes hulp het Landt

[pagina 138]
[p. 138]

souden in haer oogh kryghen. Als nu de nacht naeckte, en hy onder in't Schip sat, klimt een van de Schippers jonghers boven op de Mast-boom, kyckt rontom, en begint op het lest te roepen: Vier! Vier! ick sien Vier! Op dit gheroep quamen sy al-te-mael aengheloopen, grepen een moet, en arbeyden soo dat sy binnen weynighe daghen aen Landt quamen, namentlyck aen die Eylanden aen dese sijde van America gheleghen: Columbus nu en quam niet in het heele en vaste Landt America, maer Americus Vespucius van welcken het de naem behouden heeft van America. Als sy nu al-temael aen het Landt quamen, vielen sy al te samen, soo veel daer oock in het Schip gheweest waren, op haer knien, baden Columbus om vergiffenis, en eerden hem als een Godt. Columbus liet hier terstont een kruys van hout maecken, en rechte dat aen die plaets op daer sy eerst aenghelandt waren,

[pagina 139]
[p. 139]

ter ghedachtenis en eere van den gekruysten Christus.

Alsoo syn de Eylanden des nieuwen Werelts Hispaniola en Cuba Jamaica, Anno 1492. door Columbus eerst ghevonden, die het jaer daer aen met onuytspreeckelycke en ongheloovighe Schatten van goudt, silver en edel-gesteente weder naer Spanien keerde, en de heele reyse hoe het hem ghegaen was, openbaer en bekendt maeckte. Vyf jaer hier naer, te weten des jaers 1497. heeft Americus Vespucius hem oock daer naer toe begeven, die niet alleen de Eylanden besien, maer oock het vaste en platte Landt, de nieuwe Werelt, ontdeckt heeft, waer van daen het dan oock gekomen is dat de heele nieuwe werelt naer sijn naem America ghenoemt wiert. Eyndelijck heeft Ferdinandus Magellanus daer oock naer toe gheseylt, van welcken het genoemt wiert Magellanica: Maer nu reyst men daer heen jaer uijt jaer in.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken