Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Drie Brusselsche kluchten uit de zeventiende eeuw (1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Drie Brusselsche kluchten uit de zeventiende eeuw
Afbeelding van Drie Brusselsche kluchten uit de zeventiende eeuwToon afbeelding van titelpagina van Drie Brusselsche kluchten uit de zeventiende eeuw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.02 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Editeur

Paul de Keyser



Genre

drama

Subgenre

klucht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Drie Brusselsche kluchten uit de zeventiende eeuw

(1925)–Joan de Grieck–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 77]
[p. 77]

Klucht van Lemmen met sijn neus
nieuwt hervormt tot vreughdt der Brusselsche jeughdtaant.

[pagina 78]
[p. 78]

Aen den leser

Weerde Landtsghenooten! Ick neme, met uwen oorlof, de vrijheydt dese belaechelijcke Farsse ofte Kluchtspel van Vaer Lemmen met sijn Neus hier op te draghen

 
Aen het Groot gheneust Gheslacht,
 
Dat met kleyne Ghevels lacht.

Ende aenghesien het bij vele een groote vreughdt is het besichtighen der langhe, hooghe en welghecoulereerde Snuyten, heb ick (mijns dunckens) niet onwijselijck ghedaen, tot dien eynde op ons Brussels Klucht-tooneel te laeten verschijnen den voorschreven Welgheneusden Lemmen? Wilt u dan daer mede vroolijck maecken, des te meer

 
Vermits den Koningh Salomon,
 
Dat groot vetstandt, die wijsheydts Son,
 
Ons leert niet betet hier te zijn
 
Als weldoen, ende vrolijck zijn.

Wij moghen somtijts wel iet kluchtigs in gril worpen, als het niet loopt buyten de paelen van eerlijck jock, anderssins magh het den naem niet ghegheven worden van vrolijckheydt, maer in teghendeel van dertele malligheydt. Want ghelijck een schoon Vrouw, niet schoon te achten is, die dese gaeve maer uytwendigh verthoont ende van binnen een leelijke ziele heeft, insghelijcks sijn niet te achten, maer weerdigh veracht te wesen (oock hoe schoon die zijn) alle dertele Spelen strijdende teghen de goede manieren. Soodat het geen wonder is, dat de oude Vaders de selve soo seer versmaedt hebben ende als doodelijck zielverghif die verboden hebben te aenschouwen.

Laet ons dan (volghens het segghen van dien Wijsen Vorst) altijdt weldoen, en vrolijck zijn, want weldoen veroor-

[pagina 79]
[p. 79]

saeckt eene gheruste Conscientie, ende een gheruste Conscientie eea gheduerighe Maeltijdt, ende nae een treffelijcke maeltijdt volght ghemeenlijck musicale sangh, ofte wel een eerlijck Kluchtspel.

 
Daer van ons Lemmen met sijn Neus,
 
Nu Catholijck, voor desen Geus,
 
Alsoo in hem geen valscheydt woont,
 
Een waere Afdruck hier vertoont.
 
't Is waer, hij wilt een Soon (goedt rondt)
 
Met eenen neus tot aen sijn mondt,
 
Maer mits hij heeft een open hert
 
En vast ghelooft dat wit is swert,
 
Soo weet sijn Wijf (seer gauw en wijs)
 
Dewijl haer Man is op de reys,
 
Hem soo een Soon te haelen gaen,
 
Die hij nemt voor den sijnen aen.
 
Doch eyndelick valt hem te lot,
 
Dat raeckt sijn Sones Neus capot,
 
Waerdoor dat al sijn vrolijckheydt
 
Seer derelijck in d'asschen leydt;
 
Soodanigh, dat nae langh ghekijf,
 
Men valt malkanderen aen 't lijf.
 
Dus dat, tot laste van de huyt,
 
Al vechtende dit Spel gaet uyt.

Op sodanighe maniere (beminde Leser) komt Lemmen hier sijn snaeckachtighe Rol te eyndighen.

 
Opdat elck door sijn schots-bedrijven
 
Kan alle droefheydt van hem drijven.

Wilt u dan daer mede vermaecken, opdat wij hier een eynde van dese brabbelinghen maecken, ende naer hondert wensinghen van alle goedt u voor slot segghen uyt een recht ghemoedt: ick blijf uwen Dienar, weest, Leser, ghegroet!



illustratie

[pagina 80]
[p. 80]

Personagien:

Lemmen met sijn Neus,
Heyltje, Lemmens wijf,
Jenne Moeye, Buerwijf,
Jonghen Lemmen met sijn neus,
Schoolmeester,
Hijntje Lauw,        }
Teewis Knip,         } Schooljonghers.
Lauken Dickmuyl. }
 
De Dronkaerts achten 't braeve Mannen
 
Die lichten konnen wel de kannen,
 
Een Lichtmis die bemindt een Vriendt,
 
Die vreughdt in twist en vechten vindt,
 
Mejoffrouw Prat prijst moye kleeren,
 
Heer Kalis Malis jente veeren,
 
Maer Lemmen, goedt, oprecht, en heus,
 
Acht bovenal een groote Neus.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken