Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Archives ou correspondance inédite de la maison d'Orange-Nassau (première série). Tome III 1567-1572 (1836)

Informatie terzijde

Titelpagina van Archives ou correspondance inédite de la maison d'Orange-Nassau (première série). Tome III 1567-1572
Afbeelding van Archives ou correspondance inédite de la maison d'Orange-Nassau (première série). Tome III 1567-1572Toon afbeelding van titelpagina van Archives ou correspondance inédite de la maison d'Orange-Nassau (première série). Tome III 1567-1572

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.63 MB)

XML (1.06 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven
non-fictie/geschiedenis/Opstand


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Archives ou correspondance inédite de la maison d'Orange-Nassau (première série). Tome III 1567-1572

(1836)–G. Groen van Prinsterer–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Lettre CCLXXXIX.
C.V. Coornhert au Prince d'Orange. Sur la possibilité de transporter le commerce des Pays-Bas à Emden.

*** Clement V. Coornhert étoit, comme ses frères Thierry et François, dont le premier est célèbre dans l'histoire, et de notre littérature et de nos dissensions théologiques, un partisan zélé de la
[pagina 138]
[p. 138]
Ga naar margenoot+cause des Pays-Bas et de la Réforme. Tous trois étoient ou furent bientôt en correspondance avec le Prince. V. Meteren, p. 59. - Emden étoit un excellent refuge pour les Réformés. Déjà en 1519 le Comte Edzard II avoit embrassé les opinions Evangéliques. Après la mort de son fils Ennon, l'Empereur Ferdinand donna, en 1558, l'investiture du Comté aux trois fils de celui-ci; quoique, suivant la disposition de leur grand-père, l'aîné seul, Edzard III, auroit dû la recevoir. Art de vérifier les dates. - Cette lettre est probablement écrite vers la fin de 1567.

Edele Doorluchtigen en grootmogende heer myn heer Prince van Orangien etc. mynen genadigen heer, ick en weete uwer Excellentie zonders nyet nyeus te scriven, dan dat alhier groote benautheyt is onder den coopluyden en allen gevluchten; konne wel peysen dat het op anderen plaetsen daer gevluchten zyn, van gelycken is, zonderlinge den coopman die bekants bijnae geheel desperaet is, en dagelix onder den anderen raetslaegen hoe zy't aenstellen sullen ende waer zy met den anderen trecken en woonen willen, daer zy haeren concientie en handel vry sullen moogen leeven, waer af eenigen hier ter plaetze gaerne zouden willen blyven wonen, maer sorgen dat sy cooplyden in desen stadt Emden van den hertoch van Alva belegert zoude moogen werden: dit dus by my zelfs overgeleyt hebbende, vynde ick aen dese plaetze ofte stadt Emden begaeft te zyn met een scoone diepte uitter zee hier voorden stadt te coemen haevenen, met noch een scoone ryvier en goet lant (nae mynen bedunkens) zo zeer wel bequaem omme den gansen handel van den Neederlanden alhier tot Emden te trecken, als men in eenigen plaetzen in den gansen Chrystenheyt daer ick af weet zoude moogen vynden, met beloffenisse van zeeckere previlegien en vryheden tot dien dienende, daer ick

[pagina 139]
[p. 139]

Ga naar margenoot+zeeckere middelen toe hebbe, myn bedunckens den heeren hier wel geven sullen willen, zoo desen benautheyt dus zoude willen volgen, dat door dien allen den handel van 't Neederlant tot nyet coemen wil. Ick peynse wel dat het U Excell. noch wel voorstaet, in wat last het hof van Breusel was al eer zy den Engelschen nationg wederomme van Emden creegenGa naar voetnoot(1) en hoe haest het nou volgen zoude moogen, dat den eenen natie den anderen volchden, omme den vryheyts willen in als, ende dit al onder den pretextie van den Ausborgsche Confessie, by zoo verre den Neederlanden en luyden door bevel van den Ko. Mt en door 't toedoen van den hertoch van Alva (zo hy Alva alrede begonnen heeft) voort bedorfven werden en tot den wttersteGa naar voetnoot1 ruyne coemen willen, ende alzo voor deser tydt het oprechte woort Goodes wtGa naar voetnoot2 den landen verstooten en verjaecht wert, en men het woort Godes in den zelfden Neederlanden nyet en willen verdraegen, zoo schynt het wel, dat Godt Almachtig met al dusdaniche middelen en anderen, den Neederlanden zoo plaegen wil dat het tgeene dat tot deser tydt toe inden zelfden landen gout geweest is, dat zelfde gout tot loot maecken wil, en beroefven den landen alzoo voort van allen neeringe en welvaert, alzoo den coopman en hantwerkers haeren leeven en goederen gaerne vry begeeren te hebben, en daeromme onder den Spaense Inquisitie en den getuygenisse van twe valsche scelmen nyet en sullen willen setten ofte periculeteeren, waer door het schynt dat eenen yder hem wydt en zyt needer

[pagina 140]
[p. 140]

Ga naar margenoot+setten sallen, zoo en heb ick nyet coenen laeten U Excell. hier van te adverteeren en oock nyet te doen dan by avys van U Excell., zoo den Neederlanden immers bedorfven zoude moeten werden en ten quaetste willen vallen, zoo waer als hier voor U Excell., beyde de Graefven van Emden en myn een groote profyte te haelen; want desen stadt alzoo te ordoneeren staet datter diergelycken scoonheyt ofte van sterckheyt op der aerdenGa naar voetnoot1 gevonden zal werden in welcke sulcke stede een coopman en hantwercker gaern sal willen wesen; van dit een weet nyemant ter werlt, U Excell. is nae myn den eersten en den laesten van dese contscap; maer ick verhoope dat U Excell. met anderen goeden heeren, door den hulp van den Almachtigen Godt, eerlang wat anders wtrechten sal, dat onse saecke in't vaderlant vallen wil, dat dit nyet nodich zyn sal; bidde U Excell. oytmoedecklycken een weynich antworts te mogen hebben omme te surceren offte by U Excell. te coemen, hiermeede zoo bevele ick U Excell. den Almachtigen Godt.

 

Uwer Excellentie goetwilligen dinaer,

Clement Volckhertz Coornhert.

 

Aen Mynheer Mynheer den Prince van Orangien, mynen genaedigen heer.

Le Prince écrivit en décembre de Siegen unelettre avec l'adresse suivante: ‘Eersaemen besunderen mynen lieven ende beminden N. Volckart, Secretarius der stede van Haerlem en ter tydt tot Emmeryck.’ Il l'invite à se rendre vers lui à Dillenbourg (* M.S.).

margenoot+
1567. Décembre.
margenoot+
1567. Décembre.
voetnoot(1)
creegen. Le Roi d'Espagne avoit eu des différends avecl'Angleterre touchantle commerce des Pays-Bas. Voyez Tom. I, p. 243.
voetnoot1
uiterste.
voetnoot2
uit.
margenoot+
1567. Décembre.
voetnoot1
Il semble manquer une particule negative.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Archives ou correspondance inédite de la maison d'Orange-Nassau (première série)


auteurs

  • over Willem van Oranje


landen

  • over Frankrijk

  • over Duitsland

  • over Spanje

  • over België (Wallonië)