Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Archives ou correspondance inédite de la maison d'Orange-Nassau (première série). Tome VIII 1581-1584 (1847)

Informatie terzijde

Titelpagina van Archives ou correspondance inédite de la maison d'Orange-Nassau (première série). Tome VIII 1581-1584
Afbeelding van Archives ou correspondance inédite de la maison d'Orange-Nassau (première série). Tome VIII 1581-1584Toon afbeelding van titelpagina van Archives ou correspondance inédite de la maison d'Orange-Nassau (première série). Tome VIII 1581-1584

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.51 MB)

XML (1.09 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven
non-fictie/geschiedenis/Opstand


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Archives ou correspondance inédite de la maison d'Orange-Nassau (première série). Tome VIII 1581-1584

(1847)–G. Groen van Prinsterer–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Lettre MLXVI.
[Derens] au Comte Fréderic de Berghes. Le Prince d'Orange blessé par Jaureguy.

*** Dans ce moment critique la présence d'esprit du Prince ne l'abandonna point. Son premier soin fut de défendre le Duc d'Anjou contre les soupçons et les emportements de la Commune. On lit dans une Relation de l'assassinat: ‘Le Prince estant sur son lict, après avoir eu son premier appareil, fist signe par escript que l'on fist porter celuy qui l'avoit tiré, en la place publique, et que l'on fist sommer quicenque le cognoistroist d'en donner certains enseignement.... Pour détourner le tumulte préparé des gens de guerre, il commanda par escript qu'on les envoyast tous sur le rempart de la ville, disant que l'ennemy... en approchoit. Alors son A. le fut plus librement trouver en son lict’ (MS. P.B. 8794).
La joie de ses antagonistes fut extrême. Elle se manifesta chez Granvelle par des sarcasmes grossiers. Il écrit le 7 avril à Fonck: ‘Les nouvelles qui arrivent de la mort du Prince d'Orange ne sont pas mauvaises, et fussent esté meilieurs s'il fut mort vingt ans devant, ou que deux douzaines de meschantz que l'on porroit choisir, luy feysent compagnie. Dieu soit louhé de tout’ († MS. B. Gr. xxxii). Le 10 avril à M. de Bellefontaine: ‘Le Duc d'Anjou est en Anvers, se faisant Duc de Brabant, et jà estoit entré en diffidence avec le Prince d'Orange,
[pagina 77]
[p. 77]
Ga naar margenoot+mais pour luy faire plus beaul large, l'on luy ha envoyé le Prince d'Or. en l'autre monde, que y fut esté mieulx il y a xx ans; vous en alrez jà là les nouvelles, et j'espère que, devant la fin de may, comme je l'ay escript, Alençon, avec toutes les farces qu'il faict, se repentira d'estre allé aux Pays d'embas’ (MS. B.B. II. p. 255). Le 27 avr. ‘C'est dommaige que le Pr. d'Or. ne soit mort dois longtemps, et avec luy bon nombre de ceulx de sa suyte, et mesmes St. Aldegonde’ (MS. B. Gr. xxxii). Et le 28 avril: ‘Maintenant viennent nouvelles que le Pr. d'Or. est trespassé. Il ha vescu plus de xx ans plus qu'il ne convenoit; le Roy est bien résolu de faire [teste] avec grand effort contre les rebelles, et [ce] devant la blessure d'Or.; tant plus le debvroit-il faire avec raison estant mort; Dieu doint que ceste résolution s'exécute à temps, je crains noz [tardairesGa naar voetnoot1]’ (MS. B.B. II. p. 257). Le 28 avr. à Foncq: ‘Le Pr. d'Or. a enduré une poyne extrême, et vous pouvez penser quel estoit son beau visaige pour donner contentement à sa nonnain apostate’ († MS. B. Gr. xxxii).
Nous devons à l'obligeance de M. Janssen cette Lettre, trouvée par lui aux Archives de 's Heerenberg.

...Genediger Heer. Ick en can u.G. nijet bergen als dat den 17deGa naar voetnoot2 deses, omtrent vijf uren t' savonts, den Prince van Orangien in zijn logement op 't casteel tot Antwerpen, van de maeltijt op om in zijn slaepcamer oft vertreck te gaan, is van een Boskayeen, dienaer van een coopman, ge heten Jaspar DeonastroGa naar voetnoot3, oock een Boskayieer, met een cort roerken, lanck één spanne, geschooten, een duijm breet onder 't rechter oir, ende is 't loot uijtgegaen aen d' ander zijde van de kaken, een tant met genomen heeft, maer en is de tonge of het kakenbeen nijet geraeckt, doch van denzelven schoot is de Prince voor doot in zijn camer gedragen, ende die 't gedaen heeft, is terstont op de sale

[pagina 78]
[p. 78]

Ga naar margenoot+ombrocht, ende meer dan dusent steken naer zijn doot gecregen heeft; ende op de marckt gebrocht zijnde, is bekend geworden den dienaer van voirn. Deonastro te zijn geweest; zijn de gemeijnten met groote furie ende 't roepen ‘sla doot, sla doot! dit is een tweeden moort van Parijs!’ ten huijse van den voirn. Jasper geloopen, alwaer bevonden is noch een dienaer, daervan aenstont alle gelegentheijden zijn ondeckt ende voircleert worden, als hadden zij denzelven misdadigen noch selver in 't leven gehadt, die op dezelve daet in vier stucken wordt gehouwen ende de stucken ter poort uijtgestoken zijn; ende terstont, deur het groot gecrijt ende remoer, heeft den Hertoge van Alenzon met zijn hoffgezin hem in bewaringe van de schutterije aldaer begeven, ende, sonder dat de Prince, daernaer een weijnich tot zijn selven gecomen zijnde, de gemeijnten hadde laten remonstreren dat den voirn. Hertoge van Alenson, oft nijemant van zijn wegen, in den feijte schult hadden, nemende daerop te sterven, want Godt Zijnen wille beliefden met hem te doen, ongetwijffelt daer soude een grooten aclijckenGa naar voetnoot1 moert uijtgevolght hebben; deur welcke remonstrantie de gemeijnte een weinich in stilten werden gebrocht, tot beter onderrigtonge naer het vercleren van den andern dienaer, in 't huis van Deonastro gevonden, als te weten, hoe dat Deonastro van den Coninck van Spaengien, wel drij maenden bevorens, daer toe was gecogt voor 80 dusent ducaten ende eene cruysade in d'ordre van St Jago, ende den moerdenaer soude gehadt hebben 6 dusent ducaten, waervan een wisselbrief is bij hem gevonden geweest, met diversche cruijskens ende karacteren, hem wijsch

[pagina 79]
[p. 79]

Ga naar margenoot+gemaeckt daerdeur egeen wapenen hem souden connen gekrencken. Daer is oock een priester gevangen die hem gebicht hadde, ende is denselven gepijnicht worden, maer en heeft nijet willen lijdenGa naar voetnoot1 eenige kennisse daervan gehadt te hebben. Van gehjcken is oock gevangen den meester het roerken gemaeckt hebbende; ende den voorn. Jasper, met noch een tot hem twee dagen bevorens vertrocken geweest zijnde, zijn gevangen tusschen Duijnkercken ende Greveling, ende woensdach voorleden tot Antwerpen gebracht, alsoe dat alle gelegenheijt breeder zal ontdeckt worden. Men speurt wel dat Godt Almachtig sulcx nijet en heeft willen gehengen, wantter een groote moort uijt soude gesprooten hebben, ingevalle hij niet het feijt gebeijt hadde tot denselven dagh t' savonts; daer tegen hadde den Hertoge van Alenzon een groot pancket doen bereijden, alwaer alle de Heeren van den lande daerut zijnde, waren geroepen, ende of't daer geschiet, hadde u.G. bedencken wat jammer ende miserie daernae gevolght soude hebben. - Ende zoo veel aenlanght de dispositie van mijnheer de Prince, is redelijck, en men verhoopt dat hij van dijen schoot nijet sterven en zal, dan en spreeckt nijet, om de quetsure nijet terugge te stellen, maer zijn begeertten wijst mette vingern, en teeckent brieven aen diversche steden ende plaetsen gesonden.... Gescreven den 27 Martij 1582.

U.G. onderdaniche ende goetwillich dienaer,

Derens.

Monseigneur le Comte Fredricq de Berge, Baron de Hemert, Boxmeer, ...Stevensweert, etc.

margenoot+
1582. Mars.
voetnoot1
peut-être tardances.
voetnoot2
v. Meteren dit den 18en: Bor Sondag den 18en.
voetnoot3
Gaspar de Anastro.
margenoot+
1582. Mars.
voetnoot1
akeligen.
margenoot+
1582. Mars.
voetnoot1
belijden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Archives ou correspondance inédite de la maison d'Orange-Nassau (première série)


auteurs

  • over Willem van Oranje


landen

  • over België (Wallonië)

  • over Duitsland

  • over Frankrijk

  • over Spanje


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 27 maart 1582