Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 4 (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 4
Afbeelding van Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.43 MB)

XML (2.75 MB)

tekstbestand






Editeur

B.L. Meulenbroek



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 4

(1964)–Hugo de Groot–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

1370. 1629 februari 10. Aan Willem de GrootGa naar voetnoot5.

Quando rerum aliarum nihil satis certi est et Anglica, Italica, Languedocica negotia pendent inter bellum ac spem pacis, de studiis tecum agam, mi frater, quae et mihi sunt solatio et tibi oblectamento.

Puto non ita dudum scripsisse me esse Amstelodami in potestate mercatoris, quem tum nominabam, auctuarium inscriptionum, quas post magnum opus editum collegerat optimus GruterusGa naar voetnoot6. Nunc Roma disco DoniumGa naar voetnoot7 virum istius literaturae pereruditum ex lapidibus, statuis, tegulis, ex Vaticana quoque bibliotheca collegisse inscriptiones ad sex mille, Latinas ferme omnes, barbaricas etiam nonnullas; simulque instrumentorum, qua publicorum, qua privatorum magnam congeriem, quae omnia multorum annorum studio collecta paratus est dare publico, nihil aliud poscens, quam ut nomine suo asscripto gratia permanet ad posteritatem. Omnino mihi ex usu videtur publico conferri haec digesta inter se ac, sic ex duobus unum fieri, curato, ne bis eadem ponantur. Si mercator, qui Gruteriana habet Amstelodami, editionem curare vult, dabo operam, ut nanciscatur Romanam collectionem. Erunt nonnullis in locis addendae icones rerum rariorum, quae in sepulchris aut alibi occurrebant. Accepi et a Wilhelmo SchickardoGa naar voetnoot8 literas, Hebraeae linguae professore Tubingae, novo jamnunc edito libro de Iure Regis

[pagina 14]
[p. 14]

HebraeoGa naar voetnoot1 et altero, qui reges PersicosGa naar voetnoot2 recenset optime de saeculo, imo de saeculis merito. Is me rogat, imo per studiorum sanctitatem obsecrat, ut aliquis apud nos mathematum peritus ipsius et geographiae, quam ex Arabicis etiam libris promotum it in gratiam, solis certo die vel stellae unius aut alterius meridianas altitudines per quadrantem justae magnitudinis, atque etiam eclipsis alicujus tempora apud nos accurate notata, quae si nancisci poteris - posse autem, si annitaris, confido - tu illa mihi, ego ipsi optime id merenti transmittam, ut ei de poli elevatione, quae est Lugduni, Hagae, Amstelodami atque etiam de longitudine plane constet, quando exterorum forte et quorundam nostratium εἰ ἀπϱοσεξίαν varii varia prodideruntGa naar voetnoot3. Iacchaei viduaeGa naar voetnoot4, ubi occasio erit, significes velim me orationis in maritum funebris exemplaria apud MemmiumGa naar voetnoot5, BignonumGa naar voetnoot6, in ThuaniGa naar voetnoot7 bibliotheca et amicos similes collocasse, apud quos simul eam deposui de marito ipsius existimationem, quae aliquando liberis etiam, si res ita tulerit, prodesse possit. Puto non intercidisse literasGa naar voetnoot8, quibus rogaram, ut ex Mimpio, rationum fiscalium auditore, exquireres nomen canonici Trajectini, qui in nostris et Trajectinis antiquitatibus supra modum erat versatus - puto Waltherum Brock dictum - et quid ejus chartis evenerit. Πεϱὶ ζωοφύτουGa naar voetnoot9 forte non aeque expeditum est; tamen sicubi se offert, rogo aliquantae pecuniolae etiam nostrae ne parcas, ut gratum faciam homini gratioso.

De Casaubonianis literisGa naar voetnoot10 D. TilenusGa naar voetnoot11, si non eduntur, suas non petit tantum, sed flagitat. Gratum feceris, si narrationem praedae PeterhemianaeGa naar voetnoot12, quam ἀμφιβεστάτην cum τοποϑεσίᾳ, alicunde extrices, ut aliquando usui sit nobis.

Vale cum parentibus et amicis.

10 Febr. 1629.

Tuus totus
H. Grotius.

voetnoot5
Gedrukt Epist., p. 815.
voetnoot6
Zie over deze aangelegenheid brief no. 1306 (III, p. 373) en de aantekeningen aldaar; zie ook III no. 1319, p. 386 en n. 9 aldaar.
voetnoot7
Giovanni Battista Doni (1594-1647); zie verder III no. 1337, p. 408 en de verwijzingen in de noten 10 t/m 13 aldaar.
voetnoot8
Zie no. 1366, p. 10 n. 7.
voetnoot1
Zie no. 1366, p. 10 n. 8.
voetnoot2
Tarich, hoc est series regum Persiae per annos fere quadringentos, Tübingen 1628, een vertaling met aantekeningen van een gedeelte van een Arabisch handschrift van de bibliotheek van Wolfenbüttel.
voetnoot3
Zie hierover J.G. Schelhorn, Ergötzlichkeiten I, p. 455 en de brief aan Schickard dd. 6 december 1629 (no. 1456).
voetnoot4
Marytgen Willemsdr., vrouw van Gilbert Jack - Gilbertus Iacchaeus -, over wie III no. 1135, p. 115 n. 2. Zijn lijkrede werd gehouden door Adolf Vorst (1597-1663), vanaf 1624 hoogleraar in de kruidkunde te Leiden; de titel luidde: Oratio funebris in Obitum V. Cl. Gilberti Jacchaei Med. Doctoris, et philosophiae Professoris eximij. Recitata XXI Aprilis Anno MDCXXVIII. Accesserunt variorum Epicedia Lvgdvni Batavorvm, Ex officinâ Joannis Maire MDCXXVIII; zie Knuttel, Pamfl. no. 3844.
voetnoot5
Henri de Mesmes; zie III no. 1141, p. 22 n. 7.
voetnoot6
Hieron. Bignon; zie III no. 1163, p. 154 n. 5.
voetnoot7
Jacques Auguste de Thou; zie III no. 1308, p. 375 n. 8.
voetnoot8
No. 1368; zie aldaar p. 12 met de aantekeningen 6 en 7.
voetnoot9
Zie ook nos. 1367 en 1368 in fine.
voetnoot10
Zie III no. 1172, p. 169 n. 1 en de brieven waarnaar in no. 1176, p. 174 n. 11 wordt verwezen.
voetnoot11
Over Daniel Tilenus zie III, p. 34 n. 5.
voetnoot12
Wellicht moet gelezen worden: Peterheinianae. Dan zal bedoeld zijn Trivmphe van weghen de Gheluckighe ende Over-Rijcke Victorie Welcke de Heere onse God op den 8en Septembris des Jaers 1628 verleent heeft aen de Vlote vande West-Indische Compagnie, onder het Beleydt vanden Heer Generael Pieter Pietersz. Heyn, Teghen de Silver-Vlote onser Vyanden, komende van Nova Hispania, in en omtrent de Haven van Matançe. Beschreven door Dionysium Spranckhuysen. Tot Delf, ghedruckt by Jan Andriesz. Kloeting ... Anno 1629. Zie Knuttel, Pamfl. no. 3858.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken