Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 16 (2000)

Informatie terzijde

Titelpagina van Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 16
Afbeelding van Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 16Toon afbeelding van titelpagina van Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 16

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.44 MB)

XML (4.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

H.J.M. Nellen

Cornelia M. Ridderikhoff



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 16

(2000)–Hugo de Groot–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

7321. 1645 februari 18. Aan N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1

Mijnheer,

't Schijnt dat vanhier het oorlogh sterck zal gaen tegen Vlaenderen.Ga naar voetnoot2 Eenige trouppes gaen oock nae Catelagne;Ga naar voetnoot3 nae Duitschlant noch gheene.Ga naar voetnoot4 Men begint hier weder wat vertrouwen te scheppen op den hertogh van BeierenGa naar voetnoot5

[pagina 469]
[p. 469]

Ga naar voetnoot5 ende men wil geloven dat hij door den bisschop van Bamberg tewege heeft gebracht dat drie personen uit Frankenlant gaen

[pagina 469]
[p. 469]

nae Munster.Ga naar voetnoot6 Doch wat stem die daer zullen hebben is noch disputabel. De coninginneregente heeft brieven van repressaille verleent aen de onderzaeten van Vrancrijck die ter zee berooft zijn bij de parlamentaire Engelschen, dewelcke verhinderen willen alle commercie op 's conincx havenen.Ga naar voetnoot7 Maer die van 't parlement van Rouaen, vresende dat zulcke proceduirenGa naar voetnoot8 zouden mogen afloopen tot meerder schade van de Fransoisen als van de Engelschen, hebben daertegen surcheantie gegeven om remonstrantie daerover te hove te doen.Ga naar voetnoot9 Den hertogh van Espernon heeft van den coning van Engelant de cousebant ontfangen.Ga naar voetnoot10

In Italië is een vrede gemaect ofte is op handen door den arbeidt van den paus ende alle de princen van Italië. Doch men zegt dat eene afgezondene van den prince ThomasGa naar voetnoot11 nae Milan zoude onderwege onderschept zijn bij ordre van de hertoginne van Savoie.Ga naar voetnoot12 Die van 't huis van Medices,Ga naar voetnoot13 verzocht bij den cardinael Lodoisio,Ga naar voetnoot14 doen instantie bij den coning van Spaignie om zijn garnisoen te lichten uit Piombino. Den ambassadeur van

[pagina 470]
[p. 470]

Spaignie ende de cardinales Albornos ende Trivulsio,Ga naar voetnoot15 verstaen hebbende dat den paus in deliberatie leidt ofte hij den gezonden van Portugael als coninclijcke ambassadeur zoude ontfangen, hebben daertegen heftige vertooninge gedaen. Den marquys de Saint-Chaumont heeft een boecxken uitgegevenGa naar voetnoot16 waerbij hij zich zeer ontschuldigt over hetgunt in de electie van de paus is gepasseert, werpende alle de faute op den cardinael Antonio,Ga naar voetnoot17 dewelcke wederom alle de faute werpt op den cardinael Theodulo,Ga naar voetnoot18 hoopende, doch zoo 't schijnt tevergeefs, zich te herstellen bij Vrancrijck.

De keiserschen te Francfort geven uit dat zij hoop hebben den Grooten Heer in stilte te brengen,Ga naar voetnoot19 hoewel andere zeggen dat tienduizent Turcken zouden zij[n] bij den prins Rakoczy.Ga naar voetnoot20 Nieuwe ambassadeurs van Spaignie gaen nae Munster.Ga naar voetnoot21 Ick houde het voor een valsch gerucht dat hier loopt van het huwelijck van den zoon van den coning van Portugal met de dochter van Castille.Ga naar voetnoot22 Daer werdt oock gezegt dat den coninck van Spaignie twaelff millioenen zoude ontfangen hebben uit West-IndiëGa naar voetnoot23 ende daervan merckelijcke remisen gedaen nae Duitschlant, Nederlant ende Catelagne, Den hertogh van Lorraine

[pagina 471]
[p. 471]

is te Bruissel gelogeert in een ander logys als zijne bemindeGa naar voetnoot24 om niet te doen tegen de separatie die bij den paus is geordonneert geweest. Een deel van zijn ruiterie is in 't lant van Trier. Uit La Motte geschieden alledaeg coursen,Ga naar voetnoot25 zoodat die plaets niet meer gezegt en can werden gebloqueert te zijn. Zij die daerbinnen zijn hebben eenige accorden met de Fransoisen gemaect op de verdeeling van het platteland. Hier is gestorven den oude cardinael van Rochefocaut.Ga naar voetnoot26

De conditiën die den coning van Engelant voorslaet tot vrede met zijn parlement zijn,Ga naar voetnoot27 zoo wij alhier verstaen: dat hij verzoect dat alles gecasseert zoude werden dat gedaen is tegen de bekende wetten van het rijck van Engelant ende tegen de bekende coninclijcke gerechticheden. Dat alles wat tegen 's conincx onderzaeten is gedaen zonder acte parlamentair zal werden gerepareert. Dat aen den coning zullen werden gerestitueert de magazijns, de steden, castelen, incomen ende schepen. Dat de personen die in de generale abolitie niet en zullen zijn begrepen, zullen geoordeelt werden bij haers gelijcke rechters nae de oude coustumen van Engelant, presenterende denzelve coning te maincteneren de religie ende het gebedebouck conform de wetten voordezen gemaect. Plimuth werdt bij 's conings volck vrij wat benauwtGa naar voetnoot28 ende de Ieren ende de Schotten die 's conincx partije houden bij de andere Schotten in een hoeck gedrongen.Ga naar voetnoot29 De Engelsche parlamentarissen hoopen haest Pontfract te becomen om daernae te belegeren Scarbouroug ende de havenen van Engelant die tegenover Ierlant zijn.Ga naar voetnoot30

De Grisons hebben besloten niemant meer toe te laeten in haere vergaderingen die

[pagina 472]
[p. 472]

pensioenen treckt van uitheemschen.Ga naar voetnoot31 Wij verstaen vorder dat den Grooten Heer bij Navarin vergadert driehondertduizent man,Ga naar voetnoot32 tweehondert galeien ende noch zooveel andere schepen. De Engelsche parlamentarissen hebben van den coning vercregen dat barons die geduirende dit oorlogh zijn gemaect, in dese handeling die qualiteit niet en zullen gebruicken.Ga naar voetnoot33 Maer zij willen vooruit ende aleer op de rest te handelen hebben de cassatie van de bisschoppen, de dispositie van alle militaire officiën in handen van het parlement ende cessatie van wapenen in Ierlant.

18 Februarii 1645.

In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 18 Febr. 1645 uyt Paris.

voetnoot1
Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 40k. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 7320.
voetnoot2
De strategen van de ‘generalissimus’ Gaston van Orléans werkten plannen uit voor de belegering van Duinkerken. De uitschakeling van de Spaanse garnizoenen in de vestingen Mardyck en Linck (ten oosten van Bourbourg) was een eerste vereiste voor het welslagen van het ‘desseyn’ in Vlaanderen (G. Dethan, Gaston d'Orléans, p. 301-302).
voetnoot3
Henri de Lorraine, graaf van Harcourt, had zich verzekerd van de bijstand van de Frans-Savoyaardse regimenten van César de Choiseul, graaf van Du Plessis-Praslin; vgl. ‘Brieven van Willem van Liere’, in Kronijk HG 17(1861), p. 273: ‘Den heere du Plessis-Praslin sal in qualiteit van lieutenant Generael vande Grave van Harcourt uyt Piemont nae Catalogne marcheren, met hem nemende 4 regimenten’.
voetnoot4
De troepenwervers ondervonden grote problemen bij het aantrekken van verse manschappen voor het leger van maarschalk Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne, vooral nu de Zwitsers hun recruten een verbod hadden opgelegd om de wapens op te nemen tegen de keizer; vgl. nos. 7117, n. 49, en 7254.
voetnoot5
Hertog Maximiliaan I van Beieren verkende de mogelijkheden voor Frans-Beierse wapenstilstandsonderhandelingen (Doc. Boh. VII, p. 139 no. 405, en Acta pacis Westphalicae; Die kaiserlichen Korrespondenzen II, p. 81-83). Nadat zijn raadsheer dr. Johann Mändl was teruggekeerd van een vergeefse tocht naar het keizerlijke hof te Linz, stond
voetnoot5
zijn besluit vast: in het vroege voorjaar van 1645 verscheen zijn biechtvader Johann Vervaux S.J. in Parijs (Foerster, Kurfürst Ferdinand von Köln, p. 271-275, en Acta pacis Westphalicae; Die kaiserlichen Korrespondenzen II, p. 83, p. 107-108 en p. 269).
voetnoot6
De hertog van Beieren bemiddelde wellicht in de twist over de samenstelling van de Frankische delegatie ter vredesconferentie (no. 7305). In april gaven Melchior Otto Voit von Salzburg, bisschop van Bamberg, en Christian, markgraaf van Brandenburg-Kulmbach, hun zegen aan de afvaardiging van Cornelius Gobelius (Göbel), bisschoppelijk raadsheer, dr. Johann Müller, raad van de markgraven van Brandenburg-Kulmbach en Brandenburg-Ansbach, en dr. Tobias Oelhafen, syndicus van Neurenberg (Acta pacis Westphalicae; Diarium Lamberg, p. 60).
voetnoot7
De Franse zaakgelastigde Melchior, heer van Sabran, verwoordde de bezwaren van zijn landgenoten tegen het verbod dat het Parlement had opgelegd op de vaart naar royalistische havens (Gazette 1645, no. 19, ‘extraordinaire du XIV fevrier 1645: La derniére remonstrance du Resident de France faite au Parlement de Londres’).
voetnoot8
Koningin Anna van Oostenrijk dreigde met maatregelen tegen Parlementsschepen (S. Groenveld, Verlopend getij, p. 193-196 en p. 355, n. 142, en CSP Ven. 1643-1647, p. 174-175). Zij besloot hiertoe naar aanleiding van de gijzeling van een koopman in dienst van de hertog van Epernon (infra, n. 10).
voetnoot9
Het Parlement van Rouaan vreesde een ernstige terugval in de vaart op de Normandische havens (Lettres au chancelier Séguier II, p. 753-755). Het protest tegen de koninklijke represaillebrieven leek enig effect te hebben (no. 7335).
voetnoot10
Bernard de Nogaret de La Valette, hertog van Epernon, ontving als beloning voor zijn trouw aan de belangen van koningin Henriëtte Maria van Engeland de versierselen van de Orde van de kouseband en de aanstelling tot generaal in het leger van koning Karel I (CSP Ven. 1643-1647, p. 145 en p. 156).
voetnoot11
Prins Tommaso Francesco van Savoye zou een verzoening nastreven met paus Innocentius X en de Italiaanse vredesfactie. Zijn plannen lekten uit toen een kamerheer van de Spaansgezinde Baldassare Masserati (Messerati), graaf van Casalborgone, op een van zijn tochten naar het Savoyaardse hof door soldaten van de hertogin-regentesse Christine de France werd aangehouden (Claretta, Storia della Reggenza II, p. 441-445; Archivo de Simancas, Catálogo XXIII. Papeles de estado. Milán y Saboya, p. 345-349).
voetnoot12
De Fransen zagen in de aanhouding van de kamerheer Barroero (supra, n. 11) een goede aanleiding om het gerucht te verspreiden ‘que le prince Thomas traite avec les Espagnolz et qu'on a veu de sa part à Milan depuis peu un nommé Baronero et un autre cavalier modénois qui ont visité souvent le gouverneur et les principaux ministres’ (Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen II, p. 113, p. 128 en p. 132).
voetnoot13
Paus Innocentius X wendde zich tot kardinaal Giovanni (Gian) Carlo de' Medici, ‘general de la mar’ van de Spaanse vloot; vgl. Gazette 1645, no. 22, dd. 18 februari 1645: ‘Sa Sainteté ... depuis le mariage de sa niece avec le Prince Ludovisio, fait de grandes instances pour faire sortir de la forteresse de Piombino qui apartient à ce Prince, la garnison que les Espagnols y tiennent depuis quelques années’.
voetnoot14
‘cardinael Lodoisio’, lees: ‘prins Lodoisio’. Het huwelijk van Niccolò Ludovisi, prins van Piombino, met Costanza, dochter van Pamfilio Pamfili en Olimpia Maidalchini, was op 21 december 1644 door paus Innocentius X in de Sixtijnse kapel ingezegend (Pastor, Gesch. Päpste XIV 1, p. 28, en Gazette 1645, no. 4, dd. 7 januari 1645).
voetnoot15
De Spaanse ambassadeur Juan Velasco y de la Cueva, graaf van Siruela, en de kardinalen Egidio Carillo Albornoz en Teodoro Trivulzio (Gauchat, Hierarchia catholica IV, p. 21 en p. 23) verzetten zich tegen de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de ‘rebelse’ koning Jan IV van Portugal in Rome. Zij drongen aan op het onmiddellijke vertrek van de Portugese gedeputeerde Nicolau Monteiro, prior van Cedofeita (Gazette 1645, no. 22, dd. 18 februari 1645).
voetnoot16
De ‘avec injure’ teruggeroepen Franse ambassadeur Melchior Mitte de Chevrière-Miolans, markies van Saint-Chamond (Chaumond), rechtvaardigde zijn beleid in een ‘Relation véritable de ce qui s'est passé en la création du pape Innocent X contre les faux bruits publiés au désavantage de M. de Saint-Chamond’ (H. Coville, Etude sur Mazarin et ses démêlés avec le pape Innocent X, p. 40-46).
voetnoot17
Kardinaal Antonio Barberini verdedigde zich tegen de beschuldiging dat hij bij de laatste stemming in het conclave de Franse belangen uit het oog had verloren; vgl. ‘Lettera al Sig. Mazzarini in Francia in materia de disgusti ricevuti da quel Re’ (Stadtbibliothek Frankfurt am Main, Flugschriftensammlung ‘Discursus politici’, Frankfort 1930, p. 226).
voetnoot18
De Franse ambassadeur (supra, n. 16) zou geld hebben aangenomen van de broer van kardinaal Mario Teodoli (Chéruel, Histoire de France pendant la minorité de Louis XIV II, p. 151, en Pastor, Gesch. Päpste XIV 1, p. 21).
voetnoot19
Sultan Ibrahim had geen genoegen genomen met de ‘schamele’ gift van de keizerlijke diplomaat Hermann, graaf van Czernin (Hammer, Histoire de l'empire ottoman X, p. 64-68). Een bericht uit Wenen van 14 februari 1645 duidde echter op nieuwe ontwikkelingen: ‘Le Secretaire du Comte de Tscherin ... est ... parti de cette ville pour retourner vers la Porte Ottomane, et porter de nouveaux présents à Sa Hautesse’ (Gazette 1645, no. 26, dd. 11 maart 1645). In maart bereikte de graaf zijn doel en kon hij met de bevestiging van het op 19 maart 1642 gesloten Turks-keizerlijke verdrag van Szöny huiswaarts keren (Doc. Boh. VII, p. 186 no. 540).
voetnoot20
De Zevenburgse vorst György I Rákóczi zag met welgevallen toe hoe een Turks leger de steden en dorpen van Stiermarken onder contributie bracht (Gazette 1645, no. 17, dd. 11 februari 1645).
voetnoot21
Vgl. no. 7333, n. 9 en 10. Koning Philips IV van Spanje had nieuwe gevolmachtigden ter vredesconferentie aangewezen: Ramiro Núñez de Guzmán, hertog van Medina de Las Torres, oud-onderkoning van Napels, en de onderhandelaars Gaspar de Braccamonte y Guzmán (1595-1676), graaf van Peñaranda, en Joseph de Bergaigne (1588-1647), bisschop van 's-Hertogenbosch en gedesigneerd aartsbisschop van Kamerijk (M. Fraga Iribarne, Don Diego de Saavedra y Fajardo, p. 432-438; Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen II, p. 68, p. 72 en p. 118; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 490, en Diarium Volmar I, p. 273).
voetnoot22
Speculaties over een huwelijk van de Portugese kroonprins Teodósio (1634-1653) met de ‘infanta’ María Teresa (1638-1683), de latere koningin Maria Theresia van Frankrijk (Dicionário de história de Portugal VI, p. 147-149).
voetnoot23
De terugkeer van de Spaanse zilvervloot; zie no. 7320, en Briefw. C. Huygens IV, p. 129.
voetnoot24
De nuntius Antonio Bichi attendeerde de Zuidnederlandse ‘gouverneur civil’ Manuel de Moura y Corte Real, markies van Castel Rodrigo, op de ban die paus Urbanus VIII op 23 april 1642 over het Lotharingse huwelijk van hertog Karel IV met Béatrice de Cusance, prinses van Cantecroix, had uitgesproken. In februari 1645 verbrak de hertog de onderhandelingen met het Spaans bewind over een hoge militaire aanstelling in de Zuidelijke Nederlanden (Correspondance de la Cour d'Espagne; Les affaires des Pays-Bas III, p. 519-520 en p. 525-526).
voetnoot25
Laurent Cliquot, gouverneur van het Lotharingse bolwerk La Motte, trotseerde de blokkades van de Franse bevelhebber Pierre de Magalotti (‘Brieven van Willem van Liere’, in Kronijk HG 17(1861), p. 272-273).
voetnoot26
François de La Rochefoucauld (1558-14 februari 1645), kardinaal sinds 1607, bisschop van Senlis, was volgens Tallemant des Réaux (I, p. 604-605 en p. 1210-1212) ‘un vray ecclesiastique’. De Gazette 1645, no. 22, dd. 18 februari 1645, berichtte: ‘Le 14 sur les dix heures du soir mourut en l'Abbaïe de Sainte Géneviéve, François Cardinal de la Rochefoucaut, Sous-doyen du Sacré Collége, en sa 88 année’.
voetnoot27
De conferentie te Uxbridge (infra, n. 33). Het was de bedoeling dat 16 commissarissen van beide partijen - koning en Parlement - in een tijdsbestek van 20 dagen onderhandelingen zouden aanknopen over de voornaamste artikelen van ‘The humble desires and propositions for a safe and well-grounded peace’.
voetnoot28
Het parlementsgezinde garnizoen van Plymouth sloeg de aanval van sir Richard Grenville op de forten ‘Pennycomequick’ en ‘Maudelin’ met grote vastberadenheid af (CSP Dom. 1644-1645, p. 251-252, en CSP Ven. 1643-1647, p. 173).
voetnoot29
De berichten over de strijd in Schotland spraken elkaar tegen (‘Brieven van den gezant in Engeland’, in Kroniek HG 25(1869), p. 36). In werkelijkheid hadden de Schotse en Ierse soldaten van James Graham, markies van Montrose, de overhand verworven op het leger van de ‘solemn league and covenant’ onder bevel van Archibald Campbell, graaf van Argyll (CSP Ven. 1643-1647, p. 170-171, en CSP Dom. 1644-1645, p. 310 en p. 329).
voetnoot30
Ferdinando Fairfax, de parlementsgezinde gouverneur van York, onderschatte de tegenstand van de koninklijke garnizoenssoldaten in Pontefract en Scarborough (CSP Dom. 1644-1645, p. 274, p. 329, p. 338-339 en p. 446-447, en CSP Dom. 1645-1647, p. 27 en p. 70-71). De belegering van Chester liet nog enige maanden op zich wachten (CSP Ven. 1643-1647, p. 223).
voetnoot31
Het verbod kwam aan de orde op een ‘Beytag’ in Chur (Coire). De protestantse inwoners van Graubünden hadden in november 1644 het initiatief genomen om getrouwen van vreemde machthebbers uit te sluiten van hun vergaderingen en landdagen (Jecklin, Materialien I, p. 393).
voetnoot32
De Venetiaanse ‘bailo’ Giovanni Soranzo di Lorenzo waarschuwde de doge voor de troepenlichtingen in het Ottomaanse rijk. De Sultan had de baai van Navarino (tegenwoordig Pylos, aan de zuidwestkust van de Peloponnesos) aangewezen als verzamelpunt van zijn vloot van 400 schepen (Gazette 1645, no. 22, dd. 18 februari 1645: ‘Selon le bruit commun cette armée doit estre de trois cens mille hommes, dont le rendez-vous est à Navarin’).
voetnoot33
De commissarissen van beide partijen - koning en Parlement - waren op 10 februari in Uxbridge verschenen (supra, n. 27). In de Gazette 1645, no. 22, dd. 18 februari 1645, verscheen een bericht over de eerste bijeenkomst in ‘Cambridge’: ‘Et dautant que les Parlementaires ont refusé de traiter avec quelques-uns des Députez Royaux, qui prennent le titre de Barons et Pairs d'Angleterre, dont Sa Majesté Britannique les a depuis peu honorez: Sadite Majesté ... a consenti que les Parlementaires traitassent avec ses Députez sous tel titre qu'ils voudroyent’.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken