Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 16
(2000)–Hugo de Groot... in een brief... [Stockholm, dd. 25 juli 1645], den laatsten dien wij hebben van zijn hand aan zijn zwager, leest men een aanmerkelijk bewijs van zijn doorzicht in de zaken van dien tijdt. Na hem geschreven te hebben: | |
'tGeen mij meest mishaagt, is dat alles hier zoolang wordt gesleept.2 Buttein is noch | |
voegt hij daar wijders bij: | |
|