Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

Scans (17.68 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1971)–Maria de Groot–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 139]
[p. 139]

Strofen

1

 
Wat lijkt het lang geleden dat hij kwam
 
vanuit de storm mij in zijn armen nam
 
het scheurend kleed de hartstocht van de man
 
en niemand weet
 
wat ik van hem behield alleen dit lied
 
de toonsoort die sinds middeleeuwen sliep
 
de zin die breekt
 
 
 
Wat valt er nog te waaien in dit land
 
voor westenwinden die van overzee
 
horizontaal hun takels strekken naar
 
het nest waarin de mens zich veilig waant
 
 
 
zij zijn de bunzings en de tortelduif
 
 
 
maar ik waag mij voor de golfbrekers uit
 
om met gesloten vleugels in de storm
 
hem op te wachten die mij openspreidt.

2

 
De vlierbessen die Hadewych versmaadde
 
omdat haar liefste lief haar liever was
 
zijn in mijn handen kostbaarder dan jade
 
goud is het gras
 
kuifleeuweriken duiken op
 
de spade
 
van de gehelmde stedeling kompas
 
voor gaswolken en oliebronnen
 
maden
 
gestoken in het menselijk harnas.
[pagina 140]
[p. 140]

3

 
Keerkring waarin men mij gevangen houdt
 
van gasbeton en heiende verbalen
 
belasting voor mijn lichaam te betalen
 
voordat ik rouw
 
 
 
ik ben vandaag met mijn gedicht verdwenen
 
spoorloos verdwenen in de schone taal
 
die bij de gierput blijft het lied bewenen
 
van Orpheus die de oorsprong aderlaat.

4

 
De ovens zijn sindsdien niet meer te noemen
 
zonder een grafdoek voor de mond
 
de mens
 
moet mummie worden om zich te verzoenen
 
met wat hem stemt
 
 
 
er is geen weg voor ons tot die cocon
 
dan langs de simplonpas van het verdriet
 
dat domgeworden zich niet meer herkent
 
in duizend spiegels duizend vadem diep.

5

 
Vlakbij mimiek van liefde
 
het vizier
 
gaat langzaam open
 
vuur en achter vuur
 
het herfshout onaantastbaar voor het vuur.

6

 
Groeit nu het voetspoor van de winter dicht
 
de overvloed aan grassen doet zo goed
 
bijna geen ijzer meer
 
bijna geen beeld
 
meer van de afgod
 
alles wordt gedicht.
[pagina 141]
[p. 141]

7

 
Ik zocht de bronnen van de slaap
 
ik vond alleen gesteente
 
zeester die in de ertslaag haakt
 
het teken en het slotkoraal
 
waarin ik overwinter.

8

 
Mijn afkomst onbekend
 
mijn sterfelijk gebeente
 
onterfd door de geladen signatuur -
 
nochtans dit brokstuk
 
en de trots te weten:
 
een ding dat duurt.

9

 
Ontgin mij zoals u de grond ontgint:
 
onder de houtskool ligt het mozaiek
 
dat in de byzantijnse keizertijd
 
een raster gouden takken in mij schiep.

10

 
Het heimwee naar het klooster blijft
 
bloedsporen op de vestingmuren
 
de sokkel leeg
 
biechtvaders sturen
 
de ziel langszij.
[pagina 142]
[p. 142]

VERANTWOORDING

 

Amsterdams Getijdenboekje en Het Florentijnse Circus zijn ongewijzigd herdrukt. Van Rabboeni werd de afdeling Duivelskunstenaar en koningskind niet opgenomen, behalve het gedicht Exodus, dat nu een aparte afdeling vormt. Vijftien gedichten van het oorspronkelijke Liedboek voor Kevin zijn niet herdrukt. De overblijvende gedichten zijn anders gerangschikt.

Katern bevat niet eerder in boekvorm gepubliceerde gedichten uit de jaren 1960 en 1970. Het gedicht De Joodse Schouwburg is van 1965.

 

Maria de Groot

 

Amsterdam, Goede Vrijdag 1970


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken