Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hoe hoort het eigenlijk? (1939)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hoe hoort het eigenlijk?
Afbeelding van Hoe hoort het eigenlijk?Toon afbeelding van titelpagina van Hoe hoort het eigenlijk?

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.54 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.72 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/lifestyle


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hoe hoort het eigenlijk?

(1939)–Amy Groskamp-Ten Have–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Kennismaking.

Het kennismaken met ons onbekende personen kan op twee manieren geschieden: Door bemiddeling van een wederzijdsch bekend persoon of op eigen gelegenheid.

Het initiatief tot het aanknoopen van een kennismaking gaat gewoonlijk uit van het manlijk geslacht.

Een heer, die in besloten gezelschap - onverschillig waar - wenscht te worden voorgesteld aan een dame verzoekt gastheer, gastvrouw of wie daarvoor fungeert ceremoniemeester o.a. om zijn of haar tusschenkomst.

De gastheer treedt met den aanvrager op bedoelde dame toe en zegt: mevrouw Pietersen, mag ik den heer Jansen aan U voorstellen? De aangesprokene glimlacht of neigt even het hoofd maar antwoordt hierop niet.

Wanneer de dame aldus haar toestemming heeft gegeven zegt de gastheer met een licht handgebaar naar den voor te stellen persoon: meneer Jansen - mevrouw Pieterse.

Het is correct om vervolgens zich tot den heer Jansen te wenden met een handgebaar naar mevrouw Pieterse te zeggen: Mevrouw Pieterse - meneer Jansen.

De naam van den persoon tot wien men zich richt, de naam van den aangesproken persoon dus, wordt op eenigszins vragenden toon uitgesproken (men geeft met die intonatie te kennen, dat men de aandacht van bedoelden persoon verzoekt) de naam van den voor te stellen persoon wordt zonder eenige intonatie uitgesproken, dus genoemd zonder meer. Verzuimt men dit verschil in intonatie dan lijkt het alsof men den belangrijksten persoon aan den mindere voorstelt, hetgeen volgens de étiquette onjuist zou

[pagina 169]
[p. 169]

zijn. Aan den voornaamsten persoon - dat is de oudere of maatschappelijk hooger geplaatste en in geval van verschillende sexe altijd de dame (tenzij de heer veel ouder is en het een heel jong meisje geldt) - wordt dus door de voorstellende persoon gevraagd: meneer of mevrouw zoo-en-zoo mag ik die-en-die aan U voorstellen? Vervolgens zegt men: Mevrouw zoo-en-zoo? dit is meneer die-en-die. Dit laat geen twijfel over aan de voorrang. Laat men de heele formule van aanspraak en vraag: Mag ik enz. achterwege en noemt men alleen de namen, dan is het correct om den naam van den minst belangrijken persoon het eerst te noemen, immers men neemt hem als het ware bij de hand en vertoont hem aan den ouderen of belangrijkeren persoon.

Een tactvolle gastheer zal ter vergemakkelijking van de kennismaking met een enkel woord partijen eenigszins wegwijs maken ten opzichte van elkaar.

Hij zal b.v. zeggen: Meneer Jansen is net verleden week terug gekomen van een interessante vliegtocht naar Indië...... hij zal U heel wat kunnen vertellen over de theecultuur.

Of: Meneer Jansen is de schrijver van ‘Storm op Zee’, waar iedereen op het oogenblik over spreekt.

Of: Meneer Jansen...... mevrouw Pieterse, onze bekende declamatrice.

Of: Meneer Jansen ...... ik meen, dat mevrouw Pieterse in der tijd ook in Utrecht heeft gestudeerd, misschien ontdekt U nog wel gemeenschappelijke kennissen.

In alle publieke gelegenheden en plaatsen van openbare samenkomst zij men uiterst spaarzaam met voorstellen en kennismaken met vreemden.

Ten eerste vrijwaart men zich hierdoor tegen ongewenschte relaties en ten tweede laadt men niet den schijn van indringerigheid op zich.

Aan medereizigers op korte trajecten stelt men zich niet voor. Wanneer men een dagreis met dezelfde menschen in één coupé aflegt, kan men zich na afloop bij het afscheid bekend maken, d.w.z. de ouderen kunnen dit desgewenscht doen tegenover de jongeren, die hierop prompt reageeren met zich eveneens voor te stellen.

De laatsten nemen daartoe nimmer het initiatief.

Men kan herhaaldelijk dezelfde menschen op excursies ontmoeten in het buitenland of in het eigen land. Dit verplicht volstrekt niet

[pagina 170]
[p. 170]

tot voorstellen hoe genoegelijk men overigens ook samen heeft gepraat en geschertst.

Iets anders is het wanneer op een bal, in hotel of restaurant een heer met een onbekende dame wil dansen.

De étiquette eischt, dat geen dame danst met een onbekende.

In dat geval zal de heer zich dus moeten laten voorstellen, waarbij hij altijd nog de kans loopt dat de dame er niet voor voelt en bedankt.

Wanneer men aan boord aan een en dezelfde tafel de maaltijden gebruikt gedurende een reis van meer dan een dag, dan is het beleefd zich voor te stellen.

Stelt men zichzelf voor dan zegge men niet: Ma'k m'effe....? doch: zou ik misschien even kennis mogen maken? Mijn naam is......

Jongelui, die meenen zekere rechten te kunnen doen gelden omdat zij na een haastig ‘ma'k me effe....?’ een onverstaanbaren naam hebben gemompeld, bewijzen alleen, dat zij geen manieren hebben. Jonge menschen stellen zich niet ongevraagd aan ouderen voor. Zich op het einde van den avond aan iemand te laten voorstellen als de dag feitelijk voorbij is, geldt als zeer onbeleefd, tenzij men het excuus heeft van pas te zijn gearriveerd.

Werkende vrouwen, die elkaar op bijeenkomsten ontmoeten stellen zich aan elkaar voor met inachtneming van de rechten der ouderen en hooger geplaatsten.

Vaak wordt bij dergelijke bijeenkomsten de prettige gewoonte in acht genomen dat iedereen goed zichtbaar een kaartje met naam en beroep op de japon gespeld draagt. Zoodoende weet iedereen dadelijk wie iedereen is.

Zooals gezegd: behalve wanneer dames zéér jong zijn en nog onbeteekenend is het aan de vrouw, dat men iemand voorstelt.

Een uitzondering hierop maken R.K. geestelijken.

Tegen een Kardinaal, een Aarts Bisschop, een Bisschop e.a. geestelijken (tot den rang van priester zegt men: Eminentie, Monseigneur - of wat de titel is - mag ik mevrouw of juffrouw Jansen aan U voorstellen?

Gezanten worden echter aan dames voorgesteld en niet omgekeerd.

Wordt men aan het Hof voorgesteld dan maakt men een zeer diepe révérence.

Wordt men aan een buitenlandsch regeerend vorst voorgesteld

[pagina 171]
[p. 171]

dan maakt men eveneens een diepe buiging. Mocht deze de hand ter begroeting uitsteken, zoo buigt men opnieuw bij het geven van de hand.

Wordt een niet Katholiek voorgesteld aan een hooge Katholieke Geestelijke (Bisschop, Aartsbisschop, Kardinaal) dan gedraagt men zich als tegen een vorst.

Wordt een Katholiek voorgesteld aan een Kerkvorst, dan doet hij een knieval door de rechterknie op den grond te laten rusten, legt zijn rechterhandpalm onder de uitgestrekte hand van den Kardinaal en kust diens ring.

Een dokter, een advocaat tegenwoordig ook een ingenieur wordt bij het voorstellen bij zijn titel genoemd. Stellen deze personen zich zelf voor dan vermijden zij het noemen van hun graad of titel.

Een welopgevoed man stelt zichzelf onder geen enkele omstandigheid ooit voor als ‘meneer’ X.

Een dame, die zich zelf voorstelt kan daarentegen heel goed zeggen: Mevrouw of juffrouw zus of zoo.

Betreft het een heel jong meisje bijv. Annetje Pietersen geheeten, dan zal zij allicht zeggen: - ik heet Annetje Pietersen.

Is Annetje Pietersen de dertig gepasseerd, dan zal zij zich voorstellen met - ik ben juffrouw Pietersen....

Bij het voorstellen wordt of liever werd door beide partijen het woord ‘aangenaam’ gezegd of: Aangenaam kennis te maken.

Dit nu is geheel in onbruik geraakt en wordt door beschaafde personen vermeden als zijnde al te afgezaagd.

In de plaats daarvan zegt men: Hoe maakt U het?

Al geldt dit momenteel voor de juiste formule toch is het pleizieriger wanneer iemand eens iets anders weet te bedenken. Als het te pas komt kan men zeggen: Ik vind het echt prettig kennis met U te maken, ik heb al zooveel van U gehoord. Of: Dat is aardig, dat ik U nu eindelijk eens ontmoet, men heeft mij al zooveel van U verteld - of iets dergelijks.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken