Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hoe hoort het eigenlijk? (1939)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hoe hoort het eigenlijk?
Afbeelding van Hoe hoort het eigenlijk?Toon afbeelding van titelpagina van Hoe hoort het eigenlijk?

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.54 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.72 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/lifestyle


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hoe hoort het eigenlijk?

(1939)–Amy Groskamp-Ten Have–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Spreken in het openbaar.

Spreken in het openbaar valt niet ieder ten deel en toch zou het zoo heilzaam zijn wanneer er op de scholen aandacht aan werd geschonken.

Hij en zij, die gemakkelijk spreken, zijn zij, die een vlotte woordkeus hebben, die niet verlegen zijn en die weten waarover zij praten.

Het zijn de benijdenswaardige menschen, die er ‘de hand niet voor omdraaien’ om bij een jubileum een speech af te steken voor den jubilaris of om te bedanken als zij zelf de hoofdpersoon zijn, het zijn zij, die bij het overhandigen van gezamenlijken geschenken, bij het vieren van een feest bij doop, huwelijk, verloving of begrafenis hun woordje zeggen en het goed zeggen omdat zij er aan gewend zijn.

Slechts zeer weinigen bezitten de natuurlijke gave van spontaan voor de vuist weg te spreken. Zij, die het er goed afbrengen zijn bijna altijd zij, die door oefening getraind zijn.

Vaders, moeders en opvoeders zouden verstandig doen kinderen

[pagina 242]
[p. 242]

van tijd tot tijd hun ervaringen te laten vertellen wanneer de familie bijeen is en er dus vanzelf een gehoor is.

Geen kritiek is zoo gezond, zoo raak en doeltreffend (en wreed!) als de kritiek uit den huiselijken kring.

Zij, die vanaf een podium of spreekgestoelte in het openbaar moeten spreken - al zijn het slechts enkele woorden van dank - dienen te bedenken, dat rust, kalmte, duidelijke articulatie (uitspraak van de woorden) en eenvoud hen al een heel eind op weg helpen.

Dat zij, die niet gewend zijn te spreken datgene wat zij te zeggen hebben zoo simpel en duidelijk mogelijk zeggen, liefst in korte zinnen, waarmede men lang niet zoo spoedig ‘in den knoop raakt’ als met eindelooze langademige tirades, waarvan men het begin is vergeten wanneer men moeizaam aan het einde is gekomen.

Te zacht spreken is een algemeene fout van beginnelingen evenals te snel spreken. Zij, die een dronk willen instellen (toast) aan een feestmaaltijd kunnen vooral als er veel sprekers zijn en zij pas laat aan de beurt komen heel goed volstaan met te zeggen: Dames en heeren de oprechtheid van mijn gelukwenschen en de diepte van mijn gevoelens zijn omgekeerd evenredig aan de lengte van mijn speech. Ik stel voor een glas te ledigen op het welzijn van ... enz. (of iets dergelijks).

Zij, die werkelijk een redevoering of een toespraak willen houden, dienen deze nagenoeg volledig van buiten te kennen en den te spreken tekst zoolang hardop te repeteeren (voor de duidelijkheid, voor den duur, voor het gebaar, voor de articulatie, voor den inhoud, voor de stembuiging, enz.) dat deze als het groote moment is aangebroken als het ware ‘gesneden koek’ is, en zij van het papiertje zoo weinig mogelijk gebruik behoeven te maken.

Men bedenke, dat een speech nooit ‘voorgelezen’ mag klinken, doch uitgesproken dient te worden op den toon waarop men een gesprek pleegt te voeren.

Zij, die in het publiek spreken, dienen te zorgen voor een aangenaam stemtimbre, (toonhoogte) een beschaafde, zuivere uitspraak van de taal, voor een vloeiende woordstroom, die niet wordt onderbroken door een hulpeloos gestamel en voor een inhoud, die boeiend genoeg is om naar te luisteren.

De korte toespraak, die aan deze eischen beantwoordt, is verre

[pagina 243]
[p. 243]

te verkiezen boven de lange redevoering, die hortend en haperend wordt afgestoken.

Tenslotte dienen zij, die in gezelschap of vanaf een podium spreken eraan te denken, dat zij beurtelings de verschillende onderdeelen van het gezelschap moeten aankijken ten einde den schijn te vermijden als zouden zij zich slechts tot één persoon of één deel van het gezelschap richten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken