Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De beschaving (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van De beschaving
Afbeelding van De beschavingToon afbeelding van titelpagina van De beschaving

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.01 MB)

XML (1.42 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De beschaving

(1983)–J.P. Guépin–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[20]
Trapsgewijze vooruitgang in de wetenschap

Als een van de ontelbaar mogelijke voorbeelden van het trapsgewijs dialectisch proces neem ik eerst een voorbeeld van vooruitgang in de wetenschap dat zich uitsluitend in de status coniecturae beweegt. Na de ontdekking van de bloedsomloop door Harvey is de door hem beschreven gang van zaken - die een conclusie is van een argumentatie op grond van waargenomen feiten - zelf een feit geworden dat telkens opnieuw experimenteel bevestigd kan worden. Dat feit is in zoverre geldig voor een universeel auditorium dat iemand die de theorie van een van Harvey's voorgangers, bijvoorbeeld Boerhave, nog aanhangt, of die geheel andere opvattingen huldigt, zich automatisch als abnormaal buiten de gemeenschap van geleerden plaatst. Maar dat wil niet zeggen dat de wetenschappelijke discussie over de bloedsomloop nu tot stilstand is gekomen. Op basis van de behaalde wetenschappelijke consensus worden steeds meer details ontdekt, omdat er geen einde komt aan de details van het menselijk lichaam of aan de belangstelling van medici, of omdat de kennis van de bloedsomloop verweven is met een groot aantal verwante gebieden, waaronder de weer onuitputtelijke studie van het bloed zelf. Ik noem dit omdat het een duidelijk voorbeeld is van cumulatieve vooruitgang in een wetenschap, maar ook omdat de bloedsomloop (die niet meer is dan de beschrijving van een stroomrichting) zoals door Harvey ontdekt, aanvaard kan worden door medici van de meest uiteenlopende richtingen, homeopaten en allopaten, gebedsgenezers

[pagina 120]
[p. 120]

zelfs, of marxisten en naïeve empiristen. Ook - ik noem maar wat - in de cartografie is dergelijke vooruitgang geboekt, ook hier feiten in overvloed, die onafhankelijk zijn van de gekozen projectie of presentatie. Het (trapsgewijs) dialectisch aan te brengen onderscheid tussen feit en presentatie van feiten is dus ook hier van belang.

Een classificatie is een eenvoudig voorbeeld van een theorie. Een geologische of biologische classificatie kan willekeurig zijn of niet, en de karakteristieke trekken zullen gekozen worden voor zover ze relevant zijn in het kader van de bevoorrechte classificatie; men kan bijen, vogels en vleermuizen gezamenlijk onder de gevleugelde wezens rangschikken, en de walvissen onder de vissen, of men kan het anders doen. Feiten worden dan geselecteerd om als basis voor de classificatie te dienen, en zijn dan de hoofdzaken geworden. Maar dat een vlieg vleugels heeft en een walvis zwemt blijven desalniettemin feiten. Het gaat er bij de presentatie van feiten steeds om wat als hoofdzaak wordt uitgekozen en wat, om welke reden dan ook, als bijzaak vooreerst of definitief irrelevant wordt gevonden.

Het zelfde geldt voor elkaar uitsluitende paradigma's als van Ptolemaeus en Copernicus. De allesomvattende theorieën konden elkaar pas bestrijden, omdat in beide theorieën gebruik werd gemaakt van de zelfde feiten, bij voorbeeld chronologisch geordende waarnemingen van eclipsen, die in een onderbroken traditie van duizenden jaren sinds de Chaldeeën waren gedaan. Men moet dus een onderscheid maken tussen een feit en het gebruik dat men ervan maakt in de presentatie door een relevante samenhang aan te brengen met andere feiten. Men kan het eens zijn over een waarneming - van een eclips - of over de betekenis en de echtheid van een document, en men kan deze feiten in totaal verschillende samenhangen plaatsen, die elkaar dan ook nog al dan niet uitsluiten.

 

Een psychologisch verschil tussen ‘lumpers’ en ‘splitters’ doet zich in laatste instantie voor bij elke wetenschappelijke classificatie. De ene taxonoom zal dit plantje, dit vliegje, willen ‘lumpen’ onder die en die sub-species, de ander, meer pietluttig van aard, groepeert het plantje met voor hem (in hoofdzaken) vergelijkbare plantjes onder een aparte naam. Maar wat aan karakter kan worden toegeschreven kan ook door de situatie of door belangstelling worden veroorzaakt. Belangstelling kan belangeloos zijn, als wanneer ik het gedraaf van een individuele mier volg, of - esthetisch in kantiaanse zin - de kleurschakeringen van een zonsondergang bewonder. De belang-

[pagina 121]
[p. 121]

stelling kan ook worden gericht door een concreet doel: ik kijk naar de zonsondergang omdat ik wil weten of het gaat regenen, ik wil het leven van de mieren bestuderen. In al die gevallen kunnen - maar het hoeft niet - hoofdzaak en bijzaak, relevante trekken of niet-relevante trekken, van plaats verschuiven. Deze indeling in hoofd- en bijzaak kan ook optreden bij de bekende filosofische problemen van eenheid en veelheid: elke eenheid is wel een veelheid; binnen en buiten; alles wat omsloten wordt wordt wel door iets anders omsloten; geheel en delen, waaronder tekst en context. Dergelijke groeperingen van feiten kunnen tot zinloze debatten leiden als de een de eenheid, het generische, de ander de veelheid, het specifieke, van een verschijnsel tot hoofdzaak verklaart, bijvoorbeeld bij vergelijking van godsdiensten of bij stilistische analyse. Het is dan gevaarlijk als een theorie voorschrijft op het algemene te letten, liefst in de vorm van noodzakelijke en voldoende voorwaarden, en dus zo'n aanpak onder alle omstandigheden wetenschappelijk te vinden. Hoe algemener, hoe wetenschappelijker, denken veel mensen. Wetenschap, en vanouds de menswetenschap, kan zich immers ook heel goed op het specifieke, ja zelfs schijnbaar op het individuele richten, op één gebed, op één gedicht. De noodzakelijke selectie van de waarneming die zo vaak uitsluitend aan een theorie of aan een ideologie wordt toegeschreven, kan als ordenend principe evengoed worden teweeggebracht door de keuze van een onderwerp, waarbij de belangstelling, de motivatie voor de keus van het onderwerp, soms wel, maar niet noodzakelijkerwijs, het resultaat, de geordende presentatie van de feiten zal beïnvloeden.

Het is belangrijk vast te stellen dat waar in de moderne, op de natuurwetenschappen geënte wetenschapstheorie, als rechtvaardigheidsgrond voor het primaat van de theorie wordt gebezigd de noodzakelijke selectiviteit van elke waarneming - geen waarneming zonder vooringenomenheid, bij voorbeeld door het theoretisch parti pris - voor alle gebieden van wetenschap ook meer in het algemeen geldt de belangstelling voor een onderwerp. Dat kan natuurlijk ook belangstelling voor een aspect van een onderwerp zijn. Dat onderwerp kan vrij gekozen worden. Iemand kan zich interesseren voor het varken, en daar zo veel mogelijk informatie over verzamelen. Maar ‘het’ varken kent oneindig veel facetten. Als hij zich nu eens beperkte tot het beschreven varken, of meer speciaal, ‘die Schweinzucht im Walde’? Hij hoeft dan niet meer te doen dan alle teksten ‘over het fokken van varkens in het bos’ te verzamelen, en vervol-

[pagina 122]
[p. 122]

gens naar deelonderwerpen - aspecten van aspecten, hiërarchisch geordend van algemeen naar bijzonder - te behandelen. Het is geen principiële vraag of een dergelijke ordening relevant is, want dat hangt af van de al aanwezige belangstelling - van varkensfokkers of natuurliefhebbers bij voorbeeld - of van louter nieuwsgierigheid, van mij bij voorbeeld, naar een onderwerp dat nog nooit als zodanig in mijn belangstelling was gekomen. Wat geldt voor de varkensfokker geldt voor elk mogelijk, op teksten of aanschouwing gebaseerd, historisch of antiquarisch onderwerp. In de historische wetenschap is elk onderwerp - dat wil zeggen elke ordening - welkom.

Dit is het verschil met een theorie. Een theorie op natuurkundig of menswetenschappelijk terrein, van Einstein, Marx of Chomsky, heeft de neiging onverdraagzaam te zijn. Alleen de ordening en dus ook selectie van het materiaal zoals die door een economische of sociologische of linguïstische school wordt toegepast, is dan echt wetenschappelijk en dus relevant. De selectie naar onderwerp is daarentegen tolerant, het is niet meer dan een van de vele mogelijkheden om feiten te groeperen - het varken in het woud, de fauna van het woud, de economische betekenis van het woud, van de fauna in het woud, de economische betekenis van het varken, de sacrale betekenis van het varken, de fenomenologie van het varken - alles is welkom als het maar interessant wordt gevonden, of als de manier waarop ‘het’ gebracht wordt maar interessant wordt gevonden. Er is geen boek, geen onderwerp, dat niet in zekere zin aan de belangstelling van zekere lezer tegemoetkomt, want anders werd het niet uitgegeven. En al deze boeken kunnen worden beoordeeld op feitelijke fouten, omissies, overdrijvingen, op gebrek aan samenhang, op stijl, en de feiten kunnen als onafhankelijke feiten geplunderd worden door iemand die met een ander onderwerp bezig is (verg. het raadplegen van een zaakindex; die van mij aan het eind van dit boek geeft al een andere ordening, en wie van verwijzing naar verwijzing loopt kan een ontzaglijk aantal boeken lezen).

Elk onderwerp van onderzoek kan dank zij het principe van het wisselend generalisatieniveau worden beschouwd als niet meer dan een aspect van een algemener en dus groter onderwerp: men behandelt de metriek van Hooft, de liefdespoözie van Hooft, of de Nederlandse alexandrijn, of de zeventiende-eeuwse metriek, of het accentvers, of de zeventiende-eeuwse liefdeslyriek, of het seksuele leven in de zeventiende eeuw of de liefdeslyriek in het algemeen. In dit opzicht is een wetenschappelijke theorie schadelijk; wie meent dat al-

[pagina 123]
[p. 123]

leen het zoeken naar de oprechtheid van de kunstenaar door middel van een biografie, of alleen het zoeken naar parallellisme op grond van een structurele linguïstiek, of het tellen van herhalingen in het kader van een theorie over orale poëzie, van belang is, zijnde dé wetenschappelijke methode, die ziet over het hoofd dat er in de menswetenschap, anders dan in de natuurwetenschap, geen bindende afspraak bestaat over wat in het object van onderzoek hoofdzaak is en wat bijzaak.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken