Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het joodsche lied (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het joodsche lied
Afbeelding van Het joodsche liedToon afbeelding van titelpagina van Het joodsche lied

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.54 MB)

ebook (2.82 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het joodsche lied

(1915)–Jacob Israël de Haan–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 109]
[p. 109]

Aan Juda Elisa V...

 
Hier vindt men nog de vroomheid en den vrede,
 
Die voor geen weelde en voor geen wellust wijkt,
 
Hier wordt de Leer met liefde nog beleden,
 
En voelt elk hart door zijn schat zich verrijkt.
 
 
 
Elk met eigen Daad, elk met eigen Droomen
 
Voelt zich toch meest een kind van het Gezin.
 
Hier eert men graag de goeden en de vromen,
 
En laat geen hemelsch heil voor aardsch gewin.
 
 
 
Ik kwam als vreemde en als vertrouwde vrienden
 
Was elk vol zorg voor den bezorgden gast.
 
Met meer liefde dan mijn schoonst Lied verdiende
 
Heeft oud en jong mijn bevend hart verrast.
 
 
[pagina 110]
[p. 110]
 
Een kring van kinderen in haat en hopen
 
Vast gesloten om Moeder en om Vader
 
Deed zich voor mij met gulle vriendschap open
 
En bracht mijn hart tot vrede en vroomheid nader.
 
 
 
En als een kind in het huis van zijn moeder
 
Was ik en 't hart vergat zijn gretig leed.
 
Hartstochtelijk hater, verbeten woeder
 
Hield ik van haat noch van 't wild woeden weet.
 
 
 
Ik was een Knaap, o, kon ik wederkomen
 
Vroom en gelukkig als een zingend kind,
 
Dat iedren dag, schooner dan in zijn Droomen
 
Volle vervulling van zijn vreugden vindt.
 
 
 
Jeugd en vreugden: ik heb alles verloren,
 
Voor weelde en winst verliet ik Volk en Leer,
 
Mijn hart kan nooit een vreemd volk toebehooren,
 
En 't eigen Volk? Ik schond zijn liefde en eer.
 
 
[pagina 111]
[p. 111]
 
Alles verloren? Neen, alles herwonnen,
 
Want al mijn vreugd herleef ik in uw vreugd.
 
Tot tucht getemd, tot zekerheid bezonnen,
 
Herleef ik, Man, een schooner sterker jeugd.
 
 
 
Allen mij lief, maar liefste toch van allen
 
Juda Elisa, vrome trouwe vriend,
 
Gij bracht mijn hart, tot wildernis vervallen,
 
Schat van liefde, meer dan ik heb verdiend.
 
 
 
Avond: een klaar wonder van innigheid
 
Bloeit de teedre weelde van uw gezin,
 
Oudren-vreugd en jongren-aanminnigheid,
 
Alles stemt stoorloos in één vrome min.
 
 
 
Daarbuiten woelt de weelde van de stad,
 
Zijn heesche driften, zijne scherpe zeerten,
 
Hier veilig voor verlangens en begeerten,
 
Vindt elk hart in elk ander hart zijn schat.
 
 
[pagina 112]
[p. 112]
 
Dit is het wonder van liefde en verblijden,
 
Te meer gij geeft, te voller blijft gij rijk,
 
Na luide vreugden en dofsnikkend lijden
 
Vind ik in uw gezin mijn kalme wijk.
 
 
 
Niet waar schat van goudweelde wordt gewonnen,
 
Vermeerdert zich van ons trotsch Volk de kracht,
 
Waar men belijdt zoo zuiver en bezonnen
 
Als gij belijdt, daar winnen wij aan macht.
 
 
 
Juda: Held der twaalf gezegende zonen
 
Wier Toekomst de stervende Vader zag:
 
Zijn Heil? dat Vorsten, die Dichters zijn, tronen
 
Te Zion, toen 't Land onderworpen lag.
 
 
 
Uw naam: zijn naam: wees een dier sterke Helden
 
Wier Daad het Volk redde van ramp en nood,
 
Als overmacht van heerschers ons beknelde
 
En anders niet dan wanhoop overschoot.
 
 
[pagina 113]
[p. 113]
 
Elisa: de Profeet, die harttrouw diende,
 
En met den Meester ging tot voor den Dood.
 
Zijn loon? Hij werd gelijk de Meester ziende,
 
Voerder van zijn Volk uit nauwten van nood.
 
 
 
Uw naam, zijn naam: wees van ons Volk een voerder,
 
Schoon in zijn Droom, machtig in kloeke Daad,
 
Dat geen hater en geen listig beloerder,
 
Gelijk Amalek onze tocht weerstaat.
 
 
 
Juda Elisa: mijn lot is gevallen
 
Beklaag mij niet: elk hart draagt eigen leed.
 
Wees trouwer dan ik, trouwste Vriend dier allen
 
Wier teedre troost mijn hart geen dag vergeet.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken