Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het joodsche lied (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het joodsche lied
Afbeelding van Het joodsche liedToon afbeelding van titelpagina van Het joodsche lied

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.54 MB)

ebook (2.82 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het joodsche lied

(1915)–Jacob Israël de Haan–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 219]
[p. 219]

Herdenking

 
Aan het Joodsche Volk
 
 
 
Een jaar van oorlog en nog grijpt der volkren hart geen schaamte
 
Voor zooveel breuk en brand,
 
Hoe menig kloeke Makker ligt thans een gebraakt geraamte
 
Ver van zijn Vaderland.
 
 
 
En menig Moeder weet, dat wie uit slag en brand zal keeren
 
Haars harten kind keert niet,
 
En waar de volken thans verblind hun wreede drijvers eeren.
 
Breekt haar hart van verdriet.
 
 
 
En menig jonge vrouw denkt aan de zoete zoele nachten,
 
In weenende eenzaamheid,
 
De Dood versloeg haar Man, den minnaar van haar volle krachten,
 
In den verdorven strijd.
 
 
[pagina 220]
[p. 220]
 
Hoe menig schuldloos kind, dat niet of nauw den Vader kende,
 
Ziet nooit zijn blijde keer,
 
Omdat de volken wild elkanders huis en have schenden,
 
Elkanders kracht en eer.
 
 
 
Omdat een wilde blindheid alle volken heeft geslagen,
 
Noch wet heerscht, noch ontzag,
 
Niet één Volk acht het Recht, ontzind door zijn hartstochtelijk jagen,
 
Zijn winst- en buitbejag.
 
 
 
Waar bleef de kracht thans van der volken innigste verwantschap
 
In wijsheid, kunst en leer?
 
Toen bond een schoone drift volk aan volk en bond land aan landschap
 
Thans bindt niets een volk meer.
 
 
 
Wilt gij de woede zien: gaat naar de wreed-ontwijde steden
 
Hun schat rookt in zwart puin,
 
De wervling van 't wild vuur haalde hun huizen naar beneden,
 
Vermaaide park en tuin.
 
 
[pagina 221]
[p. 221]
 
Wilt gij de woede zien: gaat naar de steden sterken nijver,
 
In iedere arbeidsplaats,
 
Drijft tot uiterste drift elken arbeider, elken drijver,
 
De aanmaak des krijgsgeraads.
 
 
 
Wilt gij de woede zien: gaat waar de landen zonder koren,
 
Braken onder brandlucht,
 
Gaat waar de landman al zijn baat van jaren heeft verloren,
 
Zijn vee, zijn volle vrucht.
 
 
 
Hoe kan mijn machtloos lied niet anders dan dit leed beklagen,
 
Het razend onverstand,
 
Dat volken, wild ontzind, achter andre volken doet jagen,
 
Belust op moord en brand.
 
 
 
Geen Dichter kan de woede der ontbonden volken temmen
 
Zijn stem breekt in 't geweld,
 
Geen hartgebroken lied kan den stroom van bloed en vuur stremmen,
 
Over het schuldloos veld.
 
 
[pagina 222]
[p. 222]
 
En thans: een jaar wentelt en ieder volk viert zijn herdenking
 
Van den heilloozen strijd,
 
Wie 't meest elk ander sloeg met last, met roof, met ruwe krenking
 
Wie 't meest pracht heeft ontwijd.
 
 
 
Elk stoft stout op zijn winst, als ware ieder verlies een schande,
 
Ieder schaamt zich zijn leed,
 
Terwijl de landen braken en de schoone steden branden,
 
Wild vuur het veld vervreet.
 
 
 
Maar sprekend voor mijn Volk, schaam ik mij niet, der dervers Dichter,
 
Ons bracht de Tijd maar smart,
 
En ieder volk draagt de lasten van het wreed lijden lichter
 
Dan wij in 't vermoeid hart.
 
 
 
Wij strijden in elk land ' wij hebben in geen land gewonnen,
 
Wie wint: het is ons leed,
 
En milder dan van één, heeft van ons Volk 't hartbloed geronnen,
 
Of elk volk 't ook vergeet.
 
 
[pagina 223]
[p. 223]
 
Wij leden slechts verlies: verloren viel der harten eenheid
 
Die de verspreiden bond,
 
Hoe duldden wij machtloos van menig volk wreede gemeenheid
 
Waar 't drijvend lot ons zond.
 
 
 
Toch bleven wij verdeeld één in haat, in hoop, in vertrouwen,
 
Dat voor geen wanhoop week,
 
Te keeren waar thans vreemden tot der vreemden baat verbouwen
 
Onze eigenerfde streek.
 
 
 
Het woeden van den krijg deed van hart tot hart elk volk weten
 
Zijn eenheid, zijn verband,
 
Maar de genooten van mijn Volk zijn 't bloedend leed vergeten,
 
Dat ons was in elk land.
 
 
 
Genooten van ons Volk vieren thans vreugd met wie hun haters
 
Hun smaders zijn geweest,
 
Wij zijn de luide juichers, wij zijn de onvertogen praters,
 
Bij menig ijdel feest.
 
 
[pagina 224]
[p. 224]
 
Het vuur vreet dorp en stad, de vlijt kan dorp en stad herstellen,
 
In eenen schoonen staat,
 
Thans braken landen leeg, de krijg keert, en de waterwellen
 
Drenken weer 't rijpend zaad.
 
 
 
Maar 't volk, dat voor een waan, der harten eenheid heeft gegeven,
 
Als ons Volk oovral deed,
 
Keert nooit meer tot de weelden van een eigengeërfd leven,
 
Het lijdt verachtlijk leed.
 
 
 
Want ieder volk zal ons, die juichend dienden, toch verachten,
 
Als aller volken 't minst,
 
Wij gaven in elk land de weelden onzer volle krachten,
 
Het was den haters winst.
 
 
 
Niet in een land, dat wint, niet in één land, dat heeft verloren,
 
Wacht ons een kloeker Tijd,
 
Slechts in een eigen Land is een volk vol bestaan beschoren,
 
En trotsche heerlijkheid.
 
 
[pagina 225]
[p. 225]
 
Keer tot u zelven in, gij luide juichers, tot bezinning,
 
Roepe u der volken haat.
 
Niet van één volk de val, en niet van één volk de overwinning
 
Voert ons tot sterker staat.
 
 
 
Maar eenheid aller harten, eenheid van ieder trouw streven:
 
‘Eén Taal, één Volk, één Land’
 
Brengt ons van eeuwen banschap tot een vol, hartstochtelijk leven
 
Een onverbreekbren stand.
 
 
 
Een jaar van oorlog: en nog vindt Vrede geen volk bezonnen
 
Wijl bloed de velden weekt,
 
Welk volk wint of verliest, de oorlog heeft ons Volk overwonnen,
 
Als zijn Eenheid verbreekt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken