Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dichtwerken. Deel 1 (ca. 1880)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dichtwerken. Deel 1
Afbeelding van Dichtwerken. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Dichtwerken. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.89 MB)

Scans (4.15 MB)

ebook (3.63 MB)

XML (0.80 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dichtwerken. Deel 1

(ca. 1880)–Bernard ter Haar–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 345]
[p. 345]

Ophelderingen.

Elvire.

‘Onder dit opschrift heb ik hier gewaagd een zevental Erotische stukjes aan mijne Lezers aan te bieden, welke, met uitzondering van Elvire's Geboortedag (geplaatst in de Tesselschade des jaars 1838), niet vroeger onder de oogen des publieks zijn gebracht. Daar het gemoed des jongelings zich met de meeste getrouwheid in de zangen zijner liefde afspiegelt, kwamen zij mij voor, in deze zangen van vroegeren leeftijd niet te mogen ontbreken; en zoo weinig als ik, op gevorderden leeftijd, bij de herinnering dier liefde, of over den hierin aangeslagen toon behoef te blozen, zoo weinig reden vond ik daarom ze thans terug te houden, - indien althans deze stukjes, beschouwd als proeven van Erotische Poëzie, gerekend mogen worden, niet onwaardig hunne plaats in dezen Dichtbundel te bekleeden. - Voorts verstrekt het mij tot een weemoedig genoegen, hier de gelegenheid te hebben gevonden, om den dierbaren naam, onder Elvire's naam verborgen, voluit te kunnen nederschrijven, dien de wat ver gedreven vrouwelijke zedigheid en kieschheid, bij de eerste uitgave dezer gedichten, schroomde geopenbaard te zien: Johanna Maria Van Woudenberg, geboren 16 Februari 1806 te Culenborg, overleden 18 December 1851 te Amsterdam.’

Ik besloot thans - om het herinneringsoffer, dat ik aan dien naam wensch te brengen, volledig te maken - de beide stukjes: Vadervreugde en Twintig jaren, als twee onvergetelijke tijdpunten uit mijn gelukkig huwelijksleven bezingende, aanstonds hierop te laten volgen.

 

De drie laatste gedichten maken te zamen een klaverblad uit, voor mij en mijne kinderen van weemoedige maar dierbare herinnering. Alleen het derde: Weleer en thans, is in de Aurora van 1853 reeds vroeger geplaatst. De twee eerste had ik wel voor mijne vrienden laten drukken, maar geheel buiten den handel gehouden. Ik geef ze gezamenlijk in mijn derden bundel, omdat zoowel mijn eigen gevoel als dat mijner kinderen geheel onvoldaan zou zijn gebleven, indien zij in eene verzameling van meest al mijne gedichten de hun toekomende plaats niet hadden gevonden. - Ook vrees ik niet, dat het subjectieve van den inhoud al te zeer aan den indruk zal schaden. Zoo de taal des gevoels daarin geuit is, dan mag ik bescheidenlijk hopen, dat deze gereedelijk den weg tot het hart zal vinden.

[pagina 346]
[p. 346]
 
Bl. 334.
 
En gij bloeit nog aan mijn zij',
 
- - - - - - - - - - - -
 
'k Mag op 't hoofd vier kronen dragen:
 
Maar mijn schoonste kroon zijt gij!

Vroeger luidde de laatste regel: Rome's Kerkvorst, gij maar drie. Een mijner beoordeelaars meende daarin een reminiscens van het bekende van Tollens: Griekenland had zeven wijzen, zeven kind'ren hebben wij, te vinden, en oordeelde dat deze speling niet vrij was van valsch vernuft; en daar ik van al wat daarnaar zweemt hoogst afkeerig ben, heb ik niet geaarzeld, dien, gelijk hierboven geschied is, te veranderen.

Bl. 335.
Mij toegezonden na haren dood.

Tot opheldering diene, dat dit Portret, door een verzuim van de zijde des schilders onvoltooid, vele jaren lang in het bezit eener geliefde nabestaande was gebleven. Toen ik, in de eerste dagen van mijnen rouw, het verlangen uitsprak om het weder te bezitten, werd daaraan met al de bereidvaardigheid der liefde voldaan.

 
Bl. 340.
 
Van 't herkennen na 't herleven
 
Sprak ik hier naar 't Godlijk woord.

Toen ik in de Eilandskerk te Amsterdam mijne eerste predikbeurt vervulde, nadat het overschot mijner lieve eerste gade dáár was ter ruste gelegd, sprak ik, naar aanleiding van Joh. XIV:3e, over de hope eener toekomstige hereeniging.

Het uitzicht, bij herhaling in dit lied uitgesproken, van ook dáár mijne grafplaats te vinden is mij geheel ontnomen, sinds men, gelijk elders, ook te Amsterdam heeft opgehouden in de kerken te begraven.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken