Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Joannes en Theagenes. Eene legende uit de apostolische eeuw (1838)

Informatie terzijde

Titelpagina van Joannes en Theagenes. Eene legende uit de apostolische eeuw
Afbeelding van Joannes en Theagenes. Eene legende uit de apostolische eeuwToon afbeelding van titelpagina van Joannes en Theagenes. Eene legende uit de apostolische eeuw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.45 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

legende-mythe-sage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Joannes en Theagenes. Eene legende uit de apostolische eeuw

(1838)–Bernard ter Haar–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

I.

 
- Thans had hij zijn schreden
 
Gerigt naar Smyrna, de achtbre stad,
 
Weleer Homerus bakermat,
 
Weêr 't pronkjuweel der Grieksche steden.

‘Hoe toch de latere geschiedschrijvers aan de wetenschap gekomen zijn, dat Smyrna, de beroemde handelstad van Klein-Azië, het tooneel van den inhoud dezer Zegende geweest zij?’ Zoo vroeg ik langen tijd mij zelven af, daar clemens van Alexandrië wel erkent, dat de stad door sommigen genoemd wordt, maar goed vindt, den naam zelven voor zijne lezers verborgen te houden. Maar eindelijk zie ik, dat de Schrijver van het Alexandrijnsche Chronicon Smyrna als deze stad heeft aangeduid, een gezag, waarin de Autheur van een dichtstuk veilig kan berusten.

[pagina 84]
[p. 84]

- Ik heb haar Homerus bakermat geheeten, niet, omdat ik dit voor onbetwistbaar zeker hield, maar omdat zij onder het aantal steden behoord heeft, welke zich die eer hebben toegekend, en zelfs in hare nabijheid den vreemdeling eene grot aanwees, waar de onsterfelijke dichter zijne onsterfelijke liederen zou hebben opgesteld. In het tijdperk, waarin bartheleny zijnen jeugdigen Anacharsis deze stad laat bezoeken, verkeerde zij in het diepste verval; later, omtrent het begin der Christelijke jaartelling, verhief zij zich weder tot eenen nooit gekenden luister en bloei, waardoor zij al hare vroegere mededingsters overschaduwde.

 
U laat ik als een kostbaar pand,
 
- - - - -
 
Theofilus! dien jongling achter.

Beide de namen van den bisschop en van den jongeling worden in de Overlevering verzwegen. Het stond mij alzoo vrij, dezelve te verdichten. Sommigen, van de vooronderstelling uitgaande, dat Smyrna de in dit verhaal bedoelde stad geweest zij, willen aan Polycarpus, den beroemden leerling en kweekeling van Joannes, als den hier voorkomenden bisschop gedacht hebben. Dat, noch clemens alex., noch eusebius, hem uitdrukkelijk noemt, bewijst (wij belijden het) nog geenszins het tegendeel, daar dit stilzwijgen genoegzaam zou kunnen verklaard worden uit zekeren schroom, om den heiligen Martelaar in een min gunstig licht te doen verschijnen. Maar het mag onze aan-

[pagina 85]
[p. 85]

dacht niet ontgaan, dat de bedoelde bisschop of opziener der gemeente in dit verhaal reeds als een grijsaard voorkomt. Nemen wij thans aan, dat de Apostel Joannes omtrent het jaar 100 der Christelijke jaartelling, of kort daarna, is gestorven, en dat Polycarpus, tijdens de vervolging van Marcus Anrelius, in het jaar 169, als een zes en tachtig jarig grijsaard den marteldood ondergaan heeft, dan is dit verschil in leeftijd te groot, om hetzelve met den inhoud dezes verhaals te kunnen overeenbrengen. Het kon alzoo niet bij mij opkomen, Polycarpus met de rol dezes bisschops te bekleeden. Ja, ik zoude het eene heiligschennis hebben gerekend, zoo wel aan de geschiedenis, als aan zijne nagedachtenis, begaan, alzoo eene vlek te hebben geworpen op het historisch karakter van eenen man, wiens leven en sterven de hooge voortreffelijkheid des Christendoms zóó luide verkondigd heeft.

 
En kroone u met de kroon des levens;
 
Aan Hem getrouw tot in den dood!

Deze woorden zijn hier met opzet gekozen. Zóó toch wordt de verhoogde Heiland zelf, tot de gemeente van Smyrna sprekende, ingevoerd: Openb. II. vs. 10.

 
Mijn kinderkens, bemint elkander!

Het is eene algemeen bekende overlevering, welke ons door hieronymus (ad. Galat. VI.) is medegedeeld: dat de hoogbejaarde Joannes, toen hij reeds digt aan zijn einde

[pagina 86]
[p. 86]

genaderd was, zoodat zijn hoofd op zijne borst lag gezonken, en zijne voeten hem de gewone dienst weigerden, zich door twee jongelingen in de vergadering der Christenen te Efeze dragen liet; en niet meer in staat zijnde, eene aaneengeschakelde redevoering te houden, alleen deze woorden uitsprak: Kinderkens, hebt elkander lief! - Ofschoon de onbedriegelijke zekerheid ook hier moet blijven ontbreken, zoo heeft men toch geoordeeld, de echtheid van dit verhaal naauwelijks te mogen betwijfelen, omdat het zoo geheel de afspiegeling van de inborst en het karakter des edelen Apostels is. Ik wil hierop niets hebben afgedongen; maar voeg alleenlijk er bij, dat hetzelfde ook ten voordeele van den hoofdinhoud dezer Legende pleit.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken