Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 2: Proza (1895)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 2: Proza
Afbeelding van Werken. Deel 2: ProzaToon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 2: Proza

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.10 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.72 MB)

tekstbestand






Editeur

Jozef Vercoullie



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven
visioen(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 2: Proza

(1895)– Hadewijch–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[XXI]

God si uwe minne. Lieve herte, sijt vlitech in godeGa naar margenoot+ende en laet u niet verdrieten, wat soe u ontmoet. Want de tijt es cort ende hier es vele te doene, Ende de loen es groet. Ic en hebbe niet vele gheclaghet, ende ic en wille niet dat ghi moede wert, ochte claghet. Ende pleghet onser minnen ende laetse haers selfs ghebruken. Sijt vroet ende pijnt u te verstane welc de doechde sijn daerGa naar margenoot+men gherechte minne met vercrighetGa naar voetnoot(2). Hebbet ontfermecheit ende en beghevet niemanne ter noet. Den lieden dunct dat hen hare hebbinghe al besech wert ende hare vrede ende al dat si vercrighen moghenGa naar voetnoot(3). Dus hebben se lievere haren vrede dan der andere. Ghi sout u alsoe bloet houden om gode ende alsoe bistierech van alre vremder rasten, dat u nemmermeer dinc te goede werden enGa naar voetnoot(4)Ga naar margenoot+mochte dan god allene. Ende alse dies niet en ware, soe soudi alsoe wee hebben om hem, alse ene vrouwe, die

[pagina 74]
[p. 74]

haers kints niet en can ghenesen. Alsoe eest met hem die minnen: sine connenreGa naar voetnoot(1) ghebruken, ende sine connenreGa naar voetnoot(2) onberen; dus comt dat si vervaren ende verderven. Hier omme eer men lief vercrighet, soe salmen om lief te vriene, alle dinc scone ende wel doen. Te allen dinghen ende te allen lieden, te vremden ende te bekinden omde werdecheit sijns liefs, ende om hoghemare, ende om gode, die sijn lief van hem vernemen salGa naar voetnoot(3); want hi hovech es ende hem wel versteet. Alse hi dan bekint de grote pine ende die sware ellende, die sijn lief dore hem ghedoghet hevet ende dien sconen cost, Seker soe en mach hijs nietGa naar margenoot+laten, hine moet meten met minnen Ende hem selven al weder gheven. hier met vrijt men lief. Alsoe lange alsmen lief niet en hevet, soe hevet ment met dienste van allenGa naar margenoot+dogheden. Mer alsemen liefs selve pleghen sal, soe selen alle die dinghe, daer dienst te voren omme ghedaen was, buten beslotenGa naar voetnoot(4) sijn ende binnen vergheten. Alsmen om minne dient, soe salmen dienst doen, Ende alsmen met minnen liefGa naar voetnoot(5) minnen sal, soe salmen al buten sluten ende minne ghebruken met alden niede, met alden wesene, Ende sijn ghereet te ontfane die sonderlinghe vrochtGa naar voetnoot(6), die lief in minnen can ghewinnen. Daer ieghen selen die cracht altoes ghereet sijn ende alle die aderen, Ende die oghen zelen altoes daer in staren, Ende alle de vloede der

[pagina 75]
[p. 75]

soeter bloedeGa naar voetnoot(1) al in al dore vlotenGa naar voetnoot(2). Dus soude minne in minne leven.

margenoot+
xxi
margenoot+
26b)
voetnoot(2)
vercrighet] C beiaghet.
voetnoot(3)
moghen] B moghen mogen.
voetnoot(4)
en] ontbreekt in A.
margenoot+
tristitia vera
voetnoot(1)
connenre] B connenner niet.
voetnoot(2)
connenre] C moghenre.
voetnoot(3)
die sijn 1. v.h.v.s.] B die sijn in den tekst; sijn 1. v.h.v.s. door een later hand bijgevoegd.
margenoot+
26c)
margenoot+
quando exercetur dilectum
voetnoot(4)
besloten] C ghesloten.
voetnoot(5)
m.m. lief] B lief m.m.
voetnoot(6)
vrocht] C vroetheit.
voetnoot(1)
bloede] C vloede.
voetnoot(2)
vloten] B vloyen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken