Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 2: Proza (1895)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 2: Proza
Afbeelding van Werken. Deel 2: ProzaToon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 2: Proza

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.10 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.72 MB)

tekstbestand






Editeur

Jozef Vercoullie



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven
visioen(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 2: Proza

(1895)– Hadewijch–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[V]

Ic was in assumptie daghe te mettenen inden gheesteGa naar margenoot+op genomen ene corte wile, ende mi worden vertoent die iij. overste hemele daer men af noemt die iij. overste inghele, die trone, die cherubinne, die seraphinne. ende het quam te mi die aer vanden iiij. dieren, die soete SenteGa naar margenoot+iohannes ewangeliste, ende seide: com ende sich die dinghe die ic mensche sach. die hevestu alle ghesien ontploken ende gheheel die ic bi gheliken sach, die hevestu bekint ende wets welc si sijn. Ende metten ghedinckene der spraken die sente iohannes hadde hier na te mi, soe viel ic in mijn aenscijn met enen groten wee. ende dat wee riep over lude: a, a, heilich vrient ende ghewareghe moghentheit, waeromme laetstu donse in vreemden stucken, ende waeromme en doervloecstuseGa naar voetnoot(2) in onse enecheit niet. Ic hebbe minen ghehelen wille noch met u endeGa naar margenoot+minne ende hate met u alse ghi, Want ic en ben noch nu gheen lucifer, Seder dat ghi mi anderwerf sekerheit daedt, alse die gene doen die nu lucifer sijn, ende willen dat hem goet ende gracie gescie, dies niet en hebben in levene noch in werken noch in dienste, ende die haren arbeit willen verderven ende gratien willen ghebruken endeGa naar margenoot+verheffen hem, om dat ghi hem i. luttel tonet uwer goetheit, soe willen sijt vore recht hebben ende die vallen van uwer hemelscher eren. dat hebdi mi ghedaen weten.

[pagina 140]
[p. 140]

Ga naar margenoot+Hier ane mesdede ic hierGa naar voetnoot(1) vore ane levende ende ane doede, die ic met begherten voreGa naar voetnoot(2) recht verledeghen woude uter purgatorien endeGa naar voetnoot(3) uter hillen. mer des sijt ghebenedijt: ghi dadet van hem vieren sonder uwe abolgeGa naar margenoot+te mi onder levende ende dode die doe ter hillen behoerden. dat verdroech uwe gotheitGa naar voetnoot(4) mire ombekinecheit ende mire ombesetter begherten, ende diere ongebondender caritaten, die ghi mi in u ten menschen gaeft, ende ic noch doe nietGa naar voetnoot(5) en bekinde uwe volcomene gherechtecheit. In desen vielic ende waert lucifer in dat dat ic ditGa naar voetnoot(6) niet en bekinde alne mesviel mi in u niet. datGa naar voetnoot(7) was die ene sake daer ic omme viel onder de menschen, dat ic hem onbekint bleef ende si mi wreet. Ic woude bi minnen onthouden levende ende dode ute alre nederheit van onthopene, van meswerkene, ende dede hare pine minderen, ende helsche dode in purgatorien senden ende levende helsche in hemelschen rade bringhen. dit verdroech mi uwe goetheit, ende toende mi dat ic hier omme aldus ware gevallen onder dat volc. Doe ghi mi selven in u selven naemt, ende daed mi weten hoe ghedaen ghi sijt ende haet ende mint in enen wesene, doe bleef mi bekint hoe ic al met u soudeGa naar margenoot+haten ende minnen ende in allen wesene sijn. Hier bi datGa naar margenoot+ic dit weet, soe eysch ic u dat ghi donse geheel maectGa naar voetnoot(8) met ons. Ende die opten troen sat inden hemel seide te

[pagina 141]
[p. 141]

mi: Dese iij. trone benic in iij. persone, troen, mensche, cerubin, heilich gheest, seraphin in mijn ghebruken, daer ic al ben. Ende hi nam mi op buten den geeste in dat overste ghebruken van wondere sonder redene; daer ghebruuct icGa naar voetnoot(1) syns als ic eweleke sal. die ure was cort ende als ic te mi selven quam, doe dede hi mi weder inden geeste, ende seide te mi aldus: alse duus nu ghebrukets, saltuusGa naar voetnoot(2) eweleke ghebruken. Ende iohannes seide te mi: ganc te dijnre bordenen, ende god sal sine oude wondere in di vernuwen. ende ic quam weder in mijn leet met meneghen grooten wee.

margenoot+
v.
margenoot+
equaliterGa naar voetnoot(1) Johannis ewangeliste secundum revelationem etc.
voetnoot(1)
er wordt wel bedoeld aquila: dus slecht afgeschreven?
voetnoot(2)
doervloecstuse] C doervloeystu.
margenoot+
lucifer est qui
margenoot+
47d,
margenoot+
orando peccavit
voetnoot(1)
hier] ontbreekt in B.
voetnoot(2)
vore] B van.
voetnoot(3)
ende] ontbreekt in B.
margenoot+
4 liberavit et hoc fecitdesid erium etc.
voetnoot(4)
gotheit] B goetheit (e later tusschengevoegd), C goetheit.
voetnoot(5)
doe niet] C niet doen.
voetnoot(6)
dit] ontbreekt in B.
voetnoot(7)
dat] C dit.
margenoot+
odire
margenoot+
48a)
voetnoot(8)
geheel maect] A laet wesen met verwijzing naar den bovenrand waar staat geheel maect.
voetnoot(1)
ghebruuct ic] C ghebroekic.
voetnoot(2)
saltuus] B saltu.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken