Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 3: Inleiding, varianten, errata (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 3: Inleiding, varianten, errata
Afbeelding van Werken. Deel 3: Inleiding, varianten, errataToon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 3: Inleiding, varianten, errata

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.74 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Editeurs

Charles Ruelens

Jozef Vercoullie



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 3: Inleiding, varianten, errata

(1905)– Hadewijch–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina XCVII]
[p. XCVII]

Varianten van C op de Gedichten
(ed. Heremans en Ledeganck)

I.

Blz. 3 titel : pm capm Ritmata haywigis
v. 2 : die nachte
5 : Schiere sal...
7 : brinct
12 : Om
Blz. 4 v. 14 : dore die
16 : an
26 : tghelucke wel
32 : teghen
37 : ie tussengevoegd
39 : hare vri
Blz. 5 v. 41 : jonghe
55 : rechte
62 : hare
66 : dies clene (s tussengevoegd)
Blz. 6 v. 73 : Hij Salomon
74 : en ondersoeken
77 : Hogher
82 : Die ter
86 : god wel vele boven
Blz. 7 v. 97 : moet
100 : benedie

II.

Blz. 8 v. 4 : Bempt
11 : aen
14 : boven ontbreekt
Blz. 9 v. 20 : doghet
21 : draeght
23 : alleen
28 : Soe
30 : swaer
33 : smaect hi bettere (t met ander inkt tussengevoegd)
36 : ghebrukene
37 : om ghebruken
Blz. 10 v. 47 : In toe in groten wenene
49 : hertracht
53 : onverwonnen
54 : minnen
57 : ic blide plach bi
61 : ic tussengevoegd
65 : in toe
67 : wondre
Blz. 11 v. 75 : claghe
80 : vri

[pagina XCVIII]
[p. XCVIII]

Blz. 11 v. 84 : alle
85 : hare
87 : hare
92 : uten dorne
94 : toeverlaet
97 : heeft
Blz. 12 v. 100 : Refrein: die...ommevaen
101 : Hi moet scouwen alle die

III.

Blz. 13 v. 4 : Die te
8 : waer
9 : nie met mi en
12 : mijn bi
15 : metenen(boven met staat bi in ander inlit)
17 : Des...uut
18 : vri
Blz. 14 v. 20 : mocht
21 : Wat
25 : dan ware
26 : dore
27 : in toe
28 : gode
33 : mijn
34 : Alse
35 : dede hi hiete
38 : Gheeft die
39 : gheeft
43 : gheeft
Blz. 15 v. 46 : deus(e in anderinkt tussengevoegd)
49 : haer
50 : vore
51 : yoyen
55 : wordet dweder
59 : proeft
64 : hyet
67 : iet hadde te bat
69 : Alle mijn
Blz. 15 v. 70 : gheven staet
Blz. 16 v. 73 : illustratie ontbreekt

IV.

Blz. 17 v. 3 : voeghen (e met ander inkt tussengevoegd)
6 : Dat es
13 : ghevet
14 : trouwe
17 : diet(t in ander inkt)
18 : scilentie
Blz. 18 v. 19 : stille ende
20 : troeste
21 : teghen
24 : Verstaet ende merct
28 en 29 : Ocht
80 : min
31 : esser
32 : hulpet
34 : Als
41 : U
42 : uus liefs
Blz. 19 v. 44 : U
47 : dore
51 : Hoe wel dat hem dat

V.

Blz. 20 v. 1 : ende die
3 : dore
10 : weghen
12 : te ontfane
Blz. 21 v. 16 : Als
21 : onghenoemder
24 : Hare
37 : vertoghet
38 : selc

VI.

Blz. 23 v. 1 : marte
2 : dinghen
9 : hare

[pagina XCIX]
[p. XCIX]

Blz. 23 v. 15 : ernst
16 : dienen dore
Blz. 24 v. 22 : Hare selve...nieman
37 : ioghet
41 : doghet
Blz. 25 v. 48 : voghet
49 : vindic
50 : uut
52 : Dat ic soecte
54 : dolic
64 : ghenoechte
Blz. 26 v. 76 : hare
79 : als
83 : hare
84 : Om sueticheit uwer natueren
85 : bande

VII.

Blz. 27 titel : vij capm
v. 3 : brenghen
5 : om
6 : levenē (ē geexpunctueerd)
13 : waer
18 : So haddi luttel
Blz. 28 v. 22 : maect
24 : minne nuwe in
29 : O wij
30 : vore...versaghet
31 : leeft
32 : in cleyen
35 : in nuwe
36 : minner minnen
42 : oerwoede
Blz. 29 v. 48 : nuwe al (al is tussengevoegd)
56 : hare
57 : alse nuwe hen
58 : als
60 : nuwen moede
Blz 30 v. 66 : Noch dan
74 : nuwen
85 : scouwen
88 : dit vers ontbreekt in C

VIII.

Blz. 31 titel : IX (cf. infra XX)
v. 3 : hare
4 : onsteet
15 : Ocht si hen
19 : sijnt (t is bijgevoegd)
Blz. 32 v. 23 : ende
24 : Die gheeft
27 : blijft
29 : heeft
30 : hare
32 : scieren
39 : Dats...scieren
40 : ghiften
Blz. 33 v. 52 : ende hoghe daet
64 : Soudsi
72 : ware...lieve so dore
Blz. 34 v. 73 : dore

79-80:

Die hoghe matherie daer af werdt minne

Van yersten gheboren

89-90:

Daer en es redenne te waer

Noch werc te swaer

Ende al nuwe ghereet

(stellig maken deze drie verzen er maar twee uit, hetzij men scheide na waer of na swaer)

91:

Die vroech hare claer

Hebben openbaer

[pagina C]
[p. C]

IX.

Blz. 35 titel : X.
v. 1 : ghesonghen
5 : ghenesen
7 : si hebbenne
tussen v. 8 en v. 9 heeft C als 9e v. van de 1e strophe:
Dat machmen dan an hen wel horen
10 : Hare...hare...vergaen
15 : ontfaen
16 : heeft
Blz. 36 v. 21 : ontsien
24 : ghere
34 : vore minne nie pine en o.
41 : oesten
42 : westen al ware in mijnre
44 : mijn
N.B. Het stuk telt dus 5 × 9 = 45 verzen.

X.

Blz. 37 titel : XJ capm
v. 1 : En es
2 : dats
6 : Beide
12 : minne
Blz. 38 v. 21 : heeft
29 : claghic
37 : vore
41 : aen
43 : beent
Blz. 39 v. 47 : die ic
52 : heeft
53 : hare
55 : Dat (Ende ontbreekt in C)
56 : verstolen
58 : Omme
Blz. 39 v. 60 : vernoyet
66 : So waren
67 : omme dat
71 : neder
Blz. 40 v. 80 : wonden
83 : hi
100 : vore

XI.

Blz. 41 titel : XIJ
v. 5 : bloeit
6 : bloemen
7 : dwort dore
9 : vrienscap al dorek.
11 : soete
17 : meneghenvremden vaer (lees in plaats van uren den ed. Heremans, vrenden. Cf. nog blz. 63, v. 82)
Blz. 42 v. 24 : Daer minne die lieve
29 : maent der
30 : sinne
32 : heeft. - In C komt v. 33 vóór v. 32; tussen v. 34 en v. 35 komt het v.;

Eer hi met minnen al dorevaert; en v. 38 en v. 39 maken er maar één uit.

43 : Als
Blz. 43 v. 50 : Om
54 : dore
56 : In...daer minnen
57 : Ende met vriende minnen hare v.
58 : wondre vore haren
59 : Dat blijft
64 : hare moghen minne
68 : dan in C tussengevoegd

[pagina CI]
[p. CI]

XII.

Blz. 44 titel : XIIJ
v. 6 : dore
7 : levic
8 : droevere
11 : levede ic
12 : doene
14 : mi minne hare
15 : hare
Blz. 45 v. 17 : waer
18 : trouwen
32 : Dillustratie
40 : Ocht
Blz. 46 v. 43 : dicwille
45 : der minnen danc
50 : Du mij (het getal 50 staat in Heremans een regel te hoog)
61 : ter
62 : Vore...gheen
64 : dore...hare
65 : Scoet (cf. Heremans, blz. 56, v. 37).

XIII.

Blz. 47 titel : XIIIJ
v. 2 : voghel
4 : hare bliscap
5 : So heeft die
7 : edel
13 : tiden als
17 : ocht...ocht
18 : dreeft vore
Blz. 48 v. 26 : hare
33 : licht....sware
35 : o. hier s.
36 : Vore
37 : dier es luttel die om
42 : hare
Blz. 49 v. 44 : blijft verloren
45 : heeft
Blz. 49 v. 51 : salveerne feesteren
52 : Hare...cortere
57 : inne baseren
58 : segghe hen
63 : hare
Blz. 50 v. 69 : nied
73 : dorewaden
78 : Blijft hare

XIV.

Blz. 51 titel : XV
Blz. 52 v. 17 : hare
19 : sware
20 : vare
29 : Als..hare
30 : beroeven
37 : Dit
38 : wel ontbreekt in C
39 : sware
40 : hare....went
41 : hare an
42 : vare
Blz. 53 v. 45 : dunct hare
48 : Hare
50 : al
51 : begherte
59 : Vore
67 : hare
Blz. 54 v. 84 : hen te hare
86 : nied
N.B. De getallen 50, 60, 70 en 80 staan in Heremans een regel te laag.

XV.

Blz. 55 titel : XVJ
v. 15 : Si sijn
Blz. 56 v. 17 : ocht
22 en 24 : moet
25 : staet
43 : Tonetse
Blz. 57: 44 : Hare (4 maal)
45 : hare omghinc
49 : ane hare
51 : heeft

[pagina CII]
[p. CII]

Blz. 57 v. 52 : hadde
55 : ontbite
60 : heeft
64 : al wel
66 : arch ocht si
70 : minnen orsaten
Blz. 58 v. 73 : Verliesic oaht
74 : Hare scout noch
77 : mine sinne
80 : ghewen
87 : Als ie
90 : Dore hare
96 : verstolen
Blz. 59 v.100 : diere
103 : blijft

XVI.

Blz. 60 titel : XVIJ
v. 4 : die asel
9 : vint in der
14 : achten heeft
15 : die de wijdde
17 : anden
Blz. 61 v. 26 : al hevet op al g.
29 : onthopenden
32 : leeft
33 : Ontfarmt
35 : Och
38 : swerke (s bijgevoegd)
42 : storvic...wanconde
Blz. 62 v. 52 : Doen deedsa mi haesselen
53 : bloyen vroech
56 : alle met al versciet
57 : achtic
62 : dolen
63 : deemsterheid ende in
64 : in minne gave minne
65 : Hare ghewareghe
66 : custe alendeghe
67 : liet
Blz. 63 v. 69 : Ende so en ware gheen hoghe in een waen
70 : waer...dat het
74 : Heeft
75 : heeft
76 : Omme
77 : Eert
78 : Smaect...bitteren
79 : hare
82 : ghene vremde (ook zo in A en B, en niet uren de)

XVII.

Blz. 64 titel : XVIIJ
v. 6 : om
11 : hare
Blz. 65 v. 22 : tide
23 : vint
27 : verstolen

XVIII.

Blz. 66 titel : XIX
v. 6 : vore
10 : heeft
Blz. 67 v. 28 : redenne dore licht alle der
30 : hoechter
31 : segghenne
42 : ghebrukenne
Blz. 68 v. 50 : wondre
51 : wondre...mach
55 : Daer es int verwinnen kinnen
59 : docht
60 : heeft
66 : Begavic alle vremde rouwen
70 : ommevaen
Blz. 69 v. 73 : crach
77 : groten
81 : si al met hare

[pagina CIII]
[p. CIII]

Blz. 69 v. 82 : redenne die sterke spoet
91 : sonder moet (spoet met ander inkt boven moet)
93 : heeft

XIX.

Blz. 70 titel : XX
v. 2 : moet
9 : gherne altoes
Blz. 71 v. 17 : leeft
26 : es minne
28 : ghenoeghen
30 : Alsi can
33 : omme minne es haeste
35 : omme va
37 : ay edele...mogdi
41 : materie bliscap
Blz. 72 v. 43 : ocht
45 : wes
46 : Ocht
49 : orcont
50 : mindre
51 : hoechsten werke
52 : edelste
53 : al sterke
57 : hare clare
58 : Als
61 : dus effenne haer lieve
62 : Ende minne der
65 : ghene
Blz. 73 v. 76 : ghesmake mijns

XX.

Blz. 74 titel : VIIJ (Dit stuk staat dus in C tussen VII en VIII van A en B)
v. 3 : dienste
4 : soudi
Blz. 74 v. 12 : ints vaders
15 : ontfermherticheit
16 : die minnare
Blz. 75 v. 19 : alle werc sonder
21 : sin
23 : hine faelgeert...sinnen
25 : der
30 : als
33 : gereken
34 : Dunct hem dat hem
37 : Vercrijchtmen
39 : hem bedroeft
40 : hare
41 : wilt hi
Blz. 76 v. 43 : minne wilt
45 : heet
46 : hare

XXI.

Blz. 77 v. 9 : Ocht ic scietere
11 : om
14 : also het
Blz. 78 v. 19 : Oec moet hi (Dit vers is het eerste van de 3e strophe)
20 : hogheste hoghe
23 : Dat es die
24 : ende niet
25 : hoghede
29 : haer sueticheit
31 : oetmoede
36 : noyt
41 : moete
Blz. 79 v. 42 : met worden
47 : volghen
49 : ierst...caen
De verzen 46-49 zijn zóó te schikken:
Ic gheve...nu ende altoes
Die wille volghe...wee gh sciet
Ic waende...ierst coes
Ic leide...ghevolgen niet
v. 54 : meynen
63 : blijft

[pagina CIV]
[p. CIV]

Blz. 79 v. 65 : hebbic
67 : dienne
Blz. 80 v. 69 : holpe
75 : rade hen dat sijs niet
83 : gheeft
86 : temen

XXII.

Blz 81 v. 3 : die cracht
4 : kinnets
7 : willic
8 : dore die
14 : hogher minnen kinne (boven minnen staat trouwe)
Blz. 82 v. 16 : brinct
17 : En heeft forme sake
22 : minnen claghic
23 : altoes haer
24 : ghebiedet...stillekine
26 : Hets een w.
29 : Soe wrede woillustratiestine wert nie ghescapen (de u boven de o en de slot-e van woestine in ander inkt)
32 : haerre
33 : als
34 : blijft
36 : Spardic
Blz. 83 v. 39 : verwonnic meer so groten
41 : gheeft
42 : ic in
45 : te wriven
46 : van minnen (te en van in ander inkt tussengevoegd)
Blz. 83 v. 47 : Ic sal...trect
52 : ye leidde so
53 : met selken wreden
54 : hebbere
55 : In weet ocht
57 : clene
58 : heeft...scene
60 : ander
61 : heeft
62 : hare
Blz. 84 v. 65 : nu mi selven mijn
67 : ghewout
70 : hulpet ic
72 : es ende dat menschen
73 : die liede

XXIII.

Blz. 85 v. 1 : gheeft
tussen 6 en 7 : Ende blent sijn van binnen
9, 19, 29, 49, 69 en 79 : moet
13 : ghehereghe leer
Blz. 86 v. 15 : verwinnen
21 : noet groet
40 : dore
Blz. 87 v. 45 : alle
51 : Ic hadden
64 : iet anders bevale
65 : nemic vore
67 : hevet
Blz. 88 v. 82 : die minne versumen
83 : gheeft
84 : ware claer
85 : constumen
88 : gaden
Tussen de 9e en de 10e strophe van A en B heeft C de volgende strophe:
Ic hebbe langhe ghetoent rouwe Hets recht dat mi minne trouwe Mi berout dicke dat ic moet leven Ic hebbe in minnen trouwe bescout

[pagina CV]
[p. CV]

Dat ic niet en bescouwe ghetrout
Vore minne dats mi groet sneven
Doch willic mi gheheel hare gheven
Ende met toeverlate an hare al cleven
Sine sal mi niet ontspaden
Nu moete ons god beraden.
Blz. 88 v. 93 : wrachte sterc
96 : oerewoede
Blz. 89 v. 99 : moete
100 : te gherne.

XXIV.

Blz. 90 v. 8 : laghen neder
9 : Also moet hem
Blz. 91 v. 21 : gheraden
23 : waghen
26 : staghen
30 : maecht
31 : Dat es die
33 : ghevaen
39 : openbaer
40 : der minnen sal
42 : heeft
Vers 44 uit Heremans is zó te stellen:
44 : Si doet mi
45 : Sijns (C mijns) selfsonvri
46 : Altoes ane (C an) minen danc
en het stuk telt 9 × 10 verzen.
Blz. 92 v. 46 : selves
61 : openbare
62 : Ocht
Blz. 93 v. 84 : Om dat

XXV.

Blz. 94 v. 4 : om
6 : Om te suetenne
8 : ceste claghen
13 : ocht
15 : Hem en mach anders werden niet
Blz. 94 v. 16 : Dan in
Blz. 95 v. 21 : vander
29 : gherechte...prosent
34 : dien
37 : Al sine met wondre
40 : Met nuwen
42 : si hevet
Blz. 96 v. 46 : al mine
47 : wetse redenne die hare (t veranderd uit c)
49 : redenne ghenoechte ontseghet
52 : hare clare
54 : hare
57 : hare
58 : verlaetse
61 : met lieve so lief
63 : Ende lief
68 : minne
69 : te slach
70 : Daer men lief lief dan lief
Blz. 97 v. 73 : Wat visikere salse dan
76 : hare
78 : soudi noch
87 : Diene...ane
88 : Sich hier besitte dat

Waarschijnlijk ontbreken tussen 88 en 89 twee verzen met de rijmen b en c.

90 : Om te versoenenne die veede
91 : Kinnen

XXVI.

Blz. 98 v. 4 : mi te verre
5 : ane u steet
7 is te splitsen:
Dat es wel recht

[pagina CVI]
[p. CVI]

Miere herten licht, dus in alles 7 × 12 verzen

Blz. 98 v. 12 : mi iet lief
Blz. 99 v. 17 : ware vore u
26 : om
27 : Als
28 : wondre
29 : affeleerde
31 : ghchte
36 : al
43 : haer
Blz. 100 v.48 : Maer
50 : ane
53 : si hen also op
57 : An anxt
61 : Ja ende dan (ende met ander inkt tussengevoegd)
69 : hare
Blz. 101 v. 73 : si hen
75 : Ocht men hiere in minnen genoech doet (i van hiere geëxpunctueerd en a er boven).
78 : Ende doetse
79 : alle
85 : minnen
89 : recht

XXVII.

Blz. 102 v. 3 : voghele
8 : soude sijn
9 : gheclaecht
Blz. 103 v.26 : Dien de minne
28 : moet geschrapt, dus 7 × 10 verzen
30 : oude
32 : kennic
33 : pleghet
39 : gheeft
Blz. 104 v.47 : Alsic
49 : die coste
52 : dorpre
54 : ochte
Blz.104 v. 56 : als
58 : nu sal
Blz. 105 v.69 : no doot
71 : diepere
73 : dat mine

XXVIII.

Blz. 106 v. 3 : So selen
10 : allen sinnen
Blz. 107 v.15 : die staercste
23 : nieman
26 : wreet
34 : hare
38 : soete es soer (te met ander inkt tussengevoegd)
39 : gheboer
40 : brenct
Blz. 108 v.43 : maect
44 : heyelt
46 : weghe cont
51 : scolen
53 : dolen
57 : Si maectene
63 : Och
64 : Si bidden hare
Blz. 109 v.67 : pensen het mach wesen
71 : De sin
74 : vonnessen.

XXIX.

Blz. 110 v. 6 : Werdet
13 : bennic
16 : volmaket es
Blz. 111 v.17 : syn doen
18 : ghenoecht vore
23 : Wat
28 : leven so wat dat si
32 : En werdt
38 : leeu
41 : anebeghinne
Blz. 112 v.50 : was an
62 : parabilen

[pagina CVII]
[p. CVII]

Blz. 112 v. 70 : Dan mi werde dat god versiet
Blz. 113 v.72 : het dede
75 : wrachte sterkere
78 : ionghelijnc
83 : ede1 minne uut (1 met ander inkt tussengevoegd)
90 : Dat
96 : marien...prosent
Blz 114 v 97 : ghesindet wert
100 : vindet gheciert in brulecht
107 : sacramenten waren bi
109 : maechs
113 : hare
117 : So wert u herte
122 : Al

De getallen 90, 100, 110 en 120 staan in Heremans een regel te laag.

XXX.

Blz. 115 v. 1 : tide
9 : Dies
12 : moet doghen
14 : ofte
16 : hare
17 : Verliesic ofte
18 : haer
Blz 116 v.24 : Om
29 : ane hem
30 : ierst bracht.
31 : minnen
35 : Alsic
36 : So rau
39 : al
43 : int ierste die
Blz 117 v.46 : als
54 : den
57 : Alsic
63 : gherede
66 : Doch leerde
Blz. 118 v.70 : al gheheel
71 : in
76 : mijnre
77 : gheel
78 : heeft
80 : ghebruken
85 : allen die minnen
87 : moeten bekinnen
90 : Leecht

XXXI.

Blz. 119 v. 2 : minen
3 : harer...crachte
4 : materie (er boven met ander inkt nature)
6 : gheslachte
7 : wil
8 : So werpt
11 : alle die
13 : Alsic...ghenade
Blz. 120 v.19 : Alsi mi
21 : minnen biddic
23 : toene
24 : twivele
28 : liet te ontbintdene
32 : merren beiden
36 : verliese ende groet
37 : radt
42 : Die meinic
Blz. 121 v.45 : om
53 : Den vreden dien
58 : ontsien cost noch scade

XXXII.

Blz. 122 v. 1 : Tsaermeer
7 : hare en eysic
10 : Als
11 : Des souden saen hen
16 : God...te clenen

[pagina CVIII]
[p. CVIII]

Blz. 123 v.18 : ontsien ghene
20 : Om
21 : Ende eest tsake
24 : rechter
26 : si ghevet ghereet
27 : ierst smaken
29 : haer
30 : dore
34 : om
35 : Hi maecte hare herte
38 : Wat men
Blz. 124 v.45 : An...diere
48 : Het staet altoes
51 : dorewaet (er boven met ander inkt doervaert)
56 : dore
57 : enneghe
62 : af bliven
64 : Eer si
66 : blijft
Blz. 125 v.70 : avontuere
75 : hare
77 : om
80 : wondre

XXXIII.

Blz. 126 v. 3 : moeten
4 : Het es
7 : Dat hine
8 : Vore minne
9 : vor
11 : hem zere
14 : harere
15 : sparen ghene
Blz. 127 v.19 : Als ane
24 : in nuwen sade
26 : Dat es
27 : Als
29 : Dats...menne
30 : op so eest een
33 : macht (er boven met ander inkt maect)
Blz.127 v.36 : gheeft
37 : maecht (er boven met ander inkt maect)
Blz.128 v. 45 : Soe doetse
51 : voren
52 : wonen
53 : verlichtenne hebdt (d in ander inkt)
56 : verslende

XXXIV.

Blz. 129 v.10 : Sijn der der...hare
Blz. 130 v.20 : dunken soustu
22 : Dien minne gheeft
26 : dore
31 : gheeft
35 : blijft
87 : minne doregaen
39 : een met hare
Blz. 131 v.58 : Berout mi sere dat es
61 : die minne
62 : Ochtic so
66 : dambacht datsi...heet
Blz. 132 v.73 : Hiertoe manic alle die
76 : hare...hare
77 : hare

XXXV.

Blz. 133 v.13 : Als
Blz. 134 v.21 : wets
22 : voert ane
23 : niet na gheen gheval
24 : Sider (er boven met ander inkt sint)
25 : der minnen
27 : mi met
29 : hare

[pagina CVIX]
[p. CVIX]

Blz. 134 v.34 : heeft mi al
36 : een
38 : ane
Blz. 135 v.43 : om
45 : heeft
46 : In can
52 : u scout
53 : ghemint
57 : als
60 : miere
63 : gheeft
65 : heeft mi recht loes
66 : wiene
68 : om
Blz. 136 v.69 : hare
70 : ocht
71 : Ic bidde...gheve
73 : u ghenoeghen
76 : ocht

XXXVI.

Blz. 137 v. 1 : dat diaer
7 : ochte bate
Blz. 138 v.28 : heeft
30 moet komen na 31.
32 : siere
34 : sijn
37 : met (er boven met ander inkt boven)
43 : alle
Blz. 139 v.45 : minnen
53 : om
57 : edel
59 : anesiet u
62 : Om...ghebrukene...scone
64 : gheen
Blz. 140 v.76 : blijft
82 : omme
83 : hadt (er boven met ander inkt daedt)
92 : Alsic
94 : vore
95 : gheeft
Blz. 140 v. 96 : hem
98 : Heeft wel ghewout
Blz. 141 v.100 : hare
103 : maket
104 : Doet si
112 : Als
118 : hise niet en
123 : ic en
Blz. 142 v.127 : hanghe
131 : ommevanghe
133 : moet god die
136 : dore waden
141 : Aldus houtse min ne
146 : om
148 en 149 maken maar een vers uit

De getallen 40, 50, 60, 70, 80, 90, 100 slaan in Heremans één regel, en de getallen 110, 120, 130, 140 twee regels te laag.

XXXVII.

Blz. 143 v. 3 : ..tiere
6 : voghele
9 : dancke
10 : met al
13 : Nu doet
15 : droeft...claecht
Blz. 141 v.17 : als
20 : gheeft...alle
24 : blijft
26 : u gheven
30 : stercken
32 : Hare...hare
33 : moet...benedien
34 : hi late
35 : Ic en...wondre noch hare loesien
38 : Gheeft mi dore
39 : dore
Blz. 145 v.47 : ane
48 : pleecht uus liefs
54 : grote...rike
55 : al

[pagina CX]
[p. CX]

XXXVIII.

Blz. 446 v. 1 : Als
9 : O et bloyen
10 : clene es an
11 : vele ter
13 : maect
Blz. 147 v.19 : vore hare
21 : als
22 : Smaken
23 : Wat so
26 : verswaert
27 : gheeft
28 : wondere sonder ghetal
30 : Als...hout
32 : ic
35 : hebdt
37 : Den selken
42 : wonders wonder (boven dit met ander inkt werke)
44 : Alsic
Blz. 148 v.47 : hare
51 : alle den
60 : hare

XXXIX.

B z. 150 v.21 : therte
28 : dus ghedane
30 : effenne
36 : gheweghe
37 : Onnere
43 : minne
Blz. 151 v.46 : minne
55 : ic in minnen
Blz 152 v.79 : Want so wat
83 : ghesciede daer
86 : slaghe eer minne
89 : welc
91 : minne
93 : hire

XL.

Blz. 153 v. 7 : minnen
11 en 15 : minne
Blz. 154 v.20 : vremden
23 : och
24 : ocht
26 : kempe
33 : minne
36 : Vort hi
Blz. 155 v.53 : ende met ander inkt tussengevoegd

XLI.

Blz. 156 v. 8 : niene
Blz. 157 v.23 : verdreven
24 : ghefdi
26 : comt
32 : macht
33 : alendeghen
Blz. 158 v.46 : vol met ander inkt tussengevoegd
64 : meer bi

XLII.

Blz. 159 v. 4 : es ons een ontwivelec, waarboven onverwinlec met ander inkt tussengevoegd
11 : verderven
14 : waar zal
18 : vertrect
Blz. 160 v.21 : in nuwen
26 : ghetoghen
29 : dinne
30 : Die vet werden daer inne
37 : meneghe
39 : El al
40 : volstaet
41 : niene weert
43 : voeden
Blz. 161 v.56 en 57 : der minnen

[pagina CXI]
[p. CXI]

XLIII.

Blz. 162 v. 4 : baer
5 : meneghe vare
Blz. 163 v.30 : u met ander inkt tussengevoegd
31 : u ontbreekt
Blz. 164 v.49 : Ic woude in
52 : vore met ander inkt tussengevoegd
61 : ghelijc in crach
Blz. 165 v.74 : seet
84 : scachte
90 : minne
92 en 93 : minne om minne
Blz. 166 v.99 : minne
103 : in met ander inkt tussengevoegd hopen ute haere

XLIV.

Blz. 167 v. 1 : die vrochten
4 : de s van dies en v. 5 hi met ander inkt tussengevoegd
9 : menschen
11 : pinen
12 : minne
15 : die vremde
Blz. 168 v.40 : wel met ander inkt tussengevoegd
42 : sparen met ander inkt tussengevoegd
Blz. 169 v.46 : midus vremde
51 : iachte
54 : waert

XLV.

Blz. 170 v.13 : minne
14 : icts met s in ander inkt tussengevoegd
Blz. 170 v.15 : iert
Blz. 171 v.22 : om minne dies mi meest
24 : vrouwe ende
26 : Ane wie ic(met hoe in ander inkt boven wie)
40 : Unde mori. Amen.

Mengeldichten

I.

Blz. 175 v. 1 : van mijnre
Blz. 176 v.16 : Alse te
17 : Die minne
19 : in niet
20 : besiet
31 en 32 : minne
33 : menegherhande
34 : scieren
37 : dat es
Blz. 177 v.49 : Dat hi heeft moet
50 : op leven
66 : Dan dademen
Blz. 178 v.74 : herde
76 : Ic pense
78 : Daer sijn ghewijn
82 : minne
88 : der stat
91 : Ende es
Blz. 179 v.97 : weet wat hem
105 : ict prise
111 : segghic
112 : minne
113 : men ghi
114 : in scaec...in mat
116 : int wesen
118 : u vele af
121 : nemp op
Blz. 180 v.129 : luttel
131 : behaechlijcheit
134 : hopenden werken
136 : enghene aerbeide
145-6 : onghehoert :: becoert

[pagina CXII]
[p. CXII]

Blz. 181 v. 156 : houtene...minne
157 : clene
158 : houttene
179 : Die
182 : lasten
Blz. 182 v.185 : hire
204 : mach dueren diese
Blz. 183 v.216 : die minne
219 : dien die mint
Blz. 184 v.250 : loen
256 : noch ghewin
257 : tsuere als tsoete
259 : In goede toent minne ghenuechte
269 : scieren
270 : die weghe
Blz. 185 v.277-8 weelde :: seelde
285 : dus mach hi

II.

Blz. 186 v.16 : sterke
Blz. 188 v.64 : den diepen
189 v. 82 : die starcst
92 : vrome of scade
93 : onderscedenheit....minne.
95 : Si es overvloedich ende haer ambach ten.

III.

Blz 191 v. 1 : minnen
4 : kerken
7 : weghe
8 : minne met minnen wint
Blz. 192 v.24 : worde
32 : Ende waest
33 : moeder
40 : minne
41 : Dus doet
43 : vrochten
Blz. 192 v.46 : minne
51 : gheestegher minnen
56 : ene met minnen
58 : minnen van gheestegher
62 : saghene
70 : minne
73 : woerde
Blz. 193 v.75 : minne
76 : minnen
81 : die minne
85 : liete bewerden
92 : euffenen
Blz. 194 v. 107, 108 en 112 : minne
110 : sijn
114 : Des oversten gerochs inde diepste
116 : hevet selc sint so
120 : ghenoechte...sticken
122 : gheriven
129 : minnenden
130 : minne
Blz.195 v.132 : mijnre nederheden
136 : minne
139 : Ende doredole die weghe
142 : nu doet

IV.

Blz. 196 v. 1 : alre doghet
2 : minnen
13 : merken
Blz.197 v. 31 : ghesciert..schiert
44 : minnen
46 : gheleisten
Blz.198 v. 48 : scuwenne...minne
53 : selt niet
56 : segghet der
63 : te goeden
68 : Ende en
69 : dinghe

[pagina CXIII]
[p. CXIII]

Blz.198 v. 70 : vanrecreatien creaturen
72 : altoes voedet
73 : minne niene vinde
77 : nature
Blz. 199 v.82 : el dat minne bekinnen
85 : altoes nuwen
98 : Ende hare vonnesse
105 : hout u drievuldicheit

V.

Blz. 200 v. 2 : maken
3 : bi al doghen
5 : selve es wert
14 : souden
Blz. 201 v.19 : berrenden
37 : die minne

VI.

Blz. 202 v. 1 : uwe
Blz. 203 v.18 en 22 : minne
20 : beraet
28 : dat ghi iet
30 : die ghene
34 : u...scouwen

VII.

(Is in A, B en C één met VI.)

Blz. 204, v. 3 : alle vremde sorghe
4 : die minne
6 : ghedaen hi es in sijnre
8 : bi mi iet te meer
14 : moet u die
16 : sijn edele
tussen v. 16 en 17:
Verheffen indie edeheit (sic) sijne natuere
Ende in sijn minne moeten vueren
Blz. 204 v. 17 : Die...moeten
Blz. 205 v 19 : setter
30 : Benemt u meneghe
31 : van minnen

VIII.

Blz. 206 v. 1 : Gode
6 : moet u
12 en 13 : Die...wrachte
Blz. 207 v.26 : ghelede
30 : doghet
33 : ic wille
38 gheboet
Blz. 208 v.48 : elenden
49 : Doedi iet min des

IX.

Blz. 209 v. 3 : minne met minnen
7 : der voor minnen met ander inkt tussengevoegd
11 : hi der
13 : En spaert
15 : vrocht
Blz. 210 v.22 doen teren
23 : uwe
25 : Hier toe namic

X.

Blz. 211 v. 2 : minne
8 : Doen hi ons leven
14 : ende der
Blz. 212 v. 25 en 31 : minne
37 : god ochte niet
45 : saken
46 : om minne
47 : uren sterven ende om minne doyen
48 : van minnen ioycn
Blz. 213 v.49 : inne moet u god verhoghen.
53 : Die

[pagina CXIV]
[p. CXIV]

Blz. 213 v.55 : claghe
61 : noch oec
63 : Al en hebbic ghene minne
65 : Weder si mi

De regels 59-66 maken natuurlik twee aan twee vier verzen uit.

XI.

Blz. 214 v. 2 : gherechter
5 : een willicheit
13 : Men sal
15-16 : ontsaghe :: dade
17 : Ende datmen omme helle ende om
Blz. 215 v.20 : begheerte
25 : zielen kinnisse
27 : Ende alse ghevoelt alendichede
33 : vueffenen
42 : verslaghenen
44 : minnenden
45 : om minne
Blz. 216 v.51 : sal ghestaen
55 : Die nature....verwent
56 : nemt
61 : minne met minnen in minne
62 : abes
65 : natueren
67 en 68 : minne.....natueren :: berueren
74 : hi al
Blz. 217 v.78 : en gheen
81 : En....niet
84 : minne
85 : ontfeet een onlede ende een onghedueren
89 : saten is 't eerste woord van 't volgende vers
Blz. 217 v. 92 en 94 : ontrouwe
93 : Trouwen
100 : ure
Blz.218 v.103 : begherten van onghedueregher
106 : verliesse
109 : vinden en mach
114 : stat daer
119 : Si soudse
121 : in trouwen
124 : Ende trouwe
127 : vri starc ende coene
129 : ere ocht

Het stuk stelt 130 verzen en de getallen staan in Heremans van 20 af een regel te laag.

XII

Blz. 218 v. 2 : minnen
4 : te sine ghetes
6 : Ende en spaert u voere ghene
12 : spaert
13 : sijt ghenadich die uus
16 : Ende set
Blz. 220 v.21 : sprect
24 : doen ende in
27 : halen
30 : Daer merct inne u
31 : Wederhet een wille
34 : een wille
38 : den mensche
42 : niet en
43 : pine
Blz. 221 v.56 : uwe

XIII.

Blz. 222 v. 4 : meynen
9 : hueffennen
14 : tempererende
15 : verstormt

[pagina CXV]
[p. CXV]

Blz. 223 v.28 : die stimme
41 : heethi neyghen die oeren
Blz. 224 v.47 : bekinden
50 : Om teghedinkenne die suetheit van minnen naturen
51 : vader
52 : Omme dat hire ghebruken
53 : gherre si
55 : Inghelen.....der menscen
56 : men van hen bebben
65 : ghenoeghe
66 : minnen al op droeghe
69 : liede
71 : en beghert
72 : luttel
73 : coninc u beghere
Blz. 225 v.74 : ververe
78 : Ghebruken
85 : ontmoete
92 : enen wille.....moeden
94 : vormen in enen
95 : eenre ghewelt van al
97 : wie dat es (met hoe boven wie)
98 : des
100 : ueffeninghen
Blz. 226 v.103 : die blinde
108 : moet hijt inden
115-116 : dinghe :: sonderlinghe
123 : chierden
124 : hoghe daet
125 : minden
Blz.227 v.130 : selven...allen lost

XIV.

Blz. 228 : v. 8 : berghen es vinden (met doetse boven es)
Blz. 228 v. 9 : quelen
10 : conde
13 : verloest
Blz. 229 v.29 : voeden....es dolen
30 : harer
41 : Die
Blz. 230 v.47 : ghedreich
48 : werdic meer bedroghen

XV.

Blz. 231 v. 6 : ghegronden
8 : conde
9 en 14 : luttel
Blz. 232 v.20 : kinnen
44 : niet ontsegghen
Blz. 233 v.66 : poghen
69 : bejaghet
70 : Daer vindt die.....kinnessen die
Blz. 234 v.71 : dat sonder
78 : dus can v. al
79 : minne
80 : hueffenninghe
87 : minne
90 : In overal
95 : hueffenen...minne
Blz. 235 v.113 : dogde
114 : puere
118 : suere
122 : die hoechste
Blz.236 v.127 : properlijcst
135 : ter minnen
142 : es mede
Blz.237 v.162 : hi niet die
165 : in hogher
174 : vervult

XVI.

Blz. 239 v. 2 : bloet
5 : hertelike suete

[pagina CXVI]
[p. CXVI]

  minne
Blz. 239 v. 9 : Ay here
Blz. 240 v.19 : ene ure
30 : Na tgoede
33 : ic wake (met rake in ander inkt boven wake)
37 : omt hoghe
Blz. 241 v,48 : mede verhief
50 : met minnen minne

XVII.

Blz. 242 v. 7 : helle
17 : essi wale
Blz. 213 v.39 : Hi et ons
Blz. 244 v.53 : best becomt
54 : saken dat minne
70 : mach d.m. niet messen
Blz. 245 v.91 : Hem en es
92 : onverhinghe
102 : En es oec
103 : Dan hare
Blz.246v.106 : ene onghehoerde
119 : Si et
125 : soetet (met sachtet in ander inkt er boven)
131 : sinne ende verstaen
132 : Boven bekinnen
Blz.247v.136 : dat suete
138 : levenden
140 : inden mensche
142 : nuwe
149 : helle
150 : niet el
Blz.248v.164 : hillen
179 : ghedoghen
182 : Haers willen kinnesse
186 : verbernt sise
187 : viere van den (den met ander inkt tussengevoegd)
Blz.249v.195-6 : minne :: alle sinne
201 : moghen
205 : Blivende
207 : minne es el (el met ander inkt tussen. gevoegd)
209 : hevet binnen
210 : vrayer (met vryer in ander inkt er boven)
211 : Doen wij also

N.B. De drie Latijnse volzinnen (Dilata.., Explicit...en Deo...) ontbreken.

XVIII.

Blz. 250 v. 1 : M n (tussen welke letters iets is uitgekrabd)
9 : Ons wilt verlichten
Blz. 251 v.31 : Nuwee
Blz. 253 v.83 : iet kinnen

XIX.

Blz. 256 v.25 en 28 : criekel
30 : ghebreidet

XX.

Maakt in C met XIX één stuk uit.

Blz. 260 v. 15 : Die
Blz. 261 v.23 : dat pat
27 : Die daer
28 : hi mach
41 : Dat ic
42 : bovel al
Blz. 262, v.56 : Danekes
73 en 74 : blent :: blivet ghescent
76 en 77 : blent :: twent
78 : vraghen
Blz. 263 v.82 en 83 : sijn
88 en 89 : ghepens:: menichsens

[pagina CXVII]
[p. CXVII]

Blz.264v. 119 : Vertrecke in love
Blz.266v. 175 : op u
179 : spot
190 : Al hadde sijs haer ghemeten
Blz.267v.205 : es soe selc
Blz.268v.235 : ghepens
Blz.269v.278 : gheset
Blz.270v.295 : Maer die
Blz.271v.322-4 ontbreken in C, en met v. 325 begint daar een nieuw stuk
332 : ghesoeket
338 : Te siene
Blz.272v.363 : ghetughen
365 : Al sijn
377 : Dien si
Blz.274v.419 : vertaken

XXI.

Blz. 275 v. 7 : Die vorme es ierst
10 : Ende sceppere

XXII.

Blz. 277 v. 3 : puer minne
Blz. 278 v.23 : weten wel
24 : dies
28 : omme omme

XXIII.

Blz. 280 v. 4 : Daert
Blz. 281 v.20 : berechtenne
32 : Ende hare

XXIV.

Blz. 282 v. 8 : al ghevet
Blz. 283 v.26 : si bi levet
35 : bloet
40 : overseit

XXV.

Maakt in C met XXIV één stuk uit.

Blz. 284 v. 1 : O ontbreekt
7 : Eneghe
17 : bloet
Blz. 285 v.33 : doerheyt

XXVI.

Blz. 286 v. 8 : haer ontbreekt
13 : Dat
14 : ghenoeft
Blz. 287 v.41 : tghevoech
45 : Den
Blz. 288 v.53 : Ende neder

XXVII

Maakt in C met XXVI één stuk uit.

Blz. 289 v.14 : mede ontbreekt
Blz. 290 v.24 : Wiltse onthalen
25 : vri
26 : uwe
Blz. 291 v.62 : waert
Blz. 292 v.79 : des wilt
85 : amen, amen ontbreekt

XXVIII.

Blz. 293 v. 7 en 8 : hen :: ghewen
12 : molesteen mach vlieten int swin
Blz. 294 v.19 : Die dit

XXIX.

Maakt in C, ofschoon in een ander schema, met XXVIII één stuk uit.

Blz. 295 v. 3 : met mi niet
6 : onvervaert
8 : ee met ander inkt tussengevoegd
11 : van met ander inkt tussengevoegd

[pagina CXVIII]
[p. CXVIII]

Blz. 296 v.26 : die met ander inkt tussengevoegd
29 : gheseghet (waarin se met ander inkt tussengevoegd)

XXX.

Blz. 297 v. 3 : ghensterkijn
11 : Overnatuerleke
Blz. 298 v.24 : dan dat licht
31 : selven zere versien
32 : soeket buten
33 : Ende in u
36 : niets

XXXI.

Blz. 299 v.11 : tweemaal slappans
Blz. 300 v.17 : Ghi versouft

XXXII.

Maakt in C, ofschoon in een ander schema, met XXXI één stuk uit.

Blz. 301 v. 5 : toevals met u utters
10 : Des
11 : ontpronden
na v.15 : Deo gracias.Amen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken