Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Judas de verrader (1714)

Informatie terzijde

Titelpagina van Judas de verrader
Afbeelding van Judas de verraderToon afbeelding van titelpagina van Judas de verrader

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

ebook (3.03 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

epos


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Judas de verrader

(1714)–Joan de Haes–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina XX]
[p. XX]

Op Judas den nagtverrader sierlyk in vaarzen beschreven door den heere Joan de Haas.

 
DE geltzugt heeft zig noyt zoo schelms vergeten,
 
Dan doe zy 't hart van Judas hield in klem,
 
Geklonken aan haar zielverraders keten,
 
Die 't al misleyd, wat oor leend aan haar stem.
 
De helhond bast op 't zien van Gods verrader
 
Van vreugd, en treed vol moed hem op de hiel.
 
Daar komen ze aan! daar treed de booswigt nader!
 
Een hand vol gelt bederft hem lyf en ziel!
 
Dat dier juweel (gelthongrige leend ooren,
 
Die eer en eed hier om vertreed op aard
[pagina XXI]
[p. XXI]
 
En Judas volgt) gaat hier om gelt verloren,
 
Dat alle soort van helsse gruwlen baard.
 
De nagt verschrikt, op 't zien van 't heylloos teeken
 
Geschikt tot zyn verraderlyken groet:
 
Het aardryk loeid, de maan slaat aan 't verbleeken,
 
Zoo dra de schelm zyn snoode pligt voldoet.
 
Rampzalige! wat loon spelt dit verraden?
 
Uw Heyland bergt zig niet; maar geeft zig bloot.
 
Gy levert, om uw geltzugt te verzaden,
 
Uw Heer: maar valt hier voor, in hel en doodt,
 
Nu gaapt, gelyk een opgesparden oven,
 
De heldraak, om uw ziel, met open muyl!
 
Van 't gelt des bloedts uit 's afgronds diepste kloven
 
Gedagvaart; waar nu heen! waar gaat gy schuyl?
 
Spelonk nog bos kan u voor straf bedekken.
 
De wanhoop snyd u dezen schuylhoek af.
 
Zag u de nagt dat gruwelstuk voltrekken?
 
Een felle dag bereyd zig tot uw straf.
 
'T is nu te laat den glans der zilverlingen
 
Verfoeit, en 't gelt wanhopig weergebragt.
 
De worm, die 't hart doorknaagt, komt u bespringen,
 
Daar 's afgronds heir gedoemde zielen wagt.
[pagina XXII]
[p. XXII]
 
Hier dreygt de strop de keel hem toe te nypen!
 
Daar stort hy 't lyf voor over van een rots,
 
En braakt de ziel! ô doodelyk vergrypen!
 
Daar valt, daar sterft de snoo verrader Gods!
 
Door zyn beleyd zoo goddeloos besteken
 
Reez de eerste proef der geldafgodery:
 
Wie voelt zig 't hart van weedom niet bezweken?
 
Geen hartstogt voede oyt heviger gety.
 
De Kriste ziel perst tranen uit hare oogen;
 
Maar hoe zy 't hart van rou ook voel' geprangt,
 
Nog ryst haar geest van blytschap opgetogen
 
Op 't zien van 't werk, daar 't al in samen hangd,
 
Wat kunst, en vlyt aan 't scherpziende oog kan geven.
 
ô! Roept ze, wie maalde ons dit tafereel?
 
Wie schilderde ons dit Bybelstuk na 't leven
 
Van niemand zoo vertoond in zyn geheel?
 
Maar 't eergerugt, gewoon van 't werk te wagen,
 
Dat helden kroond verheven door de pen,
 
Geeft met den lofgalm antwoord op haar vragen:
 
Het is DE HAAS! die 'k voor den meester ken
 
Van dit gedigt, zoo schoon, als nut bevonden.
 
Bekroond den held, die vol van edel vyer
[pagina XXIII]
[p. XXIII]
 
Dus balsem schaft voor d'etter van de zonden.
 
De deugd leeft in de kunst op zyn papier.
 
Wat klinkt zy schoon in alle aandagtige ooren!
 
ô Digters! als u zulk een yver blaakt,
 
Klimd uw gezang in 't hof der Englechoren.
 
Op dezen voet toond zig de kunst volmaakt.
 
Wat kroon van eer moet dan DE HAAS versieren?
 
Een zegekroon van heylige Laurieren.
 
 
 
J.V.H.


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken