Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Moord op kasteel Valkensweerd (1941)

Informatie terzijde

Titelpagina van Moord op kasteel Valkensweerd
Afbeelding van Moord op kasteel ValkensweerdToon afbeelding van titelpagina van Moord op kasteel Valkensweerd

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.91 MB)

Scans (8.37 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman
detective


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Moord op kasteel Valkensweerd

(1941)–Ben Haes–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 115]
[p. 115]

Hoofdstuk IX.
Netje.

B.B. had zich van 't station naar z'n bureau gespoed om daar de laatste resultaten van de ‘zijverkenningen’ te vernemen. Speur was reeds lang naar huis, diens taak zat er tot negen uur dien avond voor ditmaal op, doch hij had een briefje voor z'n collega klaargelegd. Deze keek 't even in, doch besloot straks z'n trouwe medehelper van uit 't kasteel op te bellen. Hij riep een agent, die goed bekend was in de buurt der oude Binnenkade en vroeg of hem een café Theoretica bekend was.

‘Rare naam. Practica zou beter gekozen zijn want in zulke gelegenheden ...... enfin, je weet er alles van, Roos!’ ‘Ja, meneer, maar rare teejerieje worde d'r toch ook wel verkoch, so-as over de heilicheit van 't huwelijk en over 't ijdele gebruik van de dag Desseere! Maar nou ies anders. D'r is helemaal geen drankla fan die naam daar in de buurt. Roje cherdyntjes. Wacheseffe. O, hij bedoelt Erotièka, ook 'n buitelanse naam, als U mij fraag!’

Azo, Eròtica! Vlug nam Bolman maatregelen. Een vertrouwd assistent, gewend aan werkjes in de lichte wereld van 't zondige vermaak stuurde hij uit, om eens voorzichtig poolshoogte te nemen.

En na nog even z'n vrouw opgebeld en haar verzekerd te hebben, dat ze nog maar enkele, heus, hoogstens twee uur geduld behoefde te hebben, dan kwam ie thuis en bleef tot morgenochtend, wat?, gebakken schelvis, patates-frites en sla, ik ben d'r binnen anderhalf uur! - na alzo even uit z'n onverkwikkelijke karwij in de zalige sfeer van z'n huishoude-

[pagina 116]
[p. 116]

lijk geluksleventje overgewipt te zijn, wipte hij nogmaals over en nu in de politieauto, die hem naar Nieuw-Valkensweerd bracht.

Daar wachtte hem nog een moeilijke taak, maar dan moest 't voor vandaag ook ‘abis’ zijn. He, die Speur met z'n koloniale vocabulaire, je neemt 't gewoon van 'm over. Hèhè, tenslotte is er aan 't uithoudingsvermogen een grens, zelfs aan dat van den oersterken Barend Bolman Bzn.

Hij keek op z'n horloge. Kauning moest er al zijn en de freule ook. Die was gewaarschuwd. 'n Paar mannetjes waren aanwezig om voortijdig contact tussen die twee dramatis personae te vermijden.

Bolman liet de grote open voorpoort van 't buitengoed links liggen en stopte een eind verderop. Gewapend met een flashlight liep hij door een weiland naar 't poortje aan de achterzijde van de binnenplaats, opende dat met de sleutel - het dubbel-exemplaar had hij die morgen in beslag genomen - en klopte aan de deur der bediendegebouwen. Alles had hij zo laten arrangeren, dat het dienstmeisje alléén was. Neen, geachte lezer, onze held had in 't geheel geen onedele bedoelingen, dat kan ik U verzekeren. Maar zelfs in de nuchterste Hollandse politieman brandt een vonkje romantiek en de overweging, dat hij ongemerkt voor de personen in 't kasteel dit late bezoek wilde brengen was grotendeels slechts een onderbewuste prikkel om dat vonkje tot een klein vlammetje aan te blazen.

Met meer blijken van ergernis dan van verbazing werd hij door 't aanvallige Netje ontvangen.

‘Komt U maar binne. Maar as U denk, dat ik nog iets te vertelle heb, ken u wel weer dóórgaan.’

‘Ja kind, dacht je, dat ik ook niet liever bij vrouw en kind thuis zat, dan moordenaars te achtervolgen?’

‘Moet U zelf weten, ieder z'n vak. Ik ben dienstmeisje.’

[pagina 117]
[p. 117]

‘En wàt voor een! Ga d'r bij zitten, beste meid, doe net als ik en neem er je gemak van!’

‘Nee, ik staaj liever.’

‘Kom jonge dame, vat nu de zaak eens niet verkeerd op. 't Is me helemaal niet te doen, om in je particuliere leven te wroeten, heus, geloof me, als we ons daaraan begaven, hadden we wel dagwerk. 't Gaat ons zuiver en alleen er om, de misdadigers te ontmaskeren, die hier gisternacht aan 't werk zijn geweest. Waarom zou je ons daarbij niet 'n handje willen helpen?’

‘Ik weet nergens van!’

‘Jij weet dingen, die voor ons van belang kunnen zijn. Maar je bent bang, ze ons mee te delen. Ja, dat is zo. Ik zie 't aan je ogen, daar zit angst in.’

‘Ze hebbe me de hele dag al geplaagd met hun vragen.’

‘Jij wilt iemand sparen, Netje! Dat is 't 'm. En jij màg niemand sparen, dat is niet eerlijk en dat is bovendien gevaarlijk voor je zelf.’

‘Kan me niets schelen.’

‘Kom kom, dat zeg je maar. Je bent nog zo jong, 't hele leven staat nog voor je open, waarom zou je dat gaan bederven, voor een schurk, die je in de steek gelaten heeft.’

‘Schurk? 't Is geen schurk! - Eh ...... niemand heeft me in de steek gelaten.’ Het kwam er heftig-bitter uit.

‘Ik zal je eens wat vertellen, Netje. Ik geloof ook, dat hij geen echte schurk is, maar wel iemand, die anderen zonder pardon gebruikt voor zijn doel. Dit doel is misschien goed, dat moet nog uitgemaakt worden. Daar moet jij ons nu bij helpen. Kom, wie was de heer, die je op goed vertrouwen de sleutel van 't tuinpoortje gaf en die zo vriendelijk was, hem niet terug te bezorgen?’

‘Al leg U me op de pijnbank, z'n naam zeg ik niet. O, U dwingt me ...... ik ...... ik kèn z'n naam niet. Ik zweer 't U!’

[pagina 118]
[p. 118]

B.B. wist werkelijk niet, of hij haar geloven moest. Zou 'n vrouw zò ver gaan ......?

‘Geen voorbarige eden, Netjelief!’

‘Ik ben geen Netjelief. U heb 'n fatsoenlijke vrouw voor u. Ik verzoek U, me bij me naam te noeme.’

‘Ta ta, verontwaardigd? Anders is juffrouw Poldermans toch niet zo gauw aangebrand, als “heren” haar aanspreken op 'n aardige manier, hè? Dan wil ze alleen niet “Netje” genoemd worde door flinke, degelijke en eerlijke jongens, die 't goed met d'r mene!’

‘Flinke, ......? Uw degelijke, eerlijke chauffeur had beter z'n mond kunne houwe over intieme dinge. Nou kijk ik 'm helemaal niet meer an!’

‘Pas maar op, Ne ...... juffrouw Poldermans. Misschien vindt Jan jou nu een beetje beneden z'n stand. Hij houdt veel van je - nee zwijg maar, dat weet ik zeker, maar als jij niet van stonde af aan open en eerlijk over de brug komt, dan ben jij hèm niet meer waard!’

Haar pose gleed nu af naar 't onverschillig-hautaine:

‘Mijn 'n zorg, ik heb wel andere in me kladboekie staan!’

‘Ja, dat boekie van jou bevat zelfs hele lelijke vlekken en kladden. Blijf zitten! En luister goed, want ik heb je iets heel ernstigs aan 't verstand te brengen: als jij in je houding volhardt, moeten we je arresteren wegens medeplichtigheid aan moord!’

‘Mee - aan ...... moord? Kijk nou, ik moet zeker eers staan te bibbere van de schrik, en dan ben ik murf hè? Moord! Ik zou wel eens wille wete wèlke moord!’

‘De moord op je heer, Jonker Dudam!’

Even stond 't meisje perplex, dan, stiller en bleker:

‘U speelt met me. Ik ...... ik was venach geneens hier. Ik had vrij gekrege, we ware op 'n feesie in de stad. Vraag U maar an me kavelier, die heet Kees van Aken, en ......’

[pagina 119]
[p. 119]

‘Dat weten we allemaal al lang. 't Gaat hier om die sleutel. De man, dien jij de sleutel gegeven hebt, is vannacht hier op 't kasteel geweest, dóór 't achterpoortje.’

Doodsbleek staarde de van zenuwspanning bevende vrouw den inspecteur aan. Dan borg ze 't gezicht in de handen en bleef zo, ineengedoken, stil en zwijgend zitten.

B.B. haalde een serie foto's uit z'n zak en legde die naast de vrouw op tafel. 't Waren vier foto's van mannen, die met het gehele drama volstrekt niets te maken hadden. De vijfde foto was van Dr. Emile Kauning.’

‘Kijk eens, Netje, ik zal 't je makkelijk maken. Hier liggen vijf foto's. Je hoeft me alleen maar te zeggen of die heer, aan wien je de sleutel gaf, er bij is.’

Het meisje richtte 't hoofd op, de haren hingen verward over haar betraande ogen. Even keek ze naar de foto's, toen, als wilde ze een zware last van zich afgooien, knikte ze en zonk snikkend met 't hoofd op de tafel neer.

Bolman, voor wien 't lang niet de eerste keer was, dat hij een dergelijke situatie meemaakte, voelde toch innig medelijden met 't arme schepsel, legde z'n hand op haar schouder, wat ze niet afweerde, doch waardoor haar gesnik nog krampachtiger werd. ‘Hield je veel van hem?’

Zij richtte zich langzaam op, veegde zich 't gezicht af met een zakdoekje, streek het haar omhoog en - 'n weinig kalmer zuchtte ze:

‘Houden? ...... wat is houden? Hij is een grote meneer, een echte Don Juwan. Ik mos altijd denke an Faust, die opera, ...... heb ik wel 's gezien. Net as Greetje ...... 't overstelpte me. Ik kon d'r niks an doen, d'r kon nooit wat van komme ...... ik sloeg mezelf voor me kop ...... maar as ik hem zag met de freule werd 't me groen en geel ...... hij is zo anders dan die gewone jonges ...... U begrijp 't wel ...... ik wis helemaal niet, wat ik deed, net of ik 'n ander

[pagina 120]
[p. 120]

was geworde dan vroeger! ...... nou weet U 't.’

‘Hoe vaak was hij bij je!’

‘Een keer. Hij kwam saves laat, toen d'r niemand was. Hij klopte an 't poortje - dat had ie me 's middags stilletjes gezeg ...... maar ie zei, dat 't te gevaarlijk was en dat ie graag de sleutel had. Toen heb ik 'm gegeven. Maar ie is nooit meer teruggekomme. Ik mos maar vertelle, dat ie weg was geraak ...... O, d'r is niks gebeurd - dat denk U wel.’

‘Neen, in 't geheel niet!’

‘Heus niet? ...... Meen U dat? ...... Dank U! Hij - hij was erg lief, hij praatte over van alles, ik had nog nooit zulke dinge gehoord ...... van allerlei lande en mense ...... ik wou, dat ie honderd uur gebleve was. Toen ie weg ging ...... gaf ie me pas 'n zoen ...... en ik stond te kijke of ik ...... of 'k ...... gek was ...... waarvan? ...... dat wis ik zelf niet ...... van geluk of van chegrijn!’

‘Arm Netje ...... maar nu weet je, waarvoor hij kwam!’

Dat was hard, maar 't was noodzakelijk. Deze vrouw had 'n geduchte les nodig om weer met beide benen op de grond te komen. Ze knikte stil voor zich heen, en rilde licht. B.B. had slechts uitgesproken, wat de jonge vrouw zichzelf de hele dag niet had willen bekennen.

‘Je bent nog jong, meisje, zet je er over heen. Begin helemaal opnieuw. Niemand van jouw kring zal er iets van te weten komen. Zoek 't geluk in 't vervolg maar stilletjes in je eigen wereldje. Daar is 't best te vinden, hoor!’

Hij gaf haar de hand. Zij nam die stil aan, terwijl een peinzende trek over haar knappe gezichtje gleed.

Toen Bolman weer buiten stond en langs het weitje de wachtende auto opzocht, moest hij zich toch even achter 't oor krabben.

‘Tjonge, daar heb ik aardig de moralist gespeeld, geloof ik’, mompelde hij.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken