Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bloedrode honig (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bloedrode honig
Afbeelding van Bloedrode honigToon afbeelding van titelpagina van Bloedrode honig

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.62 MB)

Scans (5.53 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bloedrode honig

(1974)–Robin Hannelore–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 44]
[p. 44]

V

Als ik 's woensdags de uitslag van de zangwedstrijd te Ramsel nog steeds niet in de kranten vind, telefoneer ik naar Egide Eliaans. Het blijkt dat Pamela laureate werd, en dat Egide zelf zesde gerangschikt werd. Als ik op het punt sta naar Estella Hanoch te informeren, zegt hij dat ze zevende eindigde. ‘Je ziet wel,’ voegt hij er bijna triomfantelijk aan toe, ‘als er een goede jury zetelt, heeft zo'n trutje niet de minste kans. Kom je vrijdag niet naar de PALLIETER te Schilde? Daar beginnen de schiftingen van TOP 2000, een grootse ontdek-de-sterwedstrijd die over vier weken loopt, met de medewerking van AVRO'S TOP POP, de VARA, radio VERONICA en radio NOORDZEE.’

‘Ik weet het nog niet,’ aarzel ik.

‘Je moet komen,’ zegt hij met aandrang. ‘Pamela is erg op je gesteld. Ze was nogal teleurgesteld toen je ons te Ramsel zo in de steek liet.’

Alhoewel precies het argument van Egide me afschrikt, parkeer ik de volgende vrijdag in de vooravond toch mijn wagen voor de dancing PALLIETER te Schilde. De lucht is zo balsemiek en zacht dat ik er eigenlijk zonde van maak de pompeuze heksenketel voor mij te betreden, bovendien is de gele cadillac nergens te bespeuren. Deze keer moet ik zeventig frank entreegeld betalen. De dancing is tjokvol. Op de dansvloer wriemelen zwetende tieners in vervoering door elkaar, verblindende kleuren bliksemen uit allerlei in de enorme geluidsinstallatie verwerkte spots, achter de draaitafel op het podium huilebalkt een disk-jockey in een extatische roes infantiel stroperige nonsens. Een ogenblik weet ik niet wat te doen, maar dan zie ik in een verre uithoek de wenkende armen van Egide Eliaans en Pamela. Ik vind een plaatsje met mijn rug tegen een paar enorme sanseviëria's. Egide en Pamela zeggen wat, maar ik versta er niets van; het lawaai is oorverdovend, vibreert onvoorstelbaar in alle voorwerpen.

[pagina 45]
[p. 45]

Plotseling voel ik dat iemand mij aankijkt: nauwelijks drie meter van mij, tussen enkele oudere dames geprangd, zit Estella Hanoch. Ze draagt een roodwit gebloemd jurkje. Een diplomatentas ligt voor haar op het tafeltje. Ik knik en glimlach. Ze glimlacht ook maar wendt onmiddellijk het hoofd af. Als de disk-jockey eindelijk even ophoudt, zegt Egide: ‘Hier zitten de sluwste inrichters van het land, Willem. Hier is de zangwedstrijd tot het uiterste gekommercialiseerd. De konsumptieprijzen bedragen het dubbele van elders, en er zijn helemaal geen prijzen te verdienen tenzij in de finale. Er kan niet eens een aanmoedigingspremie of een ruikertje af. Iedereen weet het, en toch zijn we allemaal present. Enfin, ik doe alleen maar mee om Pamela op het podium te krijgen; ik word vandaag toch geschift’.

‘Ik heb aan je tekst gedacht, hoor,’ zeg ik verlegen tot Pamela, ‘maar je zult nog wat geduld moeten hebben’.

‘O ja!’ antwoordt ze zijdelings.

Ik merk dat ze met haar aandacht elders is. Haar borsten puilen overrompelend uit de corsage van een japon waarvan het bovenstuk ontbreekt. Als de slijmerige muziek weer opklinkt, springt ze op en wurmt ze zich naar de dansvloer. Eerst nu zie ik dat één derde van de dansers bestaat uit kinderen. ‘Hoe komen die kinderen hier?’ roep ik in het oor van Egide.

‘Dat zijn deelnemertjes! Die lopen hier tot vannacht twee uur op de uitslag te wachten, reken maar’.

‘Ik geloof dat Pamela graag danst, nietwaar?’

Egide houdt de handen open rond zijn mond, buigt zich naar me toe, en zegt: ‘Er zijn hier acht juryleden. Wil je hier een kansje krijgen, dan moet je bij hen in het gevlei proberen te komen. Dat doen ze allemaal, met alle mogelijke middelen. Tenslotte heeft Pamela niets te verliezen...’

Tersluiks zie ik dat Estella Hanoch me gadeslaat. ‘Wanneer begint de wedstrijd?’

‘Die is bezig!’ lacht Egide. ‘Dit is al de derde disk-jockey die optreedt. Er zijn ook dansers, orkestjes, imitators... Ver-

[pagina 46]
[p. 46]

geet niet dat de finalisten van deze wedstrijden - dit is al de derde schifting, en dan komt nog de kwartfinale, de halve finale... - hun kans krijgen via de diverse radiozenders die hun medewerking hier verlenen’. Hij fronst het voorhoofd, zijn ogen worden donkere spleten terwijl hij naar de dansvloer tuurt. ‘Zou het dan toch waar zijn? Kijk eens naar die vent met zijn bril die danst met dat kind in haar lichtblauw jurkje...’

Ik volg zijn wijzende vinger. ‘Dat meisje met die witte haren bedoel je?’

‘Ik geloof niet dat ze veertien jaar is’, sist hij. ‘Dat is Laura Quintijn, en ze danst met haar vader... Kijk eens goed’. Hij schudt afkeurend het kale hoofd. ‘Maar nu kan ik het geloven dat hij aan zijn dochtertjes zit!’ Op dat ogenblik staat Estella Hanoch op; ze gaat naar buiten, vermoed ik. Ik ben helemaal niet van zins om nog maar eens naar Egides gewauwel te blijven luisteren. ‘Ik kan dat lawaai niet te best verdragen!’ roep ik in zijn oor. ‘Ik ga een luchtje scheppen’. De rust buiten is goddelijk. Het geraas van de auto's op de weg komt me eensklaps voor als een vredelievend geluid, een onschuldig natuurlijk gezoem. Van Estella Hanoch kan ik echter geen glimp opvangen. Een rij tuja's bakent het parkeerterrein af: daar ga ik pissen. Met mijn tanden ruk ik een twijgje af, en verzaligd tussen de kruinen naar de platina vlekken in de lucht kijkend proef en ruik ik de groeisappen van het groen. Als ik mijn broek dichtknoop en me omdraai, klinkt eensklaps de afgeknakte toon van een klakson op. Het portier van een gloednieuwe toyota zwaait open en Estella Hanoch rijst bedeesd op van de zitbank in de deemsterige wagen. Ze heeft zich daar klaarblijkelijk omgekleed, want ze draagt nu een lange bruine japon waarvan de kraag, de mouwen en de zoom afgezet zijn met dons. Een beetje ongemakkelijk sta ik voor haar. ‘Het is me daarbinnen nogal een warboel’, zeg ik tenslotte, om iets te zeggen. ‘Het heeft feitelijk niets meer met een zangwedstrijd te maken, nietwaar?’

[pagina 47]
[p. 47]

‘Niemand verplicht je om te komen kijken’, zegt ze tamelijk koel. ‘Ze zeggen dat jij komponist bent... Is dat waar?’

‘Neen’, haast ik me. ‘Dat is een vergissing... een misverstand’.

‘Hervé van Esdoorn... is dat een pseudoniem voor Willem Ralreiger?’

‘God... neen!’ Niemand heeft me ooit zo van mijn stuk gebracht. ‘Veertien dagen geleden geraakte ik betrokken bij een auto-ongeval in Mol-Rauw. Ik liep er, vermoed ik, een hersenschudding op, en in die toestand verzeilde ik in de tent waar... jij optrad. Daar vroeg iemand wie ik was, en zonder dat de draagwijdte ervan tot me doordrong zei ik dat ik Willem Ralreiger heette en dat ik komponist was... Dommer kan het wellicht niet. Ik had helemaal niet de bedoeling wie dan ook wat voor te liegen. Waarom zou ik?’

‘Je bent toch niet van de politie?’ Ze neemt de diplomatentas onder haar arm. ‘Of van de belastingen? Of ben je misschien een kontroleur van een of andere vereniging voor auteursrechten, Sabam misschien?’

Deze keer voel ik me werkelijk verongelijkt. ‘Zie ik er zo uit? Ik ben de hoofdredakteur van “De Kempense Spectator”, een weekblad... een reklameblad’.

‘En nu ben je van zins om deze zangwedstrijden in je blad te ridikuliseren?’ Weer klinkt haar stem koel, bijna scherp. ‘Er is geen haar op mijn hoofd dat aan zoiets denkt!’ Het bloed stijgt naar mijn kop. ‘Maar omdat je zo vriendelijk tegen me bent, wil ik je wel verklappen dat ik alleen maar naar hier kwam om een bepaald mooi lied nogmaals te horen zingen op een bepaald knappe wijze’. Ontplof, achterdochtig kreng, denk ik, en zonder me om haar nog te bekommeren loop ik terug naar de dancing. Ditmaal zoek ik een plaatsje in de menigte aan de tapkast. Een ontstellend lange en magere jongen met een handtas begeeft zich nu naar de dansvloer; acht meisjes, onder wie twee negerinnen, omringen hem: ‘Tommy and his go-go-girls’... De jongeman blijkt een soort slangemens te zijn en rond hem pogen de tieners als bezetenen op het ritme van een negerdans hun

[pagina 48]
[p. 48]

verdwazing te vertrappelen en kapot te slaan. Het is om weg te kruipen, om dol te worden, om te wensen dat je rustig dood en vredig begraven was. Ik vraag een dubbele whisky aan de barkeeper. Ik denk dat hij mij begrijpt want hij schenkt me voorzeker een driedubbele. Het krankzinnigste moet echter nog komen: een landloper, die zich Peter Koelewijn noemt, en die bovendien de voorzitter van de jury blijkt te zijn, komt als intermezzo, en klaarblijkelijk om te tonen hoe het moet, wat in de mikro krijsen en huilebalken over Angeline, een blonde sex-machine. De tapkasthangers rond mij brullen en joelen het refreintje mee. Mijn geprikkeldheid verdwijnt, ik word overweldigd door een mateloos medelijden met Estella Hanoch. Hoe gaan haar subtiliteit en sereniteit deze duivelarij overleven? Wanneer het een uur later Estella's beurt is, blijken mijn sombere voorgevoelens al dadelijk bewaarheid te worden. Deze keer begeleidt ze zichzelf op een roodbruine gitaar met veelkleurige lintjes aan het uiteinde, maar ik kan amper een klank opvangen en haar stem lijkt wel één sluiereffekt: het jeugdige publiek doet en praat en lacht en drinkt inderdaad alsof er niemand op het podium staat. ‘Sssst!’ stoot ik enkele keren uit, maar niemand schenkt ook maar enige aandacht aan mijn bemoeiingen.

‘Zijn jullie nu eigenlijk dieren of robotten?’ vraag ik aan een onvermoeibaar taterende fat naast mij.

‘Wablieft?’

‘Of jullie wel weten wat hoffelijkheid is?’

De fat tikt met zijn glas tegen zijn voorhofd, wendt zich af, en babbelt verder.

‘Uitschot! Schorriemorrie!’ foeter ik. Ik zie Estella's vertwijfeling, de angst waarmee ze naar het driehonderdkoppige monster van de onverschilligheid en de spot kijkt. ‘Dit is een generatie van kultuuranalfabeten en mongoloïde sex-maniakken!’ zeg ik verachtelijk tot de barkeeper, maar die verstaat me niet en giet mijn glas opnieuw vol whisky.

Als het lied ten einde is, klap ik boven mijn hoofd krachtig in de handen. Gefluit snerpt van alle kanten door de zaal.

[pagina 49]
[p. 49]

‘Awoert!’ roept de fat naast mij ostentatief.

‘Homunculus!’ brul ik in zijn gezicht.

Hij begrijpt me niet; hij grijnst, hoogrood, en doet teken aan de barkeeper dat hij me nog eens mag inschenken.

Estella is met een flauwe glimlach in haar bleek gelaat van het podium gekomen. Niemand besteedt nog enige aandacht aan haar. Ze aarzelt even, en gaat dan in de richting van de lavatory. Ik zet mijn glas op het buffet, duw de kletsmeiers vóór mij opzij, en ga haar achterna. In de ruime wasgelegenheid staat ze voor de spiegel. Ik zie tranen in haar ogen. ‘Voor het inferno van de moderne jeugd: spaar ons, Heer!’ zeg ik melodramatisch, in een poging om te schertsen. ‘Je gooit geen paarlen voor de zwijnen, Estella Hanoch...’ ‘Ik houd ermee op,’ zegt ze bijna huilerig. Ze plaatst haar gitaar tegen de met lichtblauwe faïencetegels bezette muur.

Ik kijk haar aan in de spiegel. Ze is ongelooflijk rank en frêle. ‘Vooral nu, na wat hier gebeurd is, zou ik ermee doorgaan. Je mag een hobby of een ambitie nooit laten doodlopen in een desillusie: dat kweekt bitterheid, verbittering zelfs.’

Ze haalt diep adem en zucht. ‘Ik rijd naar huis.’

‘Weet je dat ik zelfs nog deelneem aan atletiekwedstrijden?’ Ze draait zich naar me toe en poogt te glimlachen. ‘Daar wint wie het hardst loopt.’

‘Maar ik loop bijlange niet meer het hardst, wat betekent dat ik soms ook af te rekenen krijg met het leedvermaak of de spot van jonge snoeshanen... Enfin, de vergelijking gaat niet op, is misplaatst, want jij bent hier wél de beste, alhoewel je tekortschiet naar de beoordelingsmaatstaven van dat plebs hier... Ze willen spektakel, lawaai, trammelant, kunstenmakerij... maar geen kunst. Hun smaak is niet ontwikkeld, en ze zijn daarenboven geamerikaniseerd, zodat hun tenslotte weinig verwijt treft...’

‘Dat weet ik ook wel,’ zegt ze zacht.

‘Heb je geen zin om hier ergens in de buurt, in een rustige gelegenheid, een koffie of een tee te gaan drinken en wat te babbelen?’

[pagina 50]
[p. 50]

Mijn vraag verrast haar, brengt haar in verlegenheid. ‘Neen, het spijt me.’

‘Echt niet?’

‘Waarom breng jij je vrouw niet mee?’

‘Ik ben weduwnaar.’

‘Verontschuldig me,’ fluistert ze, beschaamd om haar vraag.

‘Heb jij geen man, of een verloofde?’ flap ik eruit.

‘Neen.’

‘Wel, dan ben je toch vrij, dan kunnen we best... ergens iets gaan gebruiken.’

‘Liever niet.’

Een duo jonge zangeresjes schuift naar binnen. Ze kijken ons benieuwd aan, duwen gelijktijdig de deuren van de damestoiletten open. De slotjes springen op rood, klederen ritselen, en een duet van plassend water klinkt op.

‘Is er volgende week een zangwedstrijd in de buurt?’

‘Ja, hier, de kwartfinale... en in Aarschot, op Ourodenberg, geloof ik.’

‘Doe je daaraan mee?’

‘Ik weet het niet.’ Ze neemt haar gitaar op, en streelt nadenkend het vuurbruin glimmende gepolijste hout.

‘Kan ik je misschien hier een drankje aanbieden?’

‘Neen.’ Ze steekt haar hand uit. ‘Dank je.’

Haar hand is warm en klam. ‘Tot ziens,’ zeg ik. Terwijl ik me naar de urinoir begeef, hoor ik dat ze de deur openduwt en in het geroezemoes verdwijnt. Ik ben verliefd op haar, het besef daarvan vervult me met vreugde en angst.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken