Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De heksenvlecht (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van De heksenvlecht
Afbeelding van De heksenvlechtToon afbeelding van titelpagina van De heksenvlecht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.25 MB)

Scans (36.95 MB)

ebook (3.72 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Illustrator

Achilles Cools



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De heksenvlecht

(1987)–Robin Hannelore–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 108]
[p. 108]

Kempense wintersonnetten



illustratie

I

 
De veer van een wintertaling in de sneeuw,
 
in de Kempense eeuwigheid zit een lek.
 
De stilte is de vlucht van een meeuw,
 
de grote leegte na de wintertrek.
 
 
 
Ik kan kiezen: het spoor van een haas,
 
van een ree, een vos, een konijn.
 
De zon is een trage schimmelkaas
 
op vilt en was en wit satijn.
 
 
 
Ik kies het spoor van een fazant,
 
loop hompelend door geelgrauw riet.
 
De sneeuw is oude Lierse kant.
 
 
 
De wind frazelt een gek sanskriet.
 
Ik volg het spoor tot aan de grasrand,
 
en dan - neen, vliegen kan ik niet.
[pagina 109]
[p. 109]


illustratie

[pagina 110]
[p. 110]

II

 
Blauwzwart dons in de sneeuw, wat veren,
 
een knalgele bek, een druppel bloed:
 
ik ben alleen om erbij te mediteren,
 
nu ik door de oude winter moet.
 
 
 
Elke dag weer moet ik dit verwerken:
 
een zanger langs de weg vermoord.
 
In de natuur zijn de doders de sterken,
 
ik heb nooit wat anders gehoord.
 
 
 
Wat blijft er over van de moord
 
op een droom dan wat pluimen,
 
een gedicht in de kiem gesmoord?
 
 
 
Als straks de winter de tijd moet ruimen,
 
hoor ik toch dezelfde merel zingen:
 
angstaanjagend mooie herinneringen.
[pagina 111]
[p. 111]

III

 
De pijpestrootjes zijn van oker,
 
de vastgevroren fazant is rood.
 
Tot amulet geplet met een moker
 
hangt de zon om de hals van de dood.
 
 
 
De berken zijn de volbloedpaarden
 
van de wind. Bij een knoestige els
 
zitten kobolden wol te kaarden.
 
Het dorp draagt nu een wolvepels.
 
 
 
Nooit laat een mens zoveel sporen
 
na, nooit is hij zo tragisch alleen.
 
De tijd kristallizeert aan elke doren.
 
 
 
De witte wijven klagen steen en been
 
boven het ijs, schurende geluiden.
 
Diep in het slik slaap ik met de puiden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken