Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Prenteboekje naar Jan Luiken (ca. 1824)

Informatie terzijde

Titelpagina van Prenteboekje naar Jan Luiken
Afbeelding van Prenteboekje naar Jan LuikenToon afbeelding van titelpagina van Prenteboekje naar Jan Luiken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.11 MB)

XML (0.02 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

gedichten / dichtbundel
plaatwerk / prentenboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Prenteboekje naar Jan Luiken

(ca. 1824)–P. Hanou van Arum–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 24]
[p. 24]

De kleedermaker.

 
Hij maakt met een bekwame hand,
 
Naar ieders rang en staat en stand,
 
En eigen vaderlandsche trant,
 
Een welgepast en net gewaad,
 
Dat nooit aan iemand kwalijk staat,
 
Maar 't kostelijkste kleed van al,
 
Dat ieder mensch versieren zal,
 
Wat stand hem hier ten deele vall',
 
Ja! dat hem deftig onderscheidt,
 
Dat is het kleed der Nedrigheid.
[pagina t.o. 24]
[p. t.o. 24]


illustratie
De Kleermaaker.
ô Mens besteed, Uw beste kleed.


[pagina 25]
[p. 25]

Zoo ziet gij, lieve Jeugd! U een twaalftal der genoemde Ambachten, met even zoo vele Bijschriften, tot leerzaam vermaak voorgesteld. ‘Juist twaalf,’ (zegt gij) en denkt misschien aan het Spreekwoord: Twaalf ambachten, dertien ongelukken. Dat gij aan dit spreekwoord denkt, verwondert ons nu wel niet;

[pagina 26]
[p. 26]

maar het zou ons spijten, indien ge het denkbeeld van een ambacht met het denkbeeld van ongeluk verbondt, omdat gij dan al heel kwalijk zoudt doen en het gezegde spreekwoord zeer verkeerd zoudt begrijpen. Want het zegt niet, dat twaalf ambachten dertien ongelukken veroorzaken, maar het beteekent,

[pagina 27]
[p. 27]

dat degene, die in de keuze en het leeren van een beroep niet bepaald en onstandvastig, niet doorzettend ijverig, maar wispelturig is, twaalf ambachten te vergeefs en met even ongelukkigen uitslag zal bij de hand genomen hebben, en in het dertiende niet minder ongelukkig slagen zal. Neen! denkt liever aan een ander

[pagina 28]
[p. 28]

spreekwoord, namelijk, dat een ambacht altoos zijnen meester voedt, hetgeen te kennen geeft, dat hij, die zich bepaald en met doorgezetten ijver op een ambacht dermate toelegt, dat hij, de kennis daarvan eindelijk geheel meester wordt, daarin ook wel den kost vindt. En dit mogt in onze dagen wel

[pagina 29]
[p. 29]

wat meer bedacht worden, dan zouden zoo vele jongens uit den burgerstand, niet met klein achting op een handwerk nederzien, en bij het kiezen van een beroep doorgaans eerst om een Kantoor, Apotheek of Tabaks winkel denken. Om een Koopman, of Regtsgeleerde of Tabakskooper te worden, is veel geld of althans

[pagina 30]
[p. 30]

studie, die veel geld kost, noodig, en wie heeft dit in onzen tegenwoordigen Burgerstand? Doch om het zoogenaamde ambacht van Timmerman, Metselaar, Schilder of Verwer en Glazenmaker, Loodgieter, Smid, Kastenmaker of Schrijnwerker, Schoenmaker, Kleedermaker en dergelijke, uit te oefenen, kan men met

[pagina 31]
[p. 31]

een sommetje beginnen, dat in den burgerkring nog te bekomen is. Wel is waar, men is dan voor het uiterlijke niet altoos een Heer, maar er zijn ettelijke heeren, die met menigen meester of baas gaarne zouden ruilen. Bovendien maakt de stand, dien de mensch in de maatschappij bekleedt, op zich zelven hem

[pagina 32]
[p. 32]

niet altijd achtenswaardig, maar het komt er op aan, of hij door zijn gedrag dien stand tot eer verstrekt. Want indien een Lands-minister een Landverrader wordt, is hij een verachtelijk mensch en wanneer een Schoenmaker een braaf en eerlijk burger is, dan is hij een eerwaardig lid van den Staat.

[pagina 33]
[p. 33]

Houdt dit onder het oog, Kinderen! en vergeet nooit, dat

 
Wie zijn pligt
 
Getrouw verrigt,
 
Strekt in elk beroep en stand
 
Tot een sieraad van zijn Land.

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken