Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Sophonisba (1733)

Informatie terzijde

Titelpagina van Sophonisba
Afbeelding van SophonisbaToon afbeelding van titelpagina van Sophonisba

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.43 MB)

Scans (3.22 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Sophonisba

(1733)–Pieter Willem van Haps–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 6]
[p. 6]

Voorreden.

HEt zal licht zommige vreemd voorkoomen, dat ik deze stof van Sophonisba, uit het derde boek der Romeinsche Historie van Titius Livius getrokken, en zo van de grond, tot een Treurspel, gelyk het hier in 't licht koomt, heb opgebouwd, daar dezelve stof, door de pen van de Heer Pierre Corneille, reeds in een Treurspel is veranderd; en zulks het dierhalven beter hadde geweest, een overzetting van het zelve Spel te hebben berymd, dan zon Sophonisba zo veel van haar luister niet missen als zy nu, door myn eigen vindinge, verlooren heeft. Zulke, of diergelyke redenen zullen my ongetwyffeld voor koomen: want veele menschen hebben het gebrek, van een oordeel over een zaak te vellen, eer zy daar de rechte meening van weeten. Daarom dacht ik het noodig te weezen, myn inzigt tot het van de grond ophaalen van dit Treurspel, door deze Voorreden te uiten.

Ik meen, gelyk het ook met 'er daad is, dat men zyne eigene krachten, omtrent de Poëzy, nooit na behooren op den toetsteen kan brengen, zo wanneer men zich steets begeest tot het berymen van de overzetsels der Fransche Toonelstukken, terwyl men, in zulk een geval, de stoffe in hunne volle sieraaden heeft, en men het verstand alleen spitst op het wel bevatten van den zin, en op het vinden van het rym, om de zin ongekreukt in een sierlyk rymend vaers te verklaaren; hoewel dit beide wel waargenomen, en uitgevoerd werdende, al vry wat in heeft, ja meer als veele zoude gelooven. Niet te min hebben eenige voornaame Poëeten deze moeiten getroost geweest, en zich begeeven tot het overzetten en berymen van de Fransche Tooneelstukken, niet zonder inzicht van hunne uitsteekenheid: Ik wil ook gaarn bekennen dat de Spellen, die door de Heeren Corneille, Racine en Quinault zyn gemaakt, hoogdraavend, net van taal, konstig van schikkinge en hartstochten zyn; en met geen minder luister praalen de geenen die van dezelve Heeren, in onze taal overgezet en berymd zyn, als heb-

[pagina 7]
[p. 7]

bende het geluk gehad van in handen van goede Overzetters en Poëeten te koomen.

Nu mogt men zeggen, dat ik moet bekennen hoe de Fransche Treurspeelen als volmaakt zyn, en die, nochtans nalaat te berymen. Hier op diend, dat ik, met een onvermoeiden yver, de Fransche Poëeten in hunnen alom roembehaalende Treurstyl, door eigen vindinge zal poogen na te volgen, als zulks voor my hebbe geoordeeld het beste te weezen: en wat misslag is het als iemand bevorderd, 't welk hy vermeend voor zich zelf het nutste te zyn? Ook kan men het die geen niet voor verwaandheid aanvryven, die in de laagte der wetenschap staande, middelen gebruikt die helpen konnen om zich zelven allengs hooger op te beuren; zo zyn, op die wys, de Fransche Poëeten in hunnen Treurtoon, tot op den top van den Zangberg opgesteegen; doch ik ben verzekerd dat 'er in ons Land, en voornaamentlyk in de ze Stad, wel zyn, die, zo zy hun verstand wilde besteeden tot het van de grond opbouwen van Tooneelstukken, groote verwonderinge zoude geeven: hun naamen zal ik verzwygen om hen, door hun lof, niet ten doel van de Nyd te stellen.

Een ander kon nu zeggen: nadien u dan de eigen vindinge gevalt, waarom dan geen andere stof verkooren, als die reeds door de Heer Corneille tot een Treurspel gemaakt was? want zo hadden de geene die de Fransche Sophonisba hebben gelezen de zwakheid van de uwe zo klaar niet konnen aantoonen.

De geen, zeg ik hier op, die met groote lust iet ter hand neemt, heeft, onweetende, een derde van 't zelve verricht; hierom verkoor ik de stof van Sophonisba, terwyl de lust my daar toe aandreef, en die my ook de vrees, voor de zwaarheid van 't werk, deê verminderen. En wat aangaat de deftigheid waar meê de Fransche Sophonisba boven de myne mogt praalen, zulks, zeg ik, zal, noch kan my niet hinderen: want myn oogmerk is om de grootste vernufien, in Poëzy, door eigen vindinge, van verre na te treeden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken