Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De weerliicke liefden tot Roose-mond (1956)

Informatie terzijde

Titelpagina van De weerliicke liefden tot Roose-mond
Afbeelding van De weerliicke liefden tot Roose-mondToon afbeelding van titelpagina van De weerliicke liefden tot Roose-mond

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

Scans (6.59 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Editeur

Oscar Dambre



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De weerliicke liefden tot Roose-mond

(1956)–Justus de Harduwijn–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

XII. Invloed

De dubbele invloed, die van de ‘Roose-mond ’-bundel had kunnen uit-

[pagina 57]
[p. 57]

gaan, én als dichterlijke wekroep tot nederlands taalbewustzijn, én als voorbeeld van typisch renaissancistische liefdespoëzie, is beperkt gebleven tot een persoonlijke vriendenkring.

In dit verband moge - behalve op de rechtstreeks bij de ‘Roose-mond’-uitgave betrokken lofdichters - o.a. worden gewezen op de opgetogenheid waarmede Justus de Harduwijns in 1612 uit Rome naar Gent teruggekeerde vriend Justus Ryckius de bundel begroette: bij de voltooiing van een tijdens de terugreis teMilaan aangevangen ‘Elogia gandensium poetarum’ Ga naar voetnoot1 laste hij er een speciale Justus de Harduwijn-hulde in, om er spontaan zijn vreugde en trots over uit te spreken dat ‘men niet langer bewonderend en naijverig naar de prestaties van buitenlandse dichters hoefde op te kijken, nu een eigen landgenoot-dichter - wiens zang met die van de zwanen kon wedijveren - in het eenzaam afgelegen oord aan de samenvloeiing van Dender en Schelde (bedoeld is Oudegem-Mespelare) zulke wondermooi elegische liederen had gezongen. (Roose-mond). En nog een andere Gentenaar, de benedictijn Cornelius Lummenaeus a Marca van St.-Pietersabdij, huldigde in een gelijkaardige ode de ‘dulcis genius’ van de Harduwijn, die hij beschouwde als de redder en handhaver van de poëzie in Vlaanderen. Ga naar voetnoot2 Dit was de grote opluchting onder de poëzie-vrienden.

Dat het lentische ‘Roose-mond’-geluid echter geen weerklank vond in het Noorden, was het gevolg van de tijdsomstandigheden; dat het in het Zuiden slechts korte tijd en dan nog als in sourdine werd gehoord, vond zijn oorzaak in de Harduwijns onverhoedse verloochening van zijn ‘Venus ghejancksel’. Ga naar voetnoot3 Ingevolge de ingreep van de rigoristische pastorale visitatorHenricus Calenus Ga naar voetnoot4 gebeurde dit al vlug na het verschijnen van de bundel, en het is best mogelijk dat de auteur ‘gheanckert in het bevel’ van zijn geestelijke overheid, het daarbij niet zal hebben gelaten; de reeds in omloop gebrachte exemplaren van zijn eersteling werden wellicht weer ingetrokken en vernietigd, ten einde zoveel mogelijk elke herinnering eraan uit te wissen.

Intussen echter hadden zijn vrienden in de ‘Roose-mond ’ het morgenrood van een nieuw poëtisch ideaal begroet en hun enthousiasme bezielde hen zelf, hetzij tot geactiveerde liefde voor de moedertaal (David van der Linden, Guilliam Caudron, Theoderick van Liefvelt, Erycius Puteanus),

[pagina 58]
[p. 58]

hetzij tot parallelle wedijver (Joan David Heemssen). Bij het uitstippelen van een nieuwe versbouwtheorie ging ookJacob Ymmeloot uit van de ‘Roose-mond’-sonnetten; en anderen, zoalsJustus Ryckius, Lummenaeus a Marca, Antonius Sanderus, Willem van der Elst, Henricus Calenus, zwaaiden de Harduwijn uitbundige lof toe. Ga naar voetnoot1 Maar die sfeer van bewondering kon, na het doven van het ‘Roose-mond’-licht niet verder uitdeinen en, bijaldien dat ze bleef gloren, putte ze haar gloed uit een andere vuurhaard: de Harduwijns latere religieuze poëzie.

voetnoot1
Verschenen in: Urbes Flandriae et Brabantiae auctore Maximiliano Vrientio, Lovanii 1614, achteraan als bladvulsel.
voetnoot2
In vrije vertaling. - Cornelii a Marca Opera Onmia (Lovanii 1613), blz. 249-251, Ad Cll. Viros Cives meos... Iustum Harduynum.
voetnoot3
In de ‘Voor-redene tot den Leser’ (Goddelicke Lof-Sanghen 1620).
voetnoot4
Vgl. O. Dambre, Betekenis van de ontmoeting Calenus-de Harduwijn, in Ascania, jg. 7 (1964) nr. 1, blz. 13-20. Vgl. ook O. Dambre, Nog aanvullende wetenswaardigheden over Justus de Harduwijn in Spiegel der Letteren, 13e jg., 1970-71, nr. 3.
voetnoot1
Hard., (passim); voor Calenus, zie boven blz. 12 en 15.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken