Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Pietje en Agnietje, of de doos van Pandora (1954)

Informatie terzijde

Titelpagina van Pietje en Agnietje, of de doos van Pandora
Afbeelding van Pietje en Agnietje, of de doos van PandoraToon afbeelding van titelpagina van Pietje en Agnietje, of de doos van Pandora

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.40 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Editeur

P. Vreeken



Genre

drama

Subgenre

blijspel / komedie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Pietje en Agnietje, of de doos van Pandora

(1954)–Onno Zwier van Haren–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

Inleiding

Onno Zwier van Haren (1713-1779) is een van de merkwaardigste figuren uit de Nederlandse literatuur van de achttiende eeuw geweest. Hij en zijn broer Willem (1710-1768) - ook deze onderscheidde zich als dichter - waren Friese edellieden. Zij waren vurig Prinsgezind en tijdens het korte bewind van Willem IV vrij belangrijke diplomaten.

Vooral Onno Zwier was een originele persoonlijkheid, die in zijn literaire werk dikwijls zijn tijd ver vooruit was. Zo publiceerde hij in 1766 het treurspel ‘Agon’, dat toestanden op Java en wandaden van de Nederlanders aldaar behandelt. Hij was practisch de eerste, die de aandacht van het publiek voor dit onderwerp vroeg, en dus een voorloper van Multatuli. Zijn grote, in 1771 verschenen epische gedicht ‘De Geuzen’, resultaat van een omvangrijke voorstudie, behandelde de glorietijd van onze nationale geschiedenis en liep vooruit op de later geformuleerde verlangens van Potgieter.

In dit en ander werk had hij de moed af te wijken van de in die tijd geldende opvattingen inzake drama en poëzie. Vooral uit de kringen van de dichtgenootschappen, waar men glad gepolijste, maar stijve en fantasieloze verzen eiste, kwam heftige en soms kleinerende critiek tegen Onno's ruige, stugge en dikwijls slordige versificatie.

 

Maar ook in het dagelijks leven nam hij stelling tegen de opvattingen van zijn tijd. Ondanks zijn uitgebreide Franse cultuur - hij was uitstekend thuis in het werk van Voltaire - bleef hij een vroom Christen, wiens verzet tegen de lichtzinnigheid van de leidende kringen in Den Haag en tegen de baantjesjagerij en onbekwaamheid der regenten steeds bleek. Hij wees dan terug op de stoere en eenvoudige zeden, die Nederland vroeger groot gemaakt hadden.

Toen hij zich reeds lang uit het openbare leven teruggetrokken had, publiceerde hij in 1779 zijn toneelstuk ‘Pietje en Agnietje of De Doos van Pandora’. Hij schreef dit ter gelegenheid van het tweede eeuwfeest van de Unie van Utrecht. De

[pagina 6]
[p. 6]

Griekse mythe van Pandora gaf hem de gelegenheid het ontstaan van allerlei ondeugden aan te tonen, die in zijn tijd vrij spel gekregen hadden: ijdelheid, coquetterie, machtsmisbruik, afkeer van de eenvoud van hart, geweldenarij. Alleen de figuren van Pietje en Agnietje blijven onder dit alles onbedorven en zij zijn het, die in een moerassig gebied, dat later Nederland zal zijn, onze oorspronkelijke deugden: eerlijkheid, mildheid, vroomheid, eenvoud ten toon spreiden.

 

Tot slot van deze inleiding volgt hier nog een korte samenvatting van de inhoud van het stuk:

 

Eerste Bedrijf: De beeldhouwer Prometheus heeft zojuist een fraai beeld, Pandora, voltooid. Hij bidt Jupiter dit beeld levend te maken. Cupido vervult deze wens en Jupiter geeft Pandora de beruchte doos, waarin alle kwalen en rampen verborgen zitten en die nooit geopend mag worden.

 

Tweede Bedrijf: Mercurius, boodschapper der Goden, wordt als speelman gastvrij op de bruiloft van Pietje en Agnietje genood. Overal treft hij de ongeschonden deugden van de ‘gouden tijd’ aan. Stijntje-moei was graag met Pietje, Jan de Voerman graag met Agnietje getrouwd, maar beiden zetten zich zonder wrok over de teleurstelling heen. Ieder deelt zonder afgunst in 't geluk van het jonge paar. De boer Kees de Slimmert geeft hun een vorstelijk geschenk. Op dat ogenblik wordt de doos van Pandora geopend en ieder vlucht verschrikt.

 

Derde Bedrijf: Op allerlei manieren blijkt de ondeugd zich van deze eenvoudige mensen meester gemaakt te hebben. Stijntje-moei, nu Stevenira geheten, stookt tussen Pietje en Agnietje. Agnietje's moeder wil haar plotseling met de rijkere Jan de Voerman doen trouwen. Kees de Slimmert werpt zich op als rechter, alleen om zijn vrienden te helpen. Allerlei ziekten komen, Agnietjes moeder gaat lelijk hoesten, Jan de Voerman krijgt jicht. Ondanks alle plotselinge tegenwerking blijven Pietje en Agnietje elkaar trouw.

 

Vierde Bedrijf: Kees de Slimmert is als rechter geïnstalleerd

[pagina 7]
[p. 7]

en getrouwd met ‘Stevenira’. Hij begint met zich wederrechtelijk allerlei goederen toe te eigenen. Agnietjes moeder stikt in haar hoest. Pietjes pas verworven bezit wordt in beslag genomen en beide gelieven worden van moord op hun moeder beschuldigd. Ze worden veroordeeld als slaven verkocht te worden. (Het instituut van de slavernij is inmiddels ontstaan.) Maar met het rijk van Kees de Slimmert is het gauw gedaan. Er komt een generaal - enkele dagen terug was hij nog wegwerker - en deze neemt als volledig despoot alle macht en rijkdom in handen. Voor zijn pas opgericht leger is niemand veilig. Hij laat Kees de Slimmert het regimentsuniform aanmeten, stuurt Stevenira weg, om eten voor de soldaten te gaan koken, laat Pietje en Agnietje vrij om ze vee te laten hoeden. Hun ellende is nog niet ten einde: onderweg worden ze door plunderaars neergeslagen.

 

Vijfde Bedrijf: We treffen Pietje en Agnietje nu aan in een laag, moerassig land. Ze hebben moeite om zich in hun levensonderhoud te voorzien. Mercurius, die als een zeer oud man opkomt, wordt desondanks gastvrij onthaald. Hem blijkt dat zij de oorspronkelijke deugden behouden hebben.

In een epiloog, die Mercurius te midden van enkele Godenfiguren uitspreekt, ziet hij, hoe later het welvarende Nederland uit dit moeras gegroeid is en hoopt hij, dat Eenvoudigheid en Goede Trouw er weer zullen leven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken