Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens (1888)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens
Afbeelding van Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levensToon afbeelding van titelpagina van Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.92 MB)

ebook (3.14 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens

(1888)–J.P. Hasebroek–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 90]
[p. 90]

Rouw.
Aan een Weduwe.

 
Vanwaar, vanwaar dat donker,
 
Verspreid langs veld en weî,
 
Straks lachende in 't geflonker
 
Van 't zonnetje van Mei?
 
 
 
't Is dat het wolkgewemel,
 
Opdoemende aan den trans,
 
Die Meizon aan den hemel
 
Beroofde van zijn glans.
 
 
 
Nu is 't, als kwam de trekken
 
Van 's aardrijks schoon gelaat
 
Een zwarte wijle dekken,
 
Die 't wolkfloers dalen laat.
 
 
 
Ja, alles in het ronde
 
Spreekt droefheid, dofheid, rouw:
 
Natuur, te dezer stonde,
 
Treurt als een Weduwvrouw.
 
 
 
Zoo gaat het u, Geliefde!
 
Die mede rouwt en treurt,
[pagina 91]
[p. 91]
 
Nadat de slag u griefde,
 
Die 't hart u heeft verscheurd.
 
 
 
Zoo 't al geen zon mocht wezen,
 
Die voor u werd gedoofd,
 
Twee starren, die u rezen,
 
Zijn van haar licht beroofd.
 
 
 
Twee, o! zoo dierbare oogen
 
Heeft wreed de Dood gebluscht,
 
En daarmede u onttogen
 
Uw licht, uw liefde, uw lust!
 
 
 
Zoo heeft zijn hand uw harte
 
In zwarten nacht gestort,
 
Zoodat het, na die smarte,
 
Daar nooit recht morgen wordt.
 
 
 
En niet alleen daarbinnen
 
Dekt alles 't floers van rouw:
 
Ook wat rondom uw zinnen
 
Eens streelde, is dof en grauw.
 
 
 
Uw huis, uw cel, uw gaarde
 
Gaan, als uw kleed, in 't zwart:
 
Geen plekje hier op aarde,
 
Dat niet vol schaduw werd.
 
 
 
Groot, liefde! is uw vermogen,
 
Dat, als 't gemis der zon,
 
De eklips van één paar oogen
 
Dus de aard verduistren kon!
 
 
[pagina 92]
[p. 92]
 
Ja, mocht ge uw smeekbede uiten,
 
Zij klonk: Geef dat, o Heer,
 
Zich nog twee oogen sluiten,
 
En dán - dan lichte 't weêr!
 
 
 
Maar wij die 't noô dus zagen,
 
Wij bidden liever zacht:
 
‘Heer, kom Gij, en laat dagen
 
Uw starre in dezen nacht!’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken