Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens (1888)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens
Afbeelding van Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levensToon afbeelding van titelpagina van Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.92 MB)

ebook (3.14 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens

(1888)–J.P. Hasebroek–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 176]
[p. 176]

Jonggebleven dooden.

 
Wie kent den Zweedschen jongling niet,
 
Die in een mijn zijn graf moest vinden,
 
Betreurd door allen, die hem minden,
 
Maar dien men eensklaps wederziet,
 
Dier mijn ontrukt na vijftig jaar,
 
Nog blozend of hij levend waar?
 
 
 
Wat droefheid om het bloeiend lijk!
 
Maar geen die rouw draagt van die allen,
 
Als zij, die om zijn hals gevallen,
 
Hem kust met liefdeblijk op blijk,
 
Als de oude en droef vervallen vrouw,
 
Die dreigt te stikken in haar rouw.
 
 
 
Niet vreemd! Zij was eenmaal zijn bruid.
 
Die, waar? en hoe? hem heeft verloren:
 
Men weet het niet: hij liet geen sporen....
 
Daar levert thans de mijn hem uit,
 
Gebalsemd door die wondre kracht,
 
Die 't lichaam gaaf hield in haar schacht.
 
 
 
Hoe treft die kloof van jong en oud!
 
De bruid vergrijsd, de bruigom blozend,
 
De best den jongling kussend, kozend
 
Met de eigen liefde, nooit verflauwd;
 
Want, tastte geen bederf hem aan,
 
Ook hare liefde is niet vergaan.
 
 
[pagina 177]
[p. 177]
 
Aandoenlijk schouwspel, wis! en toch,
 
Beeld van slechts te gewone ervaring!
 
De liefde weet van geen verjaring;
 
Getuigt niet elke doodsrouw 't nog?
 
Hoe menig draagt een dierbre in 't hart,
 
Die, stervend, daar onsterflijk werd!
 
 
 
De bruid, geplukt nog vóór den trouw,
 
Maar door haar bruigom nooit vergeten;
 
De man, die steeds zijn bruid blijft heeten
 
Zijn vroeggestorven jonge vrouw;
 
De moeder, die steeds 't kindje streelt,
 
Dat stierf, en 't kust en met hem speelt; -
 
 
 
Ach, graven levert niet slechts de aard;
 
Daar zijn ook levendige graven,
 
Wier' doôn voor hen, die zij begaven,
 
Der liefde zalving jong bewaart....
 
Godlof! daar is ook Een, die leeft,
 
En die ze eens, levend, wedergeeft!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken