Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Sneeuwklokjes (1878)

Informatie terzijde

Titelpagina van Sneeuwklokjes
Afbeelding van SneeuwklokjesToon afbeelding van titelpagina van Sneeuwklokjes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

ebook (3.02 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Sneeuwklokjes

(1878)–J.P. Hasebroek–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 10]
[p. 10]

De noodkreet der liefdeGa naar voetnoot1).

 
De stormwind giert en zweept de baren
 
Der Spaansche zee:
 
Wee nu de schepen, die daar varen
 
In 't noodweêr, wee!
 
 
 
Ja, wee der kiel, aan stuk gestooten
 
Op gindsche klip.
 
't Verderf is over 't wrak besloten...
 
Straks zinkt het schip!
 
 
 
Maar eerst... wie komt in 't duister naderen?
 
'k Zie Englands vlag;
 
'k Hoor 't raat'len van de stoomboot-raderen
 
Met slag op slag.
 
 
 
Ja, 'k zie aan boord de schepelingen,
 
Met turend oog
 
Om door den nevel héén te dringen,
 
Die 't wrak omtoog.
 
 
[pagina 11]
[p. 11]
 
‘Ziet, makkers! ziet ge een zeil gespannen
 
Op 't dek als tent?
 
't Dient licht ten schut voor enkle mannen.....
 
Komt! 't roer gewend!’
 
 
 
O droef gezicht! Een halve doode
 
Treft daar hun blik;
 
Hij schijnt een geest; hij ademt noode,
 
En wekt slechts schrik.
 
 
 
Vermagerd, uitgeput, verstervend,
 
Schier enkel been,
 
Ja, zelfs eens kindjes krachten dervend,
 
Draagt men hem heen.
 
 
 
Op 't Britsche schip staan ze alle in 't ronde,
 
En zien hem aan,
 
Of hij nog weêr herrijzen konde,
 
Nog op mocht staan.
 
 
 
Men laaft zijn lippen, of het leven
 
Nog keeren mocht
 
In de ader, half door koû versteven
 
En 't kille vocht.
 
 
 
En zie, 't is of hij wil gaan spreken...
 
Let op zijn mond,
 
Of gij 't geluid des half bezweken'
 
Ook vangen kondt!
 
 
 
Wat poogt zijn woord u uit te leggen?
 
Hoe luidt zijn wensch? -
 
Gij hoort met holle stem hem zeggen:
 
‘Ginds - nog - een mensch!’
 
 
[pagina 12]
[p. 12]
 
Kan 't zijn? Bleef ginds aan boord een tweede,
 
Zoo veeg als hij?
 
- ‘Welaan dan, mannen, wie gaat mede? -’
 
- ‘Hier - hier zijn wij!’
 
 
 
Zij gaan, en 't loon bekroont hun pogen.
 
Een andre tip
 
Van 't zeil hield aan hun oog onttogen
 
Een' tweede op 't schip.
 
 
 
Men redt ook hem. Men redt ze beiden.
 
In d' ergsten nood
 
Verrijzen ze, als op 't punt van scheiden,
 
Van uit den dood.
 
 
 
Wél hun! - Maar wél hem boven allen,
 
Die in zijn leed,
 
Ja, schier den dood ter prooi gevallen,
 
Zich zelf vergeet.
 
 
 
Die, langs de smalle zoomen zwevend
 
Des uiterst' ends
 
Van 't leven, uitroept, zwak en bevend:
 
‘Ginds - nog - een mensch.’
 
 
 
Mijn broeder! welk een machtig voorbeeld
 
Van menschenmin,
 
Helaas! dat ons gebrek veroordeelt
 
Aan d' eigen zin!
 
 
 
Hoe vaak genieten wij den zegen
 
Van de aard' naar wensch,
 
Maar - treedt dan 's broeders beeld ons tegen:
 
‘Ginds - nog - een mensch!’
 
 
[pagina 13]
[p. 13]
 
‘Ginds nog een mensch!’ een naakte, een arme,
 
Die hongrend sterft;
 
Och of uw hart zich zijns ontferme,
 
Die alles derft!
 
 
 
Gij, Christen, die Gods woord mocht smaken,
 
Ziet ge, op de grens
 
Uws lands, u 's nachts den Heiden naken:
 
‘Ginds - nog - een mensch!’
 
 
 
Die jammerkreet bracht uit den hoogen
 
Gods Zoon tot u;
 
Die kreet heeft u 't verderf onttogen:
 
Vergeld dien nu.
 
 
 
Ja, dat die kreet u zegen stichte,
 
Uw voorspraak zij,
 
Uit 's broeders mond, voor Gods gerichte:
 
‘Hij redde mij!’
voetnoot1)
Historisch. Het feit wordt verhaald door Dr. Thomas Guthrie, Predikant te Edimburg, in een zijner leerredenen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken