Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Sneeuwklokjes (1878)

Informatie terzijde

Titelpagina van Sneeuwklokjes
Afbeelding van SneeuwklokjesToon afbeelding van titelpagina van Sneeuwklokjes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

ebook (3.02 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Sneeuwklokjes

(1878)–J.P. Hasebroek–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 85]
[p. 85]

Twee vraagteekens.

 
Gelukkige dagen,
 
Door God mij beschikt,
 
Waarin mij de zonne
 
Des levens verkwikt!
 
 
 
Gelukkige dagen,
 
Waarin ik het licht
 
Der kennis zie stralen,
 
Volop, voor 't gezicht!
 
 
 
Gelukkige dagen,
 
Waarin men den grond
 
Der dingen mag kennen,
 
Dien de Oudheid niet vond;
 
 
 
Waarin men bij d' oorspong
 
Der wereld mag staan,
 
En op haar geboorte
 
De blikken mag slaan;
 
 
 
Waarin het ontleedmes,
 
In 's heelmeesters hand,
 
Het weefsel des levens
 
Ontdekt in 't verband;
 
 
[pagina 86]
[p. 86]
 
Waarin de natuur ons,
 
Zij 't scheemrend, een deel
 
Ontraadselt van 't wonder
 
Van 't groote Geheel;
 
 
 
Waarin men den sluier
 
Van 't aangezicht trekt,
 
Waarmede de Sfinx zich
 
Van 't leven bedekt!....
 
 
 
En toch, hoeveel neevlen
 
Ook weg zijn gegaan,
 
Ginds zie ik nog immer
 
Twee Vraagteekens staan;
 
 
 
Twee teekens, die vragen,
 
Wat antwoord ik gaf
 
Op 't raadsel huns daarzijns?
 
Een Wieg en een Graf:
 
 
 
Mijn Wieg, de eerste sponde,
 
Waar 'k lachend op staar,
 
Maar nu mij ontrustend
 
Door 't vraagwoord: Vanwaar?
 
 
 
Mijn Graf, laatste rustplaats
 
Van moeite en geween,
 
Maar nu mij verschrikkend
 
Door 't vraagstuk: Waarheen?
 
 
 
Vanwaar? en Waarhenen? -
 
Geheimvolle Twee,
 
Gestaâg mij vervolgend,
 
In vreugd en in wee!
 
 
[pagina 87]
[p. 87]
 
Vanwaar? en Waarhenen? -
 
Al 't licht, me opgegaan
 
Daar buiten, wat baat het,
 
Als 'k voor u blijf staan?
 
 
 
Vanwaar? - Geest, wie zijt gij,
 
Die 't leven mij gaaft?
 
Waarheen? - Dood, waar kom ik,
 
Als gij mij begraaft?
 
 
 
Vanwaar? en Waarhenen? -
 
Rijst nu uit het graf,
 
Gij, schimmen der wijzen,
 
Die God eens ons gaf!
 
 
 
Athenen en Memfis,
 
Parijs en Berlijn,
 
Vereent nu uw stralen,
 
En leent mij hun schijn!
 
 
 
Noemt, noemt mij de Liefde,
 
Wier maaksel ik ben!
 
Onthult mij mijn Toekomst,
 
Opdat ik haar kenn'.
 
 
 
Ik gun het geheim u
 
Van lucht, aarde en zee,
 
Zoo gij maar me ontsluiert
 
't Geheim van die Twee!....
 
 
 
Ach, vruchtlooze vragen!
 
De dag is gedaagd,
 
De nacht is gebleven,
 
Waar ge uitkomst uit vraagt.
 
 
[pagina 88]
[p. 88]
 
De Wijzen, zij zoeken
 
En twisten te zaam;
 
Maar geen hunner noemt u
 
D' onnoembaren Naam.
 
 
 
De Sfinx blijft steeds spraakloos,
 
En nooit scheen zoo dicht
 
De sluier, haar wezen
 
Bedekkend voor 't licht.
 
 
 
Mijn tijd is de Hiob
 
Op d' aschhoop der smart
 
Van lichaam en ziele,
 
Vertwijflend in 't hart.
 
 
 
De kring van zijn vrienden
 
Biedt licht en schaft raad....
 
Ellendige troosters!
 
Zij meerdren nog 't kwaad,
 
 
 
Totdat van den hemel
 
De Almachtige spreekt,
 
Wiens woord van het raadsel
 
Het zegel verbreekt.
 
 
 
Gelukkige Hiob,
 
Wiens blinddoek dus viel,
 
God lof! uwe ervaring
 
Werd die van mijn ziel.
 
 
 
Waar tergend mij daagde
 
Mijn Vraagteeken-paar,
 
En 'k immer bleef tasten:
 
Waarheen? en Vanwaar?
 
 
[pagina 89]
[p. 89]
 
Daar is mij verschenen
 
Mijn God in zijn Woord,
 
Welks licht in mijn binnenst
 
Ontdekkende gloort.
 
 
 
Niet dat ik nu alles
 
Doorgrond of versta,
 
Maar 'k zie, en 't onzichtbre,
 
Dat bleef, komt hierna.
 
 
 
Een licht schijnt op 't Wiegje,
 
Waar 't kindjen in rust,
 
En 'k zegen den Vader,
 
Die welkom mij kust.
 
 
 
Een licht straalt op 't rustbed
 
Van 't Graf, dat mij wacht,
 
En 'k roem den Getrouwe,
 
Die wekt uit den nacht.
 
 
 
Mijn Vraagteekens werden
 
Tot teeknen van dank,
 
Voor 's heerlijken Antwoords
 
Volzaligen klank!
 
 
 
God! dank voor den lichtstraal,
 
Die me oplossing bood!
 
Vanwaar? - Uit Gods armen!
 
Waarheen? - Naar Gods schoot!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken