Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Winterbloemen (1879)

Informatie terzijde

Titelpagina van Winterbloemen
Afbeelding van WinterbloemenToon afbeelding van titelpagina van Winterbloemen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.85 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Winterbloemen

(1879)–J.P. Hasebroek–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 10]
[p. 10]

Kinderstemmen.

 
'k Zit in mijn boekencel ter neêr;
 
Ik denk, en peins, en peins alweêr;
 
Niets komt mijn stilte storen.
 
Alleen een heer van musschen springt
 
Daar voor mij in den hof, en zingt
 
Met vink en meerle in koren.
 
 
 
Hoor, hoor mij dat gezang eens aan,
 
Dat tjilpen, sjilpen, fluiten, slaan
 
Op allerhande tonen;
 
Dat dartlend hupplen door elkaâr,
 
Of 't bij 't concert casino waar,
 
Om vreugd met vreugd te kronen.
 
 
 
Wat kan er, denk ik, schooner zijn,
 
Dan zulk een vogelenfestijn,
 
Dat ons Natuur komt geven? -
 
Vraagt gij 't in ernst? Ei, zie eens uit,
 
En hoor eens even naar 't geluid,
 
Dat thans u toe komt zweven!
 
 
[pagina 11]
[p. 11]
 
Van waar die andre zwerm, die vlucht,
 
Die in den naasten hof de lucht
 
Met lachjes komt vervullen?....
 
O 'k zie, ik hoor 't: de schooljeugd stroomt
 
Naar buiten, nu het rustuur koomt,
 
Waarin zij spelen zullen.
 
 
 
Ze joelen, woelen door elkaâr,
 
Ze dartlen, spartlen al te gaâr,
 
Als vischjes in het water.
 
Ze zingen en ze springen rond,
 
De leden los en 't hart gezond,
 
Met joedelend geschater.
 
 
 
't Zijn allen meiskens, die haar les
 
Ter schole, naar AntonidesGa naar voetnoot1)
 
Geheeten, komen leeren.
 
Die oude zanger! - drong tot hem
 
In 't graf die blijde kinderstem,
 
Hij zou in 't leven keeren.
 
 
 
Antonides! 'k erken: uw luit
 
Stort schoone en zoete liedren uit,
 
Den zoon van Vondel waardig:
 
Maar gun mij 't woord: verrukt me uw lier,
 
Die kinderstemmetjes alhier -
 
O 't klinkt nog eens zoo aardig!
 
 
 
Zóó huppelen de golfjes niet
 
Des Ystrooms in uw keurig lied;
[pagina 12]
[p. 12]
 
Zoo kunnen ze niet ruischen.
 
Uw lied is schoone kunst, vol vuur,
 
Maar wat ik hier hoor, is natuur,
 
Wier stemmen blij me omsuizen.
 
 
 
Ja, zelfs de zang van 't vooglenkoor,
 
Dat ik daar buiten schettren hoor,
 
Moet voor die kindren wijken.
 
Der vox humana schoon geluid
 
Klinkt boven de andre tonen uit,
 
Die voor haar klank bezwijken.
 
 
 
Hier klinkt de jonge menschenziel,
 
Gelijk zij uit de handen viel
 
Des Scheppers, rein en teeder!
 
O 't schijnt: zoo dicht bij 's levens bron,
 
En pas gewekt door 's levens zon, -
 
Hier keert een Eden weder.
 
 
 
O ja! Gods vriendlijkheid zij prijs!
 
Daar groent, daar groent een paradijs
 
Aan de intreê van elk leven.
 
De levensboom van 's levens jeugd
 
Ontgint voor ieder 's levens vreugd,
 
Slechts eenmaal zóó gegeven!
 
 
 
En daarom, kinderen-gejuich!
 
Rijs luid ten hemel op, en tuig
 
Den dank der kleene harten,
 
Die door het versche lentegroen
 
Rondspringen, als mijn musschen doen,
 
Gansch vreemd aan zorg en smarten.
 
 
 
O! zie 'k dat jonge troepjen aan,
 
Hoe wonder gaat het hart mij slaan,
[pagina 13]
[p. 13]
 
Als voelde ik mij verjongen,
 
Als werd ik weêr de kleine knaap,
 
Die ook als lam om 't moederschaap
 
Zoo dartlend heeft gesprongen.
 
 
 
Die tijd verdween, en keert niet weêr;
 
Toch roem ik, dat de lieve Heer
 
Mij dien niet laat vergeten,
 
En dat ik steeds een hart behield,
 
Dat door de vreugd zich voelt bezield
 
Van blijde kinderkreten.
 
 
 
Die vreugd wekt in mijn hart een klank
 
Van zoete erinn'ring, die met dank
 
Voor 't Gister wordt genoten.
 
Maar meer nog! - 't is een voorspel meê,
 
En boven deze tonenzee,
 
Die 't kindergroepje ruischen deê,
 
Hoor 'k - hemelsch-zoete noten!
voetnoot1)
De Antonides-school, een openbare burgerschool voor meisjes, onmiddellijk naast mijn woning gelegen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken