Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De nagels in het vlees (1945)

Informatie terzijde

Titelpagina van De nagels in het vlees
Afbeelding van De nagels in het vleesToon afbeelding van titelpagina van De nagels in het vlees

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.42 MB)

Scans (5.66 MB)

XML (0.06 MB)

tekstbestand






Illustrator

Cees Bantzinger



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De nagels in het vlees

(1945)–Jac. van Hattum–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 40]
[p. 40]

Het beste en booste lid.

 
Al die hier samen zit,
 
een nieuw lied wil ik zingen;
 
het beste en booste lid,
 
dat dient men te bedwingen.
 
 
 
Zij, die dit liedeke zong,
 
poogt enkel aan te tonen,
 
hoe dat een boze tong
 
geen sterv'ling zal verschonen.
 
 
 
Zij was gevangen mee,
 
die ons het leed kwam brouwen;
 
het was in Vught ter stee,
 
het was in 't kamp der vrouwen.
 
 
 
De commandant werd vaak
 
besproken om zijn daden,
 
en straks werd ieder woord
 
van ons aan hem verraden.
 
 
 
Wij wisten, dat hij had
 
één tot zijn lief verkoren,
 
en, kozend, werd haar mond
 
de uitgang van heur oren.
 
 
 
En elk misprijzend woord
 
was 's avonds nauw gesproken,
 
of 's ochtends werd het reeds
 
met straf op straf gewroken.
 
 
[pagina 41]
[p. 41]
 
Toen zeiden wij: 't is uit,
 
dit valt niet te verschonen;
 
we zeiden: laat ons toch
 
als zusters samen wonen.
 
 
 
We spraken lang met haar
 
en wezen op zijn daden;
 
wel duchtte zij gevaar,
 
maar bleef ons toch verraden.
 
 
 
Toen hebben wij haar bed
 
met water overgoten
 
ten teken, dat zij was
 
uit ons verband gestoten.
 
 
 
En toen zij nòg verried
 
hetgeen zij kwam te horen,
 
toen werden hem z'n lief
 
de haren afgeschoren.
 
 
 
Dan greep haar zulk een angst,
 
dat zij verloor haar zinnen;
 
ze rend' uit de barak
 
de avondstraten binnen.
 
 
 
En naderde de wacht,
 
van prikkeldraad omsloten;
 
zo werd hem in de nacht
 
zijn liefje neergeschoten.
 
 
[pagina 42]
[p. 42]
 
Zijn eigen wachtsman dee
 
zijn tortelduifje vallen;
 
het was in Vught ter stee;
 
toen trof zijn woede allen.
 
 
 
Eerst nam hij éne vrouw;
 
die zou voor allen boeten;
 
we zeiden: moet gestraft,
 
dat z'allen straffen moeten.
 
 
 
Zij deed niet meer, dan wij;
 
hoe haar er uit te kiezen?
 
Zij had niet meer, dan wij,
 
dan 't leven te verliezen.
 
 
 
Toen liet hij zonder meer
 
ons in een bunker sluiten
 
en zijn gekrenkte eer
 
sloot alle rede buiten.
 
 
 
En wat een etmaal is
 
dat kan wel niemand weten,
 
dan, die, in duisternis,
 
die tijd heeft uitgezeten.
 
 
 
Neen, wat een etmaal is,
 
hoe traag de tijd kan gaan,
 
dat weet alleen degeen,
 
die zolang heeft gestaan.
 
 
[pagina 43]
[p. 43]
 
We stonden, opgepakt,
 
de lijven aan elkander;
 
de eigen harteklop
 
sloeg raaklings aan de ander.
 
 
 
Daar was geen lucht, geen licht;
 
bloed bonsd' ons in d'oren;
 
de kelen schroeiden dicht
 
en elk wist zich verloren.
 
 
 
Ai, die mijn haren ziet:
 
er stierven aan mijn schouder;
 
een bange nacht verdriet
 
maakt vele jaren ouder.
 
 
 
En toen hij 't dienstig vond
 
de bunker te ontsluiten,
 
toen droeg men ons daar uit
 
en veertien doden buiten.
 
 
 
Van veertig, veertien dood:
 
ze vloekten alle goden;
 
nu waren zij in nood
 
om onze veertien doden.
 
 
 
Hij wist zijn regiment
 
door deze zaak verloren;
 
het kwam zijn hoogste chef,
 
't kwam Himmler zelfs ter ore.
 
 
[pagina 44]
[p. 44]
 
Wat had dat zoete liet
 
hem nu al niet gebrouwen;
 
het was in Vught ter stee;
 
het was in 't kamp der vrouwen.
 
 
 
Daar werd hij afgezet
 
om onze veertien doden;
 
men zegt, hij kreeg zijn loon
 
of werd verplaatst naar joden.
 
 
 
Dat hij de kogel kreeg,
 
dat durf ik niet vermoeden;
 
maar God wil iedereen
 
voor zo'n barbaar behoeden.
 
 
 
Al die hier samen zit,
 
dit lied wou ik u zingen;
 
leer wel dan, wie gij zijt,
 
dat booste lid bedwingen.
 
 
 
De vijand kan zich niet
 
genoeg aan bloed verzaden;
 
bijt eer Uw tong er af,
 
dan iemand te verraden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken