Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het uiterlijk van de Rolling Stones (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het uiterlijk van de Rolling Stones
Afbeelding van Het uiterlijk van de Rolling StonesToon afbeelding van titelpagina van Het uiterlijk van de Rolling Stones

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.36 MB)

ebook (2.83 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het uiterlijk van de Rolling Stones

(1969)–Pé Hawinkels–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 55]
[p. 55]

Haydngedichten IX
(Symfonie 95, deel I)

 
Kijk 'ns hier, je bent nu oud genoeg;
 
ik zet je in de wereld neer, met al zijn majesteit,
 
om te horen, om te zien, - en je zult, bestormd, besprongen,
 
moeten standhouden tussen al wat leeft en sterft;
 
in de egyptische charme van de neerslag, onder het strakke scherm
 
met naakte, kwetsbare ogen, en met onbeschutte oren,
 
in afwachting van het moment dat aan oog noch oor
 
je nog voldoende hebt: in de regionen der mensen ondergaan
 
hoe zich het inzicht op je taaie huid werpt,
 
hoe, als een inktvis, als een geliefde, zich
 
vastzuigt aan je, doordringt tot waar je weerloos
 
bent, maar ook niet weerbaar hoeft te zijn.
 
 
 
Kijk met aandacht toe, met de moed der wanhoop, zie
 
met de uiterste wilsinspanning, hoe zij opschieten, rijp zijn,
 
en neerdwarrelen, - in dat tempo, zacht en strak
 
waaraan elke metronoom is onderworpen;
 
- en verbleek: opstuiven zoals golven één moment
 
los geraken uit 't oude water, hun bloei beleven, ach,
 
als gras, en neerfladderen zoals aangeschoten vogels;
 
in groten getale zijn zij opgekomen, in massa's vreet
 
hun verscheidenheid op de tijd in, terwijl onafwendbaar
 
voor hun allen 't zelfde liedje zwaait, ook nu ze pelgrimeren
 
met gezichten als puimsteen en benen als aparte dieren;
 
in stoeten kruisen zij elkanders weg, als een oor der aarde
 
wervelen zij en vallen, - veel te vroeg of veel te laat.
 
 
 
Tot dan ineens het lot van generaties
 
bij een stuk of wat ruwe vogels te berusten lijkt,
 
kathedraalgedrochten, dakduivels in den hoge,
 
en aller ogen zijn gericht op deze roeken, kauwen, kraaien,
 
ik struikel over mijn woorden,
 
vogels, lelijk als de nacht, in hyacinthkleurig ritueel
 
verenkleed dat meespringt als zij pijnlijk wijd
 
hun snavels sperren om in enen door, bij ingeving,
 
kokhalzend voor de draad te komen
[pagina 56]
[p. 56]
 
met wat van hen verwacht wordt.
 
 
 
Nu, als al die gezichten, gespannen als de lucht
 
gericht geweest zijn op die vreemde vogels, ordinair
 
en diep onschuldig, dan is het wel zeer waarschijnlijk dat,
 
zo gauw zij zich of morrend afkeren van dat koude nieuws,
 
dan wel verdergaan met een knie die ja en amen knikt,
 
van één dier tallozen je het gezicht
 
'n aanwijzing geeft hoe het met hen allemaal gesteld is,
 
er een kans ontstaat te weten wat de wereld is,
 
één ogenblik, och, klein en van de geest van het verdriet doortrokken.
 
Let dan op. Op dat tijdstip, nog voordat de hoop
 
zoals een drank in de mooie kelen van die leven klokt,
 
dan zal ik, fanatiek als 't bloed dat rood
 
m'n aderen doorstuwd wordt, maar evengoed doodkalm,
 
etherisch als het vocht dat rond mijn hersens dwaalt, geen kleur
 
van node heeft, - verend, zwevend over het panorama springen
 
om een net van lijnen uit te zetten, enkel-dik, doorzichtig
 
als spinrag, en zo taai als navelstrengen - daar weet ik echt
 
wel aan te komen in dit land waar nu dit alles
 
zij het zo te zien nog ordeloos verspreid,
 
voor het oprapen ligt - een net, vlak boven
 
het land van alle mensen,
 
aan normale pootstokken, zò, dat al wat uit
 
de aarde opschiet zich daaraan op kan trekken,
 
om uit te groeien, vervolmaakt - tot waar het daglicht onbeheerst,
 
verwend te dansen staat, te trappelen als muggen.
 
En hou die vraag die op je lippen brandt,
 
wat als het definitieve niets dat achter alle tijden
 
op de loer ligt zich over me sluit als 'n vleesetende bloem,
 
maar voor je: een kind weet dat er dan
 
geen verveling zijn zal voor de stilte inzet,
 
maar iets, dat, tja, dat schijnbaar zingt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken