Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzamelde gedichten (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzamelde gedichten
Afbeelding van Verzamelde gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Verzamelde gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.45 MB)

ebook (3.20 MB)

XML (0.65 MB)

tekstbestand






Editeurs

Cees van der Pluijm

Anneke van der Putte

Paul Sars

Rob van de Schoor



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzamelde gedichten

(1988)–Pé Hawinkels–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

III. Daarna

 
Toen Herman van der Wylle nu
 
gezien had hoe het meisje, dat
 
zo geel was als een boterbloem op modder,
 
naar hem lachte na zijn lied
 
beet hij met zijn boventanden op zijn onderlip
 
en dacht:
 
 
 
mijn maag strijkt met een gloeiend ijzer
 
een spiraal als van Coltrane glad -
 
- oranje lampen op een zwarte heuvel -
 
wacht...
 
pinksterbloemen, onwennig trillend als een meisje
 
dat haar ogen half sluit.
 
 
 
de lange vlekjes van haar glazuren huid
 
zal ik besidderen met de vleugelslag
 
van een alt-sax, met mijn keel geschroeid
 
van gedronken stralen van de maan.
 
die ik met de wolken achter mij zal laten,
 
achter mij zal laten als een snelle saxofoon.
 
bergbeken komen in vijvers uit,
 
zo zal ik haar kussen
[pagina 162]
[p. 162]
 
in het hooizaad van haar haar:
 
de groene smaak van speeksel en van bloed
 
uit mijn zorgzaam stukgeknaagde schouders.
 
 
 
verborgen geborgen vergeven geboren
 
 
 
En de nacht vergat zichzelf en de zon
 
rees als een rode brulaap uit de grauwe schoot der straten
 
en Herman liep met een vaartje door die stad,
 
syncoperend met zijn linkervoet, bloemen
 
boksten vanuit kraampjes onverwachte kleuren in zijn oog.
 
Hij zag fabrieken zo klein
 
dat ze door zijn oog naar binnen gleden,
 
met hun bruine leden en hun langgerekte klank.
 
Verende paarden als rubber zo rood
 
met een bakkerskar vol brood, en dennen in een tuin,
 
met zoveel streepjes als een brandenburgs concert.
 
De wind buitelt als een forel onder de hemel door,
 
rokken, wapperend om benen onzeker.
 
Kerken barsten van de bidden-
 
den men koopt eiharde ballonnen op 't plein.
 
Horace Silver eet een boterham
 
op een muurtje van het park.
 
Bussen gieren als geile wolven door de straat,
 
en bananen worden voor wat geld verkocht.
 
Kerktorens staan als knipmessen in het land
 
met raven aan onzichtbare touwtjes er omheen.
 
Hij zag
 
zonbeschilderd op het zonbeschilde water
 
kleine bootjes met de rivier met moeite zoveel
 
contact behoudend als het glijden van een trage schaats
 
door het schraapsel op het ijs.
 
Het gras stond bruisend langs het water
 
van de - noordpool, noorderlicht - rivier
 
boordevol met zand, met vissen en met schuiten
 
met kajuiten tot de rand gevuld met vis.
 
Kapiteins en fietsers op de brug
 
schoven ieder op hun plaats voorbij.
 
 
 
En dacht:
[pagina 163]
[p. 163]
 
aant.
 
ha! mijn buik spant als het voorstuk van een beige scooter
 
ik duw de zandsteenmenigte uiteen, roof adem
 
en gooi maagden in het water - plons -
 
ik ren, ik fluit, ik bedenk het schitteren van kolengruis
 
namelijk als suiker. Zware beelden
 
ken ik maar schippers hun schip niet.
 
Vogels vergeten hun eieren, met mijn blik
 
- een scheermes van rubber -
 
tast ik ze na.
 
 
 
ik huiver als schuurde schuurpapier
 
langs de randen van mijn tanden
 
maar nu dan van genot.
 
de scherpe felle rand van blik
 
de schillen van een razende citroen.
 
de gespannen huid van trommels
 
een plat steentje ketsend op het strakke watervlak.
 
stapvoets de muziek van oplettende trompetten,
 
en ook de borsten van een vijftienjarig meisje.
 
 
 
Herman van der Wylle haalde zo diep blauwe adem
 
dat hij barstte, nee bijna. Edelstenen
 
leggend op zijn ogen en van binnenuit
 
zijn lippen kleurend als een postzegel
 
bleef hij leven en ging dood.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken