Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen) (1818)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)
Afbeelding van Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (59.98 MB)

Scans (43.72 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)

(1818)–Johannes Hazeu Cornelisz., Dirk van der Reijden–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 273]
[p. 273]

Ter gedachtenis
van het
derde eeuwfeest
der
kerk-hervorming,

Gevierd den 2den van Slagtmaand 1817. Eene cantate

Voor-zang,

Uitlokkend Vrolijk.

 
Zouden wij een' eeuw de klanken
 
Smoren, in den blijden geest?
 
Zouden wij niet immer danken,
 
Starend' op 't Hervormings feest?
 
Vrolijk dan het hart naar boven!
 
Waarheids-vrienden! God te loven,
 
Is onz' aller duurste pligt;
 


illustratie

[pagina 274]
[p. 274]
 
Laat uw' liefde nooit verkoelen;
 
Blijft den invloed steeds gevoelen,
 
Van het eeuwig waarheids licht.
 
 
2[regelnummer]
Hoe veel neev'len immer dreven,
 
Met verduisterende kracht,
 
Om het licht, door God gegeven,
 
Uit te dooven in hunn' nacht;
 
God bleef zorgen; schiep zijn' helden,
 
Die, door zijne kracht, herstelden,
 
Wat de domheid had vernield;
 
Deed hunn' waarheids monden spreken,
 
D'ijz'ren boeij' der dwangzucht breken,
 
En de snoodheid werd ontzield!
 
 
3[regelnummer]
Zouden wij U niet gedenken,
 
jezus, eenig Hoofd der Kerk!
 
U niet onze liefde schenken,
 


illustratie

[pagina 275]
[p. 275]
 
Bij 't voltooijen van uw werk;
 
Zouden wij, verloste zielen,
 
U niet eeren, dankend' knielen,
 
Voor de wering onzer smart;
 
't Heil door U aan ons geschonken,
 
Moet ons liefde-vuur ontvonken,
 
Ter ontvlamming in ons hart.
 


illustratie

Koor van Mannen.

Eerbiedig.

1[regelnummer]
God, die zijn' Zoon aan d'aarde schonk,
 
Tot heil van stervelingen,
 
Wiens licht gelijk de morgen blonk,
 
Deed Eng'len vrolijk zingen,
 
In Efratha,
 
Van zijn gena',
 
En eeuwig welbehagen;
 
Tot zaligheid en troost,
 


illustratie

[pagina 276]
[p. 276]
 
Opdat eens adams kroost,
 
Zijn deugden beeld zou dragen!
 


illustratie

Koor van Vrouwen.

Langzaam.

2[regelnummer]
Naauw blonk dat licht in 't godd'lijk schoon,
 
Door jezus leer en daden,
 
Of 't werd verduisterd door de Joôn,
 
Die 't licht des heils versmaadden;
 
Ja abrams zaad,
 
Der Priest'ren haat,
 
Beproefden 't ons t'ontrooven;
 
Maar God drong door dien nacht,
 
Noch kruis, noch dood, had kracht,
 
Om 't eeuwig licht te dooven.
 


illustratie

Mannen en Vrouwen.

Weinig vrolijk.

3[regelnummer]
Dat licht klom uit de doodskim weêr,
 
En steeg van 't aardsch gewemel,
 


illustratie

[pagina 277]
[p. 277]
 
In zegepraal, met onzen Heer,
 
Vol luister naar den Hemel!
 


illustratie

Solo.

Weinig klagend.

 
O bange nacht!
 
Moest dan de kracht
 
Des lichts, voor eeuwig kwijnen?
 
Mogt nu 't weldadigst licht,
 
Door jezus leer gesticht,
 
De menschheid niet beschijnen?
 


illustratie

Koren A en B.

Triomferende.

4[regelnummer]
Gods weg ligt in de donkerheid,
 
Zijn woord zal nimmer falen,
 
Het Pinkstervuur, vol majesteit,
 
Moest jezus leer bestralen;
 
Door petrus moed,
 
Met hemelgloed
 


illustratie

[pagina 278]
[p. 278]
 
Omringd, en aangedreven,
 
Werd dra Gods Kerk gegrond,
 
De leer van jezus mond,
 
Haar' invloedskracht gegeven.
 


illustratie

Recitatief.

Redenerende.

 
Hoe bloeid' uw' kleine staat,
 
o eerste Christen Kerk!
 
Eenvoudig, als uw Heer,
 
was uw Godsdienstig werk;
 
Vervreemd van valschen schijn,
 
kon praal u niet behagen,
 
Gij bleeft uw jezus beeld
 
alom op aarde dragen;
 
Door al de neev'len heen,
 
bij folterende smart,
 


illustratie

[pagina 279]
[p. 279]
 
Zonk der Apost'len leer,
 
in uw geloovig hart.
 


illustratie

Duo. A.

Eerbiedig.

1[regelnummer]
Was die eenvoudigheid,
 
In jezus Kerk gebleven,
 
Het licht, door Hem verspreid,
 
Door neev'len niet verdreven;
 


illustratie

B.

 
Dan had geen bange nacht,
 
Die heilleer ooit verdonkerd,
 
Maar d'eeuwen door, met kracht,
 
Als 't morgenrood geflonkerd.
 


illustratie

A. en B.

2[regelnummer]
Dan had geen'twistharpij,
 
Het schuld'loos bloed vergoten,
 
Noch vuige dwinglandij,
 


illustratie

[pagina 280]
[p. 280]
 
Het moordzwaard doen ontbloten;
 
De waarheid had alom,
 
Haar zegepraal gevonden,
 
En in één heiligdom,
 
Elk aan haar' dienst verbonden.
 


illustratie

Aria.

Vertrouwende.

1[regelnummer]
God blijft voor de waarheid zorgen,
 
Zorgen, door al d'eeuwen heen,
 
Niet, dan op den jongsten morgen,
 
Is de waarheid afgestreên.
 
 
2[regelnummer]
Eeuwig moet die heilzon gloren,
 
Die de waarheid met zich voert,
 
't Loflied wordt, door Eng'lenkoren,
 
Aan haar' zegepraal gesnoerd.
 
 
3[regelnummer]
Juicht nu vrij, o waarheids vrinden!
 
‘God woont in de donkerheid!’
 


illustratie

[pagina 281]
[p. 281]
 
Gij toch zult zijn' wijsheid vinden,
 
Als de waarheid u geleidt.
 


illustratie

Recitatief. A

Redenerende.

 
Wist jezus waarheids mond,
 
het waar van 't valsch' te scheiden,
 
Het priesterlijk bedrog,
 
der Farizeërs doel,
 
En 't driest onwetend' volk,
 
dat zich door hen liet leiden,
 
Dat dan bescheidenheid
 
ook heersch' in ons gevoel.
 
Wie zal onwetenden
 
bestraffen, als ontzinden,
 
Daar zij van 't waarheids pad,
 
door dweepzucht zijn geleid;
 


illustratie

[pagina 282]
[p. 282]
 
Wie zal een bijtend woord
 
doen hooren, aan de blinden,
 
Daar zij gevallen zijn
 
in strikken hen gespreid.
 


illustratie

A en B.

Met sterk geluid.

 
Nooit kan een zwart taf'reel
 
den lichtstraal minn'lijk maken,
 
Veel min de kracht doen zien,
 
van al haar Godd'lijk schoon;
 
Wij zagen d'euveldaan,
 
der midden-eeuwen staken,
 
Toen waarheid zegevierd',
 
in Gods gekruisten Zoon.
 


illustratie

Solo.

Vrolijk en zacht.

1[regelnummer]
Ja de kluisters zijn verbroken,
 
Waarheids helden bleven staan,
 


illustratie

[pagina 283]
[p. 283]
 
Hebben 't licht des heils ontstoken,
 
't Lacht' ons reeds drie eeuwen aan.
 


illustratie

Koor.

Sterk geluid.

2[regelnummer]
En dat licht zal niet verdooven,
 
Zinkt niet weer in domheids nacht,
 
't Ware licht voert 't hart naar boven,
 
Gloort alleen in jezus kracht.
 
 
3[regelnummer]
Waarom zouden wij dan treuren,
 
't Blij genoegen is reeds daar,
 
Waarheid mogt het hoofd opbeuren,
 
Uit het bangst en diepst gevaar.
 


illustratie

Duo. A.

Gematigd.

1[regelnummer]
Een klein' Apostelschaar,
 
Bragt jezus kerk op aarde;
 
Ontzag noch doodsgevaar,
 
Noch schijn van Priester-waarde;
 


illustratie

[pagina 284]
[p. 284]
 
Zij predikten hunn' Heer,
 
Schoon aan een kruis geklonken,
 
Voldoenend' tot Gods eer,
 
Aan adams kroost geschonken.
 


illustratie

B.

2[regelnummer]
Die leer des heils bedekt,
 
Door bijhang naauw te vinden,
 
Werd weer hernieuwd gewekt,
 
Door weinig waarheids vrinden;
 
Zij wierpen 't dwangjuk af,
 
Van 't eeuwig vrij geweten,
 
En vreesden dood noch straf;
 
Dit mag Hervorming heeten.
 


illustratie

Aria.

Meer vrolijk.

1[regelnummer]
Een kleental helden gingen voor,
 
Ontstaken 't licht der zuivre waarheid;
 


illustratie

[pagina 285]
[p. 285]
 
Hervorming brak het nachtfloers door,
 
Dat dweepzucht hield voor hemel-klaarheid.
 
 
2[regelnummer]
God gaf aan wicklef kracht en moed,
 
Om 't Evangelie zaad te zaaijen;
 
En hus besproeide 't met zijn bloed,
 
Om uit dat zaad eens vrucht te maaijen.
 
 
3[regelnummer]
Eer zij den grooten ganzefort,
 
melanchton en erasmus daden,
 
Dat ieders naam geschreven wordt,
 
Met stroomend goud, op marmer' bladen!
 
 
4[regelnummer]
Roem luther, zwinglius, calvijn,
 
Die dood, noch martelvuur, ontzagen,
 
Om 't Godd'lijk woord, door Priesterschijn
 
Bedekt, de menschheid voor te dragen
 
 
5[regelnummer]
Verhef dier Vorsten deugd en moed,
 
Die jezus knechten bleven sterken,
 


illustratie

[pagina 286]
[p. 286]
 
Die, osferend' hun goed en bloed,
 
Hervorming krachtig deden werken.
 
 
6[regelnummer]
Roem koster, door wiens kunst heel d'aard,
 
Ontving een' milde bron ten leven,
 
Zij heeft Hervorreming gebaard,
 
Gekweekt, en voedingskracht gegeven.
 
 
7[regelnummer]
Lof zij U, hoogste Majesteit!
 
Die gruwel nachten deed verdwijnen,
 
't Hervormings licht, alom verspreid,
 
Om heel de wereld door te schijnen.
 


illustratie

Recitatief.

Ernstig.

 
Gevoelt de mensch zijn' waarde, moed en kracht,
 
Blijft God hen steeds, op al zijn paan, verzellen,
 
Dan doet hij, uit een' donk'ren nacht,
 
't Weldadigst licht in volle kracht,
 
Gelijk een stroom, uit zuiv're bronnen wellen.
 


illustratie

[pagina 287]
[p. 287]

Trio A.

Veel vrolijk.

1[regelnummer]
Vrolijk, vrolijk nu gezongen,
 
Menschen-tongen
 
Zingt verblijd uw' God ter eer,
 
Blijft nu in de waarheid wand'len,
 
Immer hand'len,
 
Naar het doel van uwen Heer,
 
Hij schonk u zijn heillicht weêr.
 


illustratie

B.

2[regelnummer]
Laat dat heillicht immer gloren,
 
Nooit weer smoren,
 
Als welëer in 't voorgeslacht;
 
Dan zal ons geen schijn verblinden,
 
Maar wij vinden
 
Al ons heil in jezus kracht,
 
Die alleen Gods wil volbragt.
 


illustratie

[pagina 288]
[p. 288]

Koor.

Sterk geluid.

3[regelnummer]
jezus bragt voor ons voldoening,
 
Zijn verzoening
 
Kon alleen voor God bestaan,
 
's Priesters magtspreuk, kerkgebaren,
 
Mis-altaren,
 
Kunnen nooit van schuld ontslaan,
 
jezus heeft alleen voldaan.
 


illustratie

Koor van Mannen.

Roemende.

1[regelnummer]
Wij zijn Godsdienstig vrij,
 
Wij mogten zegevieren,
 
Hervormings eerlaurieren,
 
En jezus eerwaardij,
 
Maakt' ons Godsdienstig vrij.
 
Wij mogen jezus roemen,
 
Hem God en koning noemen;
 


illustratie

[pagina 289]
[p. 289]
 
Ook onder wijn en brood,
 
Verkondigen zijn dood.
 
Juicht vrolijk Christen kind'ren,
 
Niets zal den invloed hind'ren;
 
Van jezus eerwaardij,
 
Wij zijn Godsdienstig vrij.
 


illustratie

Koor van Vrouwen.

Sterk geluid.

2[regelnummer]
Drie eeuwen is de nacht
 
Der duisternis verdreven,
 
Tot heil, gena en leven,
 
Hervorming houdt haar' kracht,
 
Tot 't laatste nageslacht;
 
Waldenzen, Piemontezen;
 
Wij hebben niets te vreezen,
 
Eert nu uw voorgeslacht,
 
Hunn' ijver, moed en kracht,
 


illustratie

[pagina 290]
[p. 290]
 
Nu niet meer in spelonken,
 
Den heilgen wijn gedronken;
 
Juicht vrolijk blij den Heer,
 
Vervolgzucht woedt niet meer.
 


illustratie

De beide koren.

Roemende.

3[regelnummer]
Vervolgzucht woedt niet meer,
 
Wij zijn verlost van 't lijden,
 
Der drieste domheids tijden,
 
En danken blij den Heer,
 
Vervolgzucht woedt niet meer;
 
't Zijn nu geen vlugtelingen,
 
Die jezus schoot omringen;
 
Geen bange tegenstand,
 
Drukt nu ons vaderland;
 
Een hemel vol van luister,
 
Verdreef het aak'lig duister.
 


illustratie

[pagina 291]
[p. 291]
 
Juicht vrolijk blij den Heer,
 
Vervolgzucht woedt niet meer.
 


illustratie

Slotzang.
Koor van mannen.

Bedaard vrolijk.

1[regelnummer]
Wij voeren onze blijde klanken
 
Tot U, o goeddoend' God! omhoog,
 
Om U voor 't licht des heils te danken,
 
Onschatbaar voor ons zoekend' oog;
 
Hoe ook de storm orkanen loeijen,
 
En donders klaat'ren om ons heen,
 
Gij toch doet geur'ge roosjes groeijen,
 
Op 't veld van tranen en geween,
 
Op 't veld van tranen en geween.
 
 
2[regelnummer]
Wie zal uw heilig plan bedillen,
 
't Blijft zelfs voor Eng'len duisternis,
 
Gij spreekt, en op uw enkel willen,
 


illustratie

[pagina 292]
[p. 292]
 
Kuielt al voor U wat schepsel is.
 
De moordschavotten, martelvuren,
 
Door dweepzucht voor de deugd bereid,
 
Weet gij tot heil der Kerk te sturen,
 
Ter kweeking onzer zaligheid,
 
Ter kweeking onzer zaligheid.
 


illustratie

Koor van vrouwen.

3[regelnummer]
Alwijze bron en goedheids-ader,
 
Hoe hoog de nood ook klimmen moog!
 
Gij blijft toch altijd God en Vader,
 
En niets ontzinkt ooit aan uw oog;
 
Gij slaat het goede zaad steeds gade,
 
Al blijft het onder doornen staan,
 
Uw oog bewaakt het vroeg en spade,
 
Om tot de rijpheid voort te gaan.
 
Om tot de rijpheid voort te gaan.
 


illustratie

[pagina 293]
[p. 293]
4[regelnummer]
Gij zaagt de menschheid snood vernielen,
 
Door bijgeloof en dwinglandij,
 
Gij wenkt', en millioenen zielen,
 
Ontrukt' uw' magt aan slavernij.
 
Het Evangelie-licht der waarheid,
 
Misvormd, bedekt door priester-list,
 
Bragt gij hervoort in hemel-klaarheid,
 
Verdrong der eeuwen nacht van twist,
 
Verdrong der eeuwen nacht van twist,
 


illustratie

De beide koren.

Weinig langzaam.

5[regelnummer]
Och! laat ons dankend' lied U loven,
 
Voor zoo veel heil ons aangebragt,
 
En 't licht dat in ons gloort, nooit dooven,
 
Maar meer ontvlammen door uw' kracht;
 
Och! open aller volk'ren oogen,
 
Voor uwe liefd' en heilig woord,
 


illustratie

[pagina 294]
[p. 294]
 
Uw licht straal' eens, door uw vermogen,
 
De wereld door, van oord tot oord,
 
De wereld door, van oord tot oord.
 
 
6[regelnummer]
Dan vallen door uw' magt de boeijen,
 
Van 't nog gekluisterd menschdom neer,
 
En liefde, vreê en Godsdienst bloeijen,
 
Tot hemel-vruchten, U ter eer;
 
Och! klommen onze doffe klanken,
 
Van 't lage stof, voor uwen troon,
 
Als offers die U eeuwig danken,
 
Op 't zoen altaar van uwen Zoon.
 
Op 't zoen altaar, Op 't zoen altaar,
 
Op 't zoen altaar van uwen Zoon.
 
Ha ..... lelujah! Halelujah!
 
Halelujah! Halelujah!
 
Halelujah!
 


illustratie

[pagina 295]
[p. 295]

Voor-zang.

Uitl. vrolijk.



illustratie

[pagina 297]
[p. 297]

Koor van Mannen.

eerbiedig.



illustratie

[pagina 299]
[p. 299]

Recitatief.

redenerende.



illustratie

[pagina 301]
[p. 301]

Duo. A.

eerbiedig.



illustratie

B.



illustratie

[pagina 303]
[p. 303]

Aria.

vertrouwende.



illustratie

[pagina 305]
[p. 305]

Recitatief. A.

redenerende.



illustratie

[pagina 307]
[p. 307]


illustratie

[pagina 309]
[p. 309]

Recitatief A. en B.

met s. geluid.



illustratie

[pagina 311]
[p. 311]

Solo.

vrol. en zacht



illustratie

[pagina 313]
[p. 313]

Duo. A. en B.

gematigd.



illustratie

[pagina 315]
[p. 315]

Aria.

meer vrolijk.



illustratie

[pagina 317]
[p. 317]

Recitatief.

ernstig.



illustratie

[pagina 319]
[p. 319]

Trio. A.
Voor de 1ste, 2de en 3de stem.

veel vrolijk.



illustratie

[pagina 321]
[p. 321]

Koor van mannen.

roemende.



illustratie

[pagina 324]
[p. 324]

Slotzang.

bedaard vrolijk.



illustratie

[pagina 326]
[p. 326]


illustratie

Voor de laatste regel van het laatste Couplet.



illustratie


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank