Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Nederduytsche poëmata

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0,55 MB)

ebook (3,27 MB)

XML (0,21 MB)

tekstbestand






Genre
poëzie

Subgenre
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Nederduytsche poëmata

(1619)–Jan David Heemssen

Vorige Volgende

Sonet.

 
O Saligh, hoogh, en groot, meer danmen can wtspreken,
 
Bouen de vrouwen all', die in u maeghd'lijck reyn
 
Lichaem besloot den Heer, den welcken 'shemels pleyn
 
Niet en omvanght, van Godt met sijnen Gheest ontsteken.
 
Ghy, hoe meer onder ons u hoogheydt heeft ghebleken,
 
Die ghy van hem ontsinght, die 'tal schiep groot en cleyn,
 
Hoe meer d'ootmoedigheydt in u hert werdt ghemeyn;
 
Soo datter gheenen mensch by u mach sijn gheleken.
 
O ghy, naer uwen soon, ons eenigh voorbeeldt soet,
 
Waer door d'hoouaerdigheydt haer hoornen houdt gheleghen,
 
Die altijdt socht het ghen', dat haer niet toe en quam:
 
Ghelijck d'oprechte son in u haer woon-plaets nam,
 
Die ons met haer claer licht gheleydt in alle weghen,
 
Alsoo van hem mijn siel oock tempel wesen moet.


Vorige Volgende