Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De canonizatie der heyligen en de excanonizatie van Paus Pius de V. in een gemeyn betoog van de sekere onsekerheyt der Roomsche heyligen (1713)

Informatie terzijde

Titelpagina van De canonizatie der heyligen en de excanonizatie van Paus Pius de V. in een gemeyn betoog van de sekere onsekerheyt der Roomsche heyligen
Afbeelding van De canonizatie der heyligen en de excanonizatie van Paus Pius de V. in een gemeyn betoog van de sekere onsekerheyt der Roomsche heyligenToon afbeelding van titelpagina van De canonizatie der heyligen en de excanonizatie van Paus Pius de V. in een gemeyn betoog van de sekere onsekerheyt der Roomsche heyligen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.90 MB)

Scans (69.06 MB)

ebook (8.89 MB)

XML (1.55 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De canonizatie der heyligen en de excanonizatie van Paus Pius de V. in een gemeyn betoog van de sekere onsekerheyt der Roomsche heyligen

(1713)–M. Dolmans, Menso Heidenrijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Vervolgens tot den Goedtgunstigen Leser!

DEwijl my bericht wierdt, dat by het Letter-zetten van de Opdracht en Voor-Reden noch 4. Paginaas Wit voor het Tractaat souden over blijven, so hebb' ick, die Pius de V. in het Tractaat selve, op wel versekerde gronden; immers so ick meyne, hadd' Ge-excanonizeert, konnen goedt-vinden, die witte Paginaas te vullen met De Groote en Verscheydene AFLATEN vergunt door den Paus CLEMENS de XI. ten versoecke van den seer Eerw. P. M. Generaal der P. P. Predikheeren, ten opsicht van den Gecanonizeerden Paus PIUS de V. van de Order der P. P. Predikheeren; so als deselve, met verlof der Oversten Gedrukt zijn by Lambert Bertus tot Maastricht Stadts-Drukker en Boekverkoper 1712.

[Folio ††3v]
[fol. ††3v]

Hoedanige AFLATEN dan geheel nettjens na rang en ordre geregistreert, en na de Roomsche wijse uytgegeven zijn, op de maniere als volgt:

Aan den P. Generaal 5000. om uyt te deylen &c. Siet het vervolg van het Boekjen ten eynde toe.

Wy laten ons hier niet in om den AFLAATS kraam der Roomschgesinde te openen, der selver ydele schatten aan 't Sonnelicht bloot te leggen, of aan te toonen, op hoedanige ongerijmde, valsche en heylloose Sandtgronden deselve zijn gegrondtvest, en hoe seer nadeeligh die zijn, so aan de diepte van de Goddelijke ontferminge, als aan de volle vergevinge der sonden door de Kruysdoot van Christus verworven, welke Godt voorgestelt heeft tot een versoeninge door 't gelove in sijnen Bloedt, tot een betooninge van sijne rechtveerdigheyt door de vergevinge der sonden. Rom. 3. v. 25. En in welke wy hebben de verlossinge door sijn Bloedt, namentlijk de vergevinge der misdaden na den rijkdom sijner genade. Eph. 1. v. 11. in so verre dat de Heere Jesus met die eene Offerhande in Eeuwigheyt volmaakt heeft, die geene, die geheyligt worden. Hebr. 10. v. 14. Ick segge in sulke stukken laten wy ons hier niet in, dewijl sulks wat meer ruymte als een pagina of vier sou vereyschen. Maar staat makende dat het enkel voorstel van dien nieuwen en versch gebakken Pauselijken AFLAAT in opsicht van PIUS de V. opentlijk genoech vertoont de Ydelheyt en wanschapenheyt dan de Roomsch verkeerde Christelijke Godtsdienst, so seggen wy enkelijk dat niet alleen Christus of sijne Apostelen van die Kramerye der Aflaten niets hebben geweten, en over sulks deselve in de H. Schriften niet is te vinden; maar datse selfs ook in de geheele Christenheyt tot over veele honderden van Jaren t'eenemaal is onbekent geweest; en dat seer voorname Roomsche Schrijvers gedrongen sijn geworden sulks met ons vast te stellen, hoewel dese of geene wel eenige texten daar toe hebben getracht te misbruycken. Durandus de S. Portiano seyt in lib. 4. Sentent. Distinct. 40. quaest. 3. Van de Aflaten konnen weynig dingen met sekerheyt geseyt worden, om dat de H. Schriftuur daar van niet uytdrukkelijk spreekt. Want het geene tot Petrus geseyt is: Ick sal u geven de sleutelen van het Koninkrijk der Hemelen &c. wort verstaan van de magt die hem gegeven is in 't stuck van berouw (in foro poenitentiae) en vervolgens: Dat oock de Heyligen, Ambrosius, Hilarius, Augustinus, Hieronymus, daar van in 't minste niet spreken.

Antoninus Aartz-Bisschop van Florencen, en na sijn doot een Gecanonizeerde Sanct schrijft, 1. part. Summa Tit. 10. cap. 3. daar van aldus: Van de Aflaten hebben wy niets uytdrukkelijks uyt de H. Schrift, hoewel daar toe wordt ingebracht dat van den Apostel 2 Cor. 2. Dien ick vergeven hebb' om uwent wille in de Persoon van Christus, &c. Wyders oock betuygende, dat se niet in de Schriften van de Oude, maar wel in die van de Jonge (modernorum) te vinden is. Cajetanus seyt Tom. 1. Tract. 15. Cap. 1 Indien men sekerheyt kon heb-

[Folio ††4r]
[fol. ††4r]

ben van den oorsprongh der Aflaten, so sou dat hulpe toebrengen aan het ondersoek van de waarheyt, maar geen gesach van de H. Schrift, geen geschreven gesach van Oude Leeraren Griexsche of Latijnsche heeft dese tot onse kenniss overgebragt: Maar dit is alleen van drie hondert Jaren in Schrift nagelaten over de Oude Vaderen: Dat de Salige Gregorius de Aflaten van de Stationes heeft ingestelt; gelijk over 't 4. Boeck der Sententien van den H. Thomas gevonden wort. Terwijl wy lang na Gregorius lesen, dat sommige onbescheydene en overvloejende Aflaten gaven, als Innocentius de III. seyt: in cap. quum ex eo extra de poen. & re. En bykans 40. Jaren te vooren vinden wy door Alexander de III. opgelost een gevoelen over de Aflaten gegeven van de Bisschoppen.

Johannes Fisscherus Roffenser Bisschop, Artic. 18. tegens Luther schrijvende verklaart sich aldus: Mogelijk beweegt veele om op de Aflaten niet veel te vertrouwen, dat der selver gebruyk schijnt seer nieuw in de Kerke te zijn, en seer laat gevonden by de Christenen &c. Aan welke ick antwoorde, dat het niet seker is, van wien se eerst begonnen zijn overgelevert te zijn. Wyders redeneerende. Dat by de Oude oock geen gewach of seer selden gewach gemaakt wierdt van 't Vagevuyr. Maar dat oock by de Griecken tot op den hedigen dagh niet gelooft wordt, dat 'er een Vagevuyr is. En in de eerste Kerke is het geloove of van 't Vagevuyr, of van de Aflaten niet so nootsakelijk geweest, als wel nu. Want so lang men geen bekommerniss hadd' voor 't Vagevuyr, so heeft niemandt Aflaten versocht. Want daar van hangt alle achtinge van de Aflaten af. Indien ghy 't Vagevuyr wechneemt, waar toe sal men Aflaten nodig hebben? &c. Waardigh om verder na geleesen te worden.

Alphonsus à Castro ad versus Haereses Lib. 8. tit. Indulgentia, seyt: Tegens dese dwaling (te weten tegens die van de Waldensen, Wiclef en Luther die de Aflaten verwierpen) sal ick weynigh woorden voortbrengen, om dat onder alle saken, van welke wy in dit Werk rede twisten, geene is, welke de H. Schriften minder hebben geopent, en van welke de Oude Schryvers minder hebben geschreven. Maar daarom zijn sy by dit voorval niet te verachten, dat haar gebruyk schijnt in de Kerck laat opgenomen te zijn. Om dat veele dingen aan de latere bekent zijn, welke die Oude Schryvers t'eenemaal niet geweten hebben.

Petrus Soto verklaart Instruct. Sacerd. de Indulgent. lect. 2. rondt uyt: Dat hy sijn Tegenpartyen toe geeft, dat 'er geen klare getuygnissen der H. Schrift zijn over de Aflaten; Verder oock: Dat 'er geene sekere getuygnissen desen aangaande zijn van de Eerste en Oude Kerck. Waarschouwende wyder sijne Catholijken: Dat se haar souden onthouden van te steunen op onsekere getuygnissen, het zy uyt de H. Schrift, het zy uyt de Eerste Kerck, om haar by de Ketters niet belacchelijk te maken &c.

Sylvester Prieras Meester van 't Paleys van Leo de X., die de eerste over de Aflaten tegens Luther geschreven heeft, brengt wel uytdrukkelijk dese stellinge te voorschijn: Dat de Aflaten haar niet zijn bekent geworden door 't gesagh van de H. Schrift, maar door 't gesach van de Roomsche Kerke, en van de Roomsche Pausen, welkers ge-

[Folio ††4v]
[fol. ††4v]

sach grooter is. Voegende daar toe noch dese stelling: Hy, welke niet gerust is in de Leere van de Roomsche Kercke en vande Roomsche Paus als de ondwaalbare Regel Godts, van welke de H. Schrift haar kracht en gesach haalt, die is een Ketter, &c. En diergelijke getuygnissen souden wy uyt Roomsche Schryvers noch meer konnen voortbrengen.

Maar men moet het de Gereformeerde ten goede houden, dat sy hertelijk bedroeft over de misleyding van het Roomsche Volck, in dese dagen door hare Opperhoofden met de Roomsche Aflaten geen gemeynschap nemen konnen; en die leere daar over moeten aanmerken als een ontsenuwing van het ware wesen des Christendoms, terwijl sy verachtende de Roomsche besluyten in desen blyven willen, by de Leere van Christus en sijne Apostelen; seggende daar over, als Hieronymus eens deede in een andere gelegentheyt: Dewijl de Aflaten geen gront vinden in de H. Schriften, so worden se al so licht verworpen als voorgestelt. Zijnde verder het werck van ydelhoofden Aflaten te onderscheyden in volle, noch meerder volle, en allervolste, en die uyt te strekken tot veele duysenden van Jaren, en die dan verder voor klinkende Schijven te verkopen, gelijk in de Roomsche Kercke geschiet.

Eyndelijk kan oock het Noteert van 't Boekjen in opmerking genomen worden, als 'er staat: Dat het van noden is te wesen in den staat van gratie om voorgemelte Aflaten te verdienen. 't Welk dan by de Gereformeerde so veel sou te seggen zijn; als dat de Aflaten ten goede souden strekken van sulke die se niet van noden hebben. Of by de Roomsgesinde; Dat niemant van de deugdelijkheyt der Aflaten omtrent hem sich kan of mach versekeren, dewijl hy altoos twijffelen moet of hy by Godt in den staat van gratie is.

Dit kortelijk over de Aflaten verleent by de Canonizatie van Pius de V. Hoe droevigh wordt nu het Roomsche Christendom tegens al de Oude Waarheyt van den rechten wegh afgeleydt!

Vaar wel Leser! en neemt sulke stukken eens nader in bedenking.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken