Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Glück auf! (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Glück auf!
Afbeelding van Glück auf!Toon afbeelding van titelpagina van Glück auf!

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.85 MB)

Scans (7.90 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

toneeltekst (modern)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Glück auf!

(1911)–Herman Heijermans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina V]
[p. V]

Begeleidend woord.

Toen einde 1908 de gruwelijke catastrophe in Radbod plaats had - de ramp waarbij honderden mijnwerkers 't leven lieten, bracht 'k 'n week als arbeider in Westfaalsche kolenmijnen door. 't Werd me door den steun en de introductie van Hué mogelijk gemaakt.

In die Februari-dagen van 1909, terwijl de lijken der honderden ‘koempels’ nog onder 't ingestort ‘gesteente’ van Radbod lagen, in die dagen, na de dood-gemoorde ‘arbeiders-kolonie’ bezocht te hebben, leerde 'k de Westfaalsche mijnwerkers, dat prachtige, rustige volk van dichtbij kennen, en trok mee ‘in's Loch’.

Benee - in die vreeselijke nachten, waaraan de arbeiders-genooten door jaren en jaren gewend waren, nam 'k me voor 't vroeger in het tijdschrift ‘De Nieuwe Tijd’ begonnen mijn-drama op de basis van ‘beter’ weten te hervatten.

En 'k heb 't, na 't bijwonen der laatste internationale mijnwerkers-congressen, gedaan.

 

De tijd van ‘Elends-malerei’, zeggen brave critici is voorbij. 't Naturalisme is dood. 't Realisme heeft afgedaan. De ‘kunst’ snakt naar nieuwe ‘idealen’, andere horizonnen. 't ‘Theater’ sterft door de herhaling van ‘vlakke’, aan 't gedoe van den dag ontleende onderwerpen. De neo-romantiek, ha!... 't Neo-klassisisme, ha!... Van 't leelijke-van-heden komen we alleen af door naar 't kleurige, mooi aan te kleeden Verleden terug te stappen... Of door symboliek... Of door ‘innerlijkheid’, ha!

 

Voor een nadenkend sociaal-demokraat - 't is niet de eerste keer, dat 'k 't zeg, telt dit geharrewar, dit berijden van aesthetische stokpaardjes niet mee. Voor

[pagina VI]
[p. VI]

hem staat het ontroerende leven hooger dan kunstrichtinkjes en met verzorgde nagels geconstrueerde kaartenhuisjes. 't ‘Naturalisme’, 't ‘realisme’, de ‘neoromantiek’, de ‘neo-klassieke’ kunst, de subtiele ‘innerlijkheid’ enz. mogen dingen zijn, waarover burgerlijk-denkenden zich moeilijk maken - wij weten te goed, dat de burgerlijke aesthetica mode-schakeeringen noodig heeft, om zich op de been te houden. Voor ons is iedere kunstvorm goed en welkom, mits geruggesteund door 't nieuwe leven, dat aan geen kunst-formuletjes vast kàn zitten.

Kunst en theater, gekneed voor de industrie van den dag, zien we te rijkelijk bevuild en verlept, te zeer in ‘schoonheid’ verstikt, te zeer geprezen door Monsieur Lettré, te zeer ontdaan van proletarisch sentiment, om er met ernst over te spreken.

Wie zich in zijn grooten, grootschen tijd blinddoekt en als Blindeman méént te ademen - is reeds gestorven.

 

In ‘Glück Auf!’, dat eenvoudig een menschelijke plicht vervult, is gepoogd iets van het ontzaggelijk tijds-epos weer te geven, ‘iets’ van de reuzen-worsteling tusschen Kapitaal en Arbeid. Aan de eene zijde het Syndikaat der kolenbaronnen - aan de andere de ‘koempels’. Het stuk begint en eindigt met een Aandeelhouders-vergadering. En van uit het duister der ingestorte ‘galerijen’ klinken de stemmen van 't georganiseerd en 't niet-georganiseerd proletariaat. Boven den grond, ‘am Tag’, is de eenige opbeuring: de vrouw - de drank. Het socialisme - het geloof. Dat is de werkelijkheid van de Mijn-streek. Wie er geweest is, weet, dat men geen ‘tendenz’ aan hoeft te brengen.

 

Als dit stuk met zijn ‘opeenstapeling’ van ‘ellende’ vergeten zal zijn - vergeten gelijk menig lief vers of ‘spannende’ roman - zal het den tijdgenoot tenminste wat gezegd hebben.

 

‘Wie ist es denn, lieber Freund’, schrijft 'n mijn-

[pagina VII]
[p. VII]

werker uit Duisburg, een van de vele hartelijke kerels, met wie 'k nachten in de derde ‘Soole’ doorbracht: ‘mit dem Theaterstück, welches du über die Kumpels schreiben wolltest?... So manche Schicht habe ich daran gedacht...’

 

Hier is 't, Fritz...

 

Zondagnacht, 24 December 1911.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken