Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schetsen. Deel 3 (onder ps. Samuel Falkland) (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schetsen. Deel 3 (onder ps. Samuel Falkland)
Afbeelding van Schetsen. Deel 3 (onder ps. Samuel Falkland)Toon afbeelding van titelpagina van Schetsen. Deel 3 (onder ps. Samuel Falkland)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.77 MB)

Scans (13.10 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schetsen. Deel 3 (onder ps. Samuel Falkland)

(1905)–Herman Heijermans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 95]
[p. 95]

Da-gen.

In verandah, geaffaireerd, zat mevrouw, punt van penhouder geklemd in de spitsjes van tanden. Op het pluche kleed lag het papier uit luxedoos met vergulde randen. Wimpje speelde........

 

Lieve Truus.

‘Even dan eindlijk een woordje in antwoord op je kaart van verleden week. Wij hopen je deze maand eens te zien verschijnen met Anna en de jeugd en je alles eens te laten zien. Verbeeldt je ik ben nog heelemaal niet bij oom Gerrit geweest. Er was zoo van allerlei steeds door en Jan komt nog al eens over met het kind. Gisteren ook nog, maar zij zitten weder in meiden-troubles, en wat ik het naarste vind dat Koba weder zoo aan 't sukkelen is. Deze ongesteldheid doet ons zoo denken aan wat Saartje ook had in de ingewanden, verleden week vrij erg; daarbij wil zij niets gebruiken en wij weten bij ondervinding hoe nauwgezet men met de voeding van zulk een patiënt moet te werk gaan. Jan was weder in orde, had ook koorts gehad en in ingewanden, maar bezwaard over zijne vrouw en geen wonder daar het zoo telkens terugkomt.’...........

[pagina 96]
[p. 96]

Het blaadje volgeschreven, leunde mevrouw achteruit, om te wachten tot 't droog was. De kiezels kraakten.

‘Mevrouw, daar is de boer met asperges.’

‘Wat vraagt-ie, Mietje?’

‘Zeven stuivers, mevrouw.’

‘Laat-ie strakjes maar even terugkomen, hoor - 'k heb 't nu zoo volhandig,’ geagiteerd sprak mevrouw.

De verandah-deur piepte toe.

Schrikkelijk, nooit een oogenblikje rust. Het stond den heelen dag niet stil. Het was affreus. Al acht dagen wachtte de brief van Truus op antwoord.

‘Wimpje! Wimpje! Niet met je hamertje op de steenen slaan. Anders breekt de hamer, niet waar, vent?... En niet zoo'n leven maken, Wimpje!... Hoor je Wimpje? Als je niet hoort, Wimpje, moet je binnen komen.’............

 

‘... daar het zoo telkens terugkomt. Ik hoop nu zij maar goede hulp krijgen. Hare zuster uit Arnhem is gekomen en wij hebben eene poging aangewend om onze vorige meid Jansje bij hen te krijgen. Wij schreven haar. De afloop weet ik nog niet. Zij’................

 

Weer piepte de verandah-deur.

‘Ach wel foei,’ klaagde mevrouw: ‘wat is 't nù weer?’

‘Hij zegt dat-ie strakkies niet langs komt.’

‘Wel wat een vervelende man is dat toch. 'k Geloof dat die menschen denken dat wij héélemaal niets te doen hebben!... Zijn 't mooie sleepasperges?’

‘Heele mooie, mevrouw.’

‘Neem dan twee bos, hoor je... en laat me nu

[pagina 97]
[p. 97]

met rust correspondeeren... Wimpje! Wimpje!... Niet zoo ver van het hek weggaan, Wimpje!... Wimpje!...’

Ingespannen herlas ze wat ze geschreven had, schreef weer verder............

 

‘... Zij zouden er een flinke meid aan hebben en zorgzaam voor het kind. O, Truus, dat is hier ook al een getob met die meiden. Het zijn juffrouwen, maar zij knoeien en bedotten en dan maar weêr weg; de emacipatie’ - hier bleef mevrouw in nadenken òf ze 't goed geschreven had en dan met een zet, resoluut verder: ‘werkt heel slecht bij die lui vind ik. Mietje kookt lekker en is hier al goed gewend.

Zij doet mij denken aan het Jansje type, hare moeder is ook een Abcou'sche en heet Van Swieten.

Wij hadden al een paar malen visite, ook van den meester en verleden week weder met zijne vrouw. Zij vonden’...........

 

Bladzijde was weder vol. Wat vermoeid leunde mevrouw's hoofd op de witte hand, zinnend op meerder nieuws, dat Truus interesseeren kon. Er gebeurde zoo weinig in de dagen, zoo heel weinig... Alle dagen waren hetzelfde, lief, vriendelijk... vandaag sleepasperges... en...

Ineens gil-schreeuwde Wimpje, mondje vierkant gespard in 't gezichtje paars van huil-inspanning.

‘Wat is 'r nu weer? Wat is 'r nu weer?’ zei mevrouw, ongerust, opstuivend.

‘... Zie je wel, stoùte jongen, stoùte jongen... Dat komt er nu van!... Laat me je handje eens kijken... Nou... Nou... Zoo erg is 't niet, hè?... Dat komt ervan als je met je hamertje slaat... Je mag niet met je hamertje slaan... Heeft paatje 't

[pagina 98]
[p. 98]

niet verboden? Zie je, zoo doet 't hamertje, als je ongehoorzaam ben... Wil je nu met je kruiwagen spelen?... Kijk eens, Wimpje, de kruiwagen huilt ook... Mag zoo een groote kruiwagen huilen?... Nee wel?’...

Afgeleid speelde Wimpje met den kruiwagen, wimpers nog nat. Mevrouw vervolgde.....

 

‘... Zij vonden... het heerlijke daagjes. Het is hier ook zoo mooi en weelderig, bloemen en alles. Ik genoet ook een paar mooie wandelingetjes, maar met mijn kortademigheid kom ik niet ver. Wimpje neemt al mijn zorgen in beslag. Het is een echte jongen en hij groeit met den dag. Ik houd mijn hart vast als er honden voorbij komen, want voor honden is hij in het geheel niet bang. De grootste honden wil hij aanhalen. Het dorp is verrukkelijk. Er wonen alleen sommige ordinaire menschen. Wimpje wil voortdurend met die kinderen spelen, en dat sta ik natuurlijk niet toe. Soort zoekt soort, niet waar, en daar wij hem tot officier willen opleiden, moet hij al heel vroeg weten wat stand is. Deze laan wordt hoe langer hoe meer bewoond en iedereen bevalt het. Met November krijgen wij buren uit Naarden, alles gepensionneerde heeren. Het leven hier is vrij. Wij maakten eenige visites terug, maar dat gaat erg deftig. Charles is Zondag niet over geweest tot onze spijt.’........

 

Witte tandjes op penhouder wachtte mevrouw op het drogen der derde bladzij, niet wetend hoe de vierde vol te maken. Truus had een brief van zès bladzijden geschreven. Je kon dus moeilijk na acht dagen met een kleinen brief komen.

In elk geval Truus die hàd nieuws. Die kreeg meer aanloop in de groote stad. Hier gingen de

[pagina 99]
[p. 99]

dagen kalm en hetzelfde, de dagen, dat je niets onthield. Geprikkeld lei ze den penhouder neer, liep uit de verandah, nam Wimpje op den arm en knorde.

‘... Je bent toch een ongehoorzame jongen!... Nou speel je tòch met dien viezen jongen!’

‘Nou was ìk is 't paardje moe.’

‘Jij mag niet voor paardje spelen... Mag je 't paardje van zoo'n viezen jongen zijn, hè?’

‘Hij is niet vies.’

‘Hij is wèl vies. Blijf dan maar bij maatje, hè? ... Hier heb je 'n stukje papier vent en 'n potlood, hè en nu eens mooie poppetjes teekenen, hè, Wimpje?’

 

...‘... Charles ziet er toch zoo goed en dik uit dat men er zich in verheugt en is ook gezond. Corry is allerliefst en een genot als zij binnen komt stappen, altijd even keurig en aardig en gelukkig.

Haar galant is een allernetst mensch, gesoigneerd en prettig in de conversatie. 't Is ook een charmant meisje, o zoo een gezellig paar. Zij trouwen de volgende maand. Hun meubelen krijgen zij uit Amsterdam.’................

 

Voor zich uit kijkend zat mevrouw, niet meer wetend, niet meer wetend. Het leven was zoo onbewogen-gelukkig, zoo wijd-wit; vóór het tuintje met violen in fleur en rozen geknipt tegen groene spaken en de straatweg - àchter de tuinkamer, nog nieuw van inrichting, tapijt in panterkleur, meubeltjes bros en verguld, étagère met pulletjes, alles lieve fluweelen dingen, snoezig zilvergereif op het buffet, een verrukkelijk beschilderde glazen vaas met gedroogde planten...

‘Wat teeken je Wimpje?’

‘'n Hond.’

[pagina 100]
[p. 100]

Een héérlijke jongen. Nee, ze had nièts te verlangen. Ze had alles. Van avond kwam Corry theedrinken uit het doddig-blauwe servies. Mietje moest nog worden uitgezonden voor pralines en gebakjes... Maar éérst den brief...........

 

‘... En nu Truuslief eindig ik. De tijd vliegt hier om met het huishouden en lectuur enz. Wij hebben een uitstekend leesgezelschap, l'Illustration, Eigen Haard, Fliegende Blätter, Elsevier's Maandschrift, haast te veel om bij te houden. Sommige dagen zijn hier heel druk, ook met de passage. Gisteren bijv. en Zondag weder aanhoudend. Nu mondeling meer. Kom nu eens een daagje hier met Anna en de jeugd. Vele groeten aan je man.

Je liefhebbende

Marie.’

 

Zachtjes an las zij den brief over, puntjes op de i's zettend, komma's aandikkend, een enkel verschreven woord doorhalend. Ja, zóo was 't wel goed. Dan het adres, grooter van haal, zorgvuldiger geschreven. Hè! Dat luchtte op. Je kreeg migraine van zóoveel schrijven.

‘Wimpje druk jij eens op de schel, wil je vent?’

De meid kwam in de verandah.

‘Wil je even 'n postzegel voor me halen, Mietje?... Wacht, neem den brief maar tegelijk mee... In “brieven” werpen, hoor! Doe hem vooral niet bij “drukwerken” meisje.’

‘Jawel mevrouw.’

‘Zijn de asperges mooi?’

‘Prachtige bossen, mevrouw.’

‘Je moet ze heel licht afhalen, hoor je kind, anders blijven ze stokkerig... en vier hard-gekookte eieren is voldoende, hoor.’...

[pagina 101]
[p. 101]

‘Jawel mevrouw.’

‘En als je 't hek uitgaat, zeg dan meteen aan dien viezen jongen van Bol, heet hij niet Klaas? - dat hij niet zoo vervelend, zoo schrikkelijk-vervelend, heen en weer moet draaien, want Wimpje mag vandaag niet meer uit.

Morgen mag hij weer je paardje zijn, hoor je, Wimpje?... Vandaag moet paardje naar stal, niet waar?’...

Wimpje trok lijntjes op het luxe-papier en mevrouw, geënerveerd, leunde achterover, chevrau-leer muiltje opwippend, er over denkend of zij mokka-gebak èn pralines of enkel mokka-gebak bij de thee zou nemen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken