Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schetsen. Deel 8 (onder ps. Samuel Falkland) (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schetsen. Deel 8 (onder ps. Samuel Falkland)
Afbeelding van Schetsen. Deel 8 (onder ps. Samuel Falkland)Toon afbeelding van titelpagina van Schetsen. Deel 8 (onder ps. Samuel Falkland)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.87 MB)

Scans (15.27 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schetsen. Deel 8 (onder ps. Samuel Falkland)

(1912)–Herman Heijermans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 87]
[p. 87]

Visite.

Trrrr..... Trrrr.....

Een fel-klaar moment hield schoonpa 'n hapje kreeft op de verstarde vork.

Z'n mond gaapte in afwachtende begroeting - z'n oogen schuinden naar de zij van het trrrr.... z'n ooren zouen zich gespitst hebben, zoo spitsing bij menschen usance en naturgemäss ware.

Mama schokte zwakjes overend, de eene hand luchtig op het broodbrokje, de andre evenwichtig balanceerend bij het bord met de kreeftenlekkerheidjes. 'n Plat, lepelig kreeftemepje, half graat, half vleesch, dat nog geen seconde geleên haar molmige tandjes be-aaid had, lei plots - zoo niet in dolce far niente, dan toch in luistrende aandacht tusschen haar tong en haar tandvleesch -, haar wimpers wimperden knippend, haar neus hield adem in reserve.

Ik vertel dit uitvoerig en zonder éénige bijzonderheid te ontwijken, om niet alleen het fel-klare van het moment te markeeren, maar ook wijl ik voorstander ben van tot in de haarwortels der dingen doordringende levens-, gemoeds- en momentenanalyse.

Wij kunnen nooit té sekuur emotiën, gebaren, uiterlijkheden neer-etsen.

[pagina 88]
[p. 88]

Mede met hare wimperen wimprend, boog Marie het hoofd naar de trillende lijn van het trrr....

De koffiekan die bruine plompjes in 'n snoezig japansch kopje aan 't klukken was - 't éérste kopje met weerbarstig schuim, zocht 'n rustpunt op 't presenteerblad, geraakte in dezelfde zwoele verwonderingen als de menschen om de tafel. Haar tuit piekte naar 't raam - haar klep wijdde omhoog als de mond van 'n ouwe juffer die een knal in avondstilte beluistert.

En zelfs 't koffiewasempje uit de tuitopening had iets van hijgend luistrend gesnuif. Vooral luisterend. Het heele fel-klaar moment was luisteren en luistring. Alles luisterde - de kopjes, de borden, de glazen, de kaasstolp, de fruitschaal. De kanarievogel zat stil bij 't zaadbakje - en - èn Adriaan, nou die was natuurlijk ganschlijk hoekig en pafgestooten van pure verslagen trrrr-attentie.

Z'n mond, ònbehoorlijk gevuld met erwtjes en vernielde kreeft-deelen, kauwde niet, builde niet, kaakte niet.

Z'n vork die pas gecirkeld had in 'n vettig sausje van aardappelmoes en bus-saus, rustte willoos en insipiede - z'n oogen keken star naar den rand van 't bord - z'n neusvleugels stonden stram - z'n snorpunten kromden zonder één haar-trillinkje.

In één woord - 'n auteur bewaart dat ééne woord altijd voor slóteffect, daar 'n roman of novelle van uitsluitend één-woorden bedenkelijk kort, weinig-spannend en kantoor-briefachtig zoude zijn, bijvoorbeeld Dumas père met z'n betaling pér wóord aan het krachtig éénwoord-systeem honderdduizenden francs verloren zou hebben - in één woord: schoonvader, schoonmoeder, dochter, zoon, zaten in verschrikte, kreeft-en-erwtjes-vergetene eethouding.

‘Donders,’ zei papa (duivels bedoelend) - aldus

[pagina 89]
[p. 89]

de eerste, die moeilijk de trrr-suggestie verbrak -: ‘'r wordt gescheld’...

En alsof nu bij allen het fel-klaar moment had uitgeleefd, spraken ze bijna gelijk, met een tintje opgewekte nervositeit.

‘Zou 'r 'n patiënt zijn?’, vroeg mama geheimzinnig, ineens mal-fluistrend, bang voor 'n nieuwsgierige die 'r niet was.

‘'t Is vóór eenen,’ zei Adriaan, z'n horloge bekijkend, haastig den hap erwtjes-en-kreeft kropslikkend.

‘'r Is éénmaal op 't knoppie gedrukt,’ zei Marie.

‘'t Is 'n patiënt,’ glimlachte papa: ‘hoor maar.’

Weer luisterden ze, doch thans zonder de straffe gebaarloosheid van straks.

De trap kraakte met zoete deukjes van dikken looper die bestapt wordt. En àchter dat rustig kluk-kluk van iemand die zich niet haast, schuifelde het pantoffel-kuchen der dienstmaagd, die zelf door het verrassend geval verschuchterd geleek. Anders bonsde ze uitbundiger.

Dan nà het trap-deuken, bewoog een deurkruk, scharnierde een deur - neè de deur, de deur van de wachtkamer -, sponsden opnieuw de voeten der maagd, nu iets blij-vlugger over den cocoslooper van de bovengang.

‘Meneer - daar is 'n heer...’

‘In de wachtkamer gelaten?’ -, informeerde Adriaan, vreemder van stem dan straks. Want 'n doctor pleegt er een huiskamer- èn een patiëntenstem op na te houden.

‘Ja, meneer....’

‘Goed, 'k zal je wel schellen....’

‘Eet maar eerst af,’ zei schoonmama.

‘Natuurlijk,’ zei Adriaan. ‘'n Dokter die patiënten dadelijk helpt, doet verkeerd. Je moet niemand in je kaart laten kijken.’

[pagina 90]
[p. 90]

‘Nou - da's wel curieus,’ mondvol mama sprak - ze at nu éens zoo lekker: ‘zie je dat wij geluk aanbrengen?’...

‘Nou!’ lachte Adriaan.

't Was inderdaad eene gebeurtenis. Twee maanden gelejen was-ie getrouwd - twee maanden wàchtte-die op 'n fatsoenlijken patiënt - d'r woonden nòg twéé dokters in dezelfde straat - een op nummer 57 - een op nummer 204 en tot op vandaag had-ie behalve wat goedkoope buspatiënten, die 's morgens van 9 tot 10 moesten komen, geen behoorlijk bezoek gehad - de kruidenier uitgezonderd die zich met 't rookvleeschmes 'n jaap in z'n duim had gegeven - èn de kruideniersvrouw uitgezonderd die door 'r kat in 'r duim (allebei duim-wonden) - was gebeten.

Maar omdat 'r bij den kruidenier 'n maandboekje stond - was 't met gesloten beurzen verrekend.

'n Fatsoenlijke betalende, op het spreekuur van 1 tot 2 komende patiënt was 'r zuur genoeg niet geweest.

En de zorgjes der installatie begonnen nou de paar spaarduitjes òp waren, benauwend te drukken. Je stand moest je ophouen - de paar kennissen bij wie je visites aflegde, kon je natuurlijk niet anders dan jáarrekening zenden - zènden op den pof - want kennissen rekenen 'r doorgaans op gratis te zieken - èn de bus-patiënten kwamen nu juist óok niet met zwermen opzetten vanwege de medische hulp op 57 en 204.

Aan de oude luidjes die voor 'n dagje over waren, mocht je niet klagen. Die waren zelf niet bemiddeld, voelden zich knus-knus nou d'r dochter zoo'n nèt huwelijk met 'n dokter had angegaan. Integendeel voor diè hadden ze vandaag met 't twaalfuurtje 'ns bijzonder uitgepakt.

[pagina 91]
[p. 91]

Anders 'n boterham met zure zult of 'n ei - nou 'n bussie kreeft (van den kruidenier-patiënt), 'n bussie erwtjes (dito), purée van aardappelen, sardines (dito), ontbijtkoek (dito), abrikozenjam (dito), kannebier (dito).

Het geheel voortreffelijk déjeuner zat op het boekje - terwijl de duimen slechts vijf visites hadden opgeleverd, van hèm één, van haar (uit vreeze van katerdolheid) vièr.

Op gevaar af het wederom aan den stok te krijgen met bevriende en niet-bevriende medici - 'k houd niet van mot - moet ik dus als kronijker verklaren dat mijn dokter zenuwachtig hapte bij de gedachte aan den héér in de wachtkamer die No. 57 èn No. 204 was gepasseerd, om op No. 191 hulp te zoeken - mooglijk voor diabetis, galsteenen, sarcoom of een ander nàar geval.

‘Hè, toe, laat 'm niet zoo láng wachten,’ zei Marie: ‘als die nou wèinig tijd heeft....’

‘Héel goed,’ knikte schoonpapa: ‘eet maar op je gemàk - ze moeten àltijd wachten bij 'n dokter met 'n drúkke praktijk....’

‘En gesteld dat je aan 't opereeren ben,’ phantaseerde Adriaan: ‘nee eerst 'n kopje koffie.’

De koffiekan neeg weer naar de snoepige japansche kopjes, bottelde haar zwart stroop-je op de suikerlaagjes.

Mama prikte de láátste erwtjes, papa smeerde een beschuitje. Adriaan hompte een blokje kaas. Maar de gezellige rust van stráks was er door het trrrr èn door de voetstappen uitgejaagd.

Je moet aan emoties wennen.

Met één zetje slokte Adriaan z'n japansch kopje leeg en luchtig z'n snor af-servettend ging-ie de zijdeur door naar de studeerkamer.

‘Wat zoo'n man toch geleerd moet zijn,’ peinsde

[pagina 92]
[p. 92]

mama: ‘elk oogenblik kan-ie voor de akeligste dingen komen te staan - en toch zoo sekuur....’

‘Ik zou,’ redeneerde papa: ‘ik zou àltijd 'n beetje bang zijn voor infectie.... Je weet nooit...’

‘Och kom pa,’ lachte de dochter: ‘daar hebben wij carbolzeep en sublimaat voor....’

Het schelletje uit de studeerkamer had geklonken - de meid was naar de wachtkamer gepantoffeld.

‘Binnen,’ riep de dokter, ijvrig eenige papieren beschrijvend - nauwlijks opziend.

‘Morgen, dokter.’

‘Gaat u zitten.’

De man zag er eenigszins bleek en geëchauffeerd uit.

‘En wat scheelt 'r aan, meneer?’...

‘Dokter,’ zei de man - naar zijn hart althans naar z'n vest tastend en een portefeuille op z'n knie deponeerend: ‘ik kom van Bonk & Comp...’

Het woord Bònk bonkte den dokter uit zijne waarnemingen en peinzingen. Bonk & Comp. - Het zei àlles. Verdere toelichtingen waren ridicuul.

‘Laat u maar zitten,’ zei hij onaangenaam-droog: ‘'t Komt me op 't oogenblik niet gelegen....’

‘Jawel dokter,’ opponeerde de man: ‘maar u heeft m'n patroon beloofd na 'n maand te betalen. En morgen moeten we 'n accept honoreeren - driehonderd gulden meer of minder scheelt 'n boel in dézen tijd van 't jaar...’

‘Jawel - jawel - in m'n spreekuur ben 'k niet over 't huishouden te spreken. Komt u den eersten van de maand maar eens terug...’

‘De eerste - kenne we 'r dan vàst op rekene. dokter? - Heusch we zouen u niet lastig vallen - maar me patroon heeft 't nóódig en u heeft al tweemaal....’

‘Als 'k de eérste zeg - dan is 't de éérste....’

‘Best dokter - best....’

[pagina 93]
[p. 93]

Het schelletje trrrrr-de - de patiënt ging heen.

Eén oogenblik zat mijn vriend met heete vingertoppen voor z'n schrijftafel - één oogenblik keek-ie naar de fascineerende glansjes der instrumentenkast - toen naar het zeil van de rustbank èn naar de reageerbuisjes, evenwel niets ziend dan de quitantiecijfers die-die heelemaal niet gezien had - toen, zich op de lippen bijtend (wat noodeloos was, daar nimmer een beer met lippenbijten betaald werd) stapte hij resoluut naar de huiskamer, waar ze an d'r tweede kopje bezig waren.

‘Heb-ie góed je handen gedesinfecteerd?’, vroeg schoonpapa.

‘Was 't 'n àkelig geval?’, informeerde ma.

‘Ambtsgeheim,’ sprak de dokter bezorgd.

‘Als-ie maar dikwijls terugkomt,’ oogknipperde papa.

‘Dat zàl wel,’ zei de dokter - z'n tweede kopje roerend.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken