Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduytsche poemata 1616 (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduytsche poemata 1616
Afbeelding van Nederduytsche poemata 1616Toon afbeelding van titelpagina van Nederduytsche poemata 1616

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.20 MB)

Scans (26.72 MB)

ebook (5.26 MB)

XML (0.49 MB)

tekstbestand






Editeur

Barbara Becker-Cantarino



Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduytsche poemata 1616

(1983)–Daniël Heinsius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Adonis doet, uyt Theocritus.

 
ALs Venus eerst Adonin doot
 
Sach liggen recht voor haeren schoot,
 
En sach zijn haer soo schricklick staen,
 
En sach zijn bleecke wangen aen,
 
Geboot zy haer volck al te gaer
 
Te brengen 'twilde swijn by haer.
 
Dat vliegende volck op speur
 
Liep vlijtich alle bosschen deur,
 
En sagen daer de moorder staen,
 
En sloegen hem de boeyen aen.
 
D'een nam een strop uyt zijnen sack
 
Daer met hy den gevangen track.
 
De tweede was noch meer gestoort,
 
En dreef hem met zijn boge voort.
 
Het dier dat volch de voet voor voet,
 
Bevreest voor Venus wreeden moet.
[pagina 41]
[p. 41]
 
De welcke siend' hem aldereest,
 
Riep, O ghy alderwreeste beest,
 
Hebt ghy dit licchaem aengeraeckt,
 
En mijne man aldus mismaeckt?
 
Het dier dat sprack: het is my leet,
 
En sweere by den meesten eedt,
 
Eerst u, en uwen man daer nae,
 
En my die hier gebonden stae,
 
En dese jaegers die hier gaen,
 
Dat ick niet docht om hem te slaen.
 
Maer soo ick uwen lieve man
 
Dat schoone beeldt sach eerstmael an,
 
Soo wierd' ick dul en ongerust,
 
En kreech van binnen grooten lust,
 
Om zijne heup die voor my stondt
 
Te mogen drucken aen de mondt.
 
Dit soenen heeft hem omgebracht.
 
Daerom gebruycket vry u macht.
 
Dees tanden ruckt uyt mijne mondt,
 
En morselt die tot aen de grondt.
 
VVat doen daer toch detanden in
 
Die onbequaem sijn tot de min?
 
En is dat niet genoech voor dy,
 
Mijn lippen lecht die oock daer by.
 
Hier met wiert Venus wel gesint,
 
En seyde, dat men hem ontbindt.
 
Van dien tijdt ginck hy niet van daer,
 
Maer volchde Venus altijt naer,
 
En brand' in vier zijn tanden af,
 
Die hy de schult van't soenen gaf.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken