Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het euvel Gods (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het euvel Gods
Afbeelding van Het euvel GodsToon afbeelding van titelpagina van Het euvel Gods

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.69 MB)

ebook (2.91 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het euvel Gods

(1932)–Albert Helman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]
Aan C. Vos
[pagina 11]
[p. 11]

Opdracht

Aan niemand liever dan aan jou, waarde vriend, zou ik dit boekje willen opdragen, want niet slechts word ik daartoe reeds gedrongen door een oude en kostelijk als wijn geworden vriendschap, maar veelmeer nog door al de vele dingen die ons gemeen zijn, en omdat wij beiden op eenzelfde wijze kind zijn van onze tijd, ofschoon wij over gansch verschillende wegen wandelen, naar andere doeleinden.

Ik zou ook niet goed een ander durven uitkiezen, wiens handen ik ging bezwaren met zoo schamel een geschenk. Want vroolijk is dit boekje geenszins, en het geeft slechts weinig uitzicht op blijde dingen.

Maar hoe kan het ook anders! Jij weet hoe ons leven is, onder welke soort tribulaciën wij gebukt gaan - weinige in getal, maar daarom ook nooit meer door ons vergeten, - en om welke talrijke dingen wij volkomen onverschillig werden. Zoozeer, dat ik geen boek meer schrijven kan noch wil voor kinderen of voor stille vromen; geen lectuur die door een edele vorm de aandacht trekt, ook als zij handelt over waardelooze zaken. Mij is de lust reeds lang vergaan te schrijven om bewondering van kameraden die naar nieuwe zeggingsvormen haken, terwijl zooveel oude, eeuwenoude dingen, welke telkens weer opnieuw, verjongd en smartelijker in het menschenhart ontstaan en herontstaan, nog ongezegd zijn. Ik werd afkeerig van dit spel, te moe misschien, maar zeker altezeer teleurgesteld, nu ik de inzet ken en ook het poovere gewin.

[pagina 12]
[p. 12]

Waarom zal ik nu nog des avonds naar de parken gaan, en op een bank bij stille vijvers een idylle droomen, en zwanen zich zien spiegelen over wolken, en zelf als Narcissus vreugde zoeken in het spiegelbeeld van wat slechts ephemeer is en toevalligheid in mij?

Het schoon bedrog laat ik aan anderen over; ik geloof niet meer in Zuid noch West noch Noord, dat daar geluk zou zijn, het groote, stille, duurzame geluk der zekerheid.

Als wij in de wereld moeten staan, en even zijn getreden uit ons zelf (dat elke dag met nieuwe roekelooze hardheid werd ompantserd), wat wil men dan nog doen met deernis, sentiment, een valsche hoop, een huichel-glimlach, een banket van woorden, woorden, woorden?

Er is heel weinig groote daad, heel weinig groote onverschilligheid, en ik belijd opnieuw, als vaker tegen jou, dat ook ik dikwijls zondig tegen deze koelheid die de nieuwe deugd is welke de god der huidige dagen van ons vraagt. Maar 't zou geen daad zijn, en een groote zonde tegen dat wat in ons diepste leeft, wanneer ik nu nog schrijven ging voor zelfverzekerden en wie zich graag vermeien in een schijngeluk. En zelfs de lust hiertoe ontbreekt mij.

Ik weet waarom dit zoo is, bij mij en bij jou, en bij de enkele anderen die in waarheid durven leven met het leven, zóó als het in hun armen viel. Die om deszelfs wil alle eigendom verspeelden en nog afstand deden van de satisfactie welke een poverello smaken mag.

Ik weet waarom. Wij zijn van deze tijd de vele klei-

[pagina 13]
[p. 13]

nere riolen, waardoor verbruikte stof en nieuwe grondstof, stank en voedend mest en afval en een vruchtbaar humus uitspoelt naar het groot cloaak, waarin al wat goed is zinkt en wordt bewaard. Waar in een bruine poel het olieachtig glinsteren van de maan gezien wordt. Waarvan men zegt dat daar leven en traditie, god en schepping, tijd en eeuwigheid elkander raken, zooals licht en watervlak, of waterdiepte en bodem, aarde en ledig ruim.

Nog heerscht het onder dwazen tot de goede toon om blanke duiven voor poëtisch aan te zien; en onze fantasieën, schuwe, vormlooze rioolratten, kunnen in de schoongeschuurde winkelstraten slechts gehaat zijn en slechts afschuw wekken. Doch wij, nietwaar, die dagelijks deze dieren voederen uit de hand, wij kennen hun geheim, wij weten hoe al die geruste zelfverzekerden, al die verheerlijkt lachenden, die kuische duivenmelkers en schijnheilige extatici eenmaal ook door 't riool heen worden uitgespoeld, tot voedsel voor de ratten.

Ook zij moeten, vandaag of straks, vergaan in de kanalen van het leven, in de darmen van de stad; en onder stank ontbinden, en hun aandeel brengen aan het nieuwe leven en de nieuwe aarde. Van deze dingen zullen zij die leven in 't riool gewisser spreken, dan wie duiven voederen op de daken, en wie denken dat de vogels beter zijn dan aarde-dieren.

Wij hebben meer de vieze overalls bemind dan 't zondagsch pak waarin wij ons somtijds vermommen moesten; en wij weten ook dat ratten en de zwarte

[pagina 14]
[p. 14]

visschen van de modderpoel waarin wij dikwijls zwemmen, evenzeer gewild zijn door hun schepper, als het schijnbaar edeler gedierte. Nooit ook hebben wij ze als de betere, maar ook nimmer als de slechtere schepsels aangezien. Alleen van hazewinden en de vogel Fenix en de hypocriete duiven hebben wij gemeend dat het bedenksels of gedrochten van een geile onnatuur moeten zijn.

Tenslotte is het daarin dat voor ons de moeilijkheid genesteld ligt. Wij schuwen de onnatuur. En daarom schuwen wij de valsche glimlach, literatuur die om haar wezenlooze eigenliefde het behagen wekt van juffers en ontmanden.

Ik denk niet dat wij hierom echter de natuur verheerlijken. Doch in ons is een daimoon die 't uitschreeuwen moet, en die het doen zou, als niet een van zijn drie namen Onverschilligheid was. Hij, de verslinder die eerst liefde vrat, dan haat, dan hoop, dan zeker-weten, dan geloof-in-andere-menschen, en die toch steeds weer overeind staat in ons, als een hongerig dier dat grijpt naar wat het vangen kan, een Veelvraat en een Nimmerzat, omdat dit dier in ons, van leven nimmer zat is.

En wanneer middernachts, in late koude nachten, het beest weerbarstig zich te slapen legt, dan fluister ik soms bang zijn derde naam: o Engel, mijn gezel uit onbekende landen... dit schoone leven, zooveel leelijkheid waar wij doorheen, geheel doorheen moeten eer wij beseffen hoe schoon toch alles is... leer het mij kennen, gansch, ten volle, zonder één beperking.

[pagina 15]
[p. 15]

Ik beef en ween, wanneer het dier in mij zich weer te slapen legt. Maar wee, wie nooit zijn daimoon leerde kennen, wie nooit zijn ontzaglijk loeien heeft gehoord. Hij is een doode; is hij niet een levend lijk?

Maar jij, mijn vriend, ik weet dat jij de jouwe kent als ik de mijne. Onze ondergangen zijn het dalen in cloaken; wij verdwijnen van de aarde voor een duistere dooltocht, en verschijnen weer als Orpheus, droever, maar herboren, zien het daglicht scherper, de gezichten bleek en nieuw, de boomen zilverwit.

Herkent men ons, of zijn we niet gemist?

Wat geeft het. In de Hades hoorde ik holle, verre stappen die de jouwe waren; 't rhythme van een zéker schrijden. En hier zijn wij weer op vlakke, al te zeer begane grond; de lucht van grotten hangt nog in mijn keel, jij zit aan de andere zijde van de lamp, een geest zoo bleek. Wat ik je toeschuif is een buit van ginds. Ziehier.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken