Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mijn aap lacht (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mijn aap lacht
Afbeelding van Mijn aap lachtToon afbeelding van titelpagina van Mijn aap lacht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.38 MB)

Scans (12.62 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.57 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mijn aap lacht

(1991)–Albert Helman–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

IX

Het was een uitgelezen nacht. De maan kroop als een gouden tor tussen de wolkenrafels. Alles was heel groot en plechtig. Ongewoon de kleur en de gedaante van de bomen, die alsof ze ieder een ruim uitzicht wensten in de nacht, zorgvuldig stonden opgesteld tegen de heuvelrug. Glimwormen groot als gloeiende ogen dwaalden traag daartussen. Onder, waar het dal breed naar een vlakte openlag, en poeierig doorstraalde schemer een savanne liet vermoeden, scheen het weifellicht aan alles vloeibaarheid te geven. Lange kikkerkoren stegen uit de diepte op, door hogere beantwoord als ze even zwegen.

Alle dingen hadden iets glasachtigs, vochtig glimmend in de grote droogte, iets dat donzig zacht werd als het maanlicht afnam, maar weer druipend werd zodra de opgeschoven wolken de voldragen vollemaanvrucht even zichtbaar lieten. Roerloos stond ik onder in de vlakte toe te zien. Want uit de achtergrond van glimmerig versteende stammen met verzilverde, metalig stijve kruinen, trad een lange rij gedaanten voorwaarts, half opgericht, viervoetig, met omhooggewende kop, de staarten in de lucht. Een statige processie van wel

[pagina 42]
[p. 42]

honderd apen die met afgemeten passen schreden, soms een poosje doodstil bleven staan en dan weer verder traden, naderbij, de vlakte in tot waar een kale zandplek blinkend wit lag uitgeleverd aan de maneschijn.

Zoiets geordends had ik nergens nog gezien, tenzij in het bos de grote mieren op hun tochten om een boom in enkele uren kaal te vreten; maar dan zijn ze snel en haastig, gaan en komen botsend langs elkaar. Terwijl de optocht hier juist langzaam ging, met plechtigheid en zwijmelende overgaaf.

Toen de eersten van de optocht bij de zandplek waren aangekomen, liepen zij de rand langs, met een wijde boog, zodat de troep tenslotte in een kring stond opgesteld, de koppen naar het lege midden en de staarten naar het luchtgewelf gewend. Ik kroop als een reptiel, zoveel ik kon mijzelve in de schaduw drukkend, dichterbij om te bespieden wat er ging gebeuren. Bevangen door het ongewone van de nacht en toch nieuwsgierig ook, lag ik daar doodstil en ontvankelijk als een spiegel. Wat er ging geschieden overtrof alwat zich ooit in woud of veld onder de dieren afspeelt.

Eerst hieven de apen beide aaneengedrukte handen in de hoogte, twee, driemaal, en bogen daarna diep, tot op de grond, ook enkele malen. Daarop zetten zij in koor, niet luid, maar innig en extatisch een gezang in, een gehuil, dat grommend met hun bassen, allengs hoger werd, een klagend in elkander overglijden van vermaningen, verlokkingen, vervoeringen, gelijke tonen, nu eens vals, dan weer geleidelijk stijgend tot zeer muzikaal geluid, weer dalend, stijgend, tot een ijle hoogte als vogelfluiten. Daarbij hieven zij de armen als op een commando op en reikten naar de sterren, en wanneer de zang weer daalde naar een grommelende diepte, lieten zij de armen zinken en begonnen zij te wiegen met hun lijven, voorwaarts, achterwaarts, een hele poos, totdat het scheen alsof zij dronken waggelden.

Ik weet niet wat voor een betovering er in dat zingen en gebaren school, maar iets van de extase en het ritme dat ze brachten in de maannacht wikkelde mij in, ontnam mij elke zelfbeheersing. En een kracht die buiten mij, gelijk een trage trilling in de lucht ontstaan was, nam mij op en dwong mij overeind te staan als zij, drong uit mijn keel eenzelfde huilgezang en liet mij onbedwingbaar hun bewegingen

[pagina 43]
[p. 43]

herhalen. Dronken, zingend, met dezelfde gebarenceremonie trad ik op de kring toe, die zich opende gelijk een grote kaak van honderd tanden, en mij doorliet naar het lege midden.

Onverstoorbaar ging de ritus voort, terwijl ik met het hoofd naar achteren de maan heel groot, ontzaglijk groot zag zinken; naar mij toe, bijna bereikbaar, een meloen van zilverig goud, neen, een gelaat met wezenloze ogen, mond en neus, van een geweldig wezen dat ons dromerig gadesloeg in halfslaap, bevredigd werd om niet in woede te ontwaken en ons allen, heel de wereld te verpletteren wanneer het viel of ons eenvoudig wegblies.

En opeens begon de kring niet voor- en achterwaarts meer, maar met korte danspas zijdelings te deinen, om mij heen te cirkelen, eerst langzaam, maar naarmate weer de zang steeg, sneller, wielend. En ik in het middelpunt begon ook, aangezet door deze draaibeweging, om mijn staart te zwenken in de tegenrichting, op mijn plaats genageld en toch draaiend. Sneller, wervelend werd de dans. Het was alsof ik oprees, van de grond gerukt werd door de kolk van die dubbele draaiing, licht gelijk een pluimpje dat omhoog getild wordt, of een zandhoos in de vlakte. Maanlicht speelde door mij heen, gezang doortrok mij, ritme stroopte alle zwaarte van mij af, ik werd zelf tot een maanbol, zwevend, ijl en licht. Verloren voor mijn vroeger wezen, als een kolibrie, een wesp, een snorrend, wervelend ding.

Van het einde weet ik niets meer. Van extase moet ik zijn bezwijmd, want toen ik zuchtend, vechtend met de nevels in mijn hoofd weer tot mijzelf kwam, lag ik in een donker hol, en waar ik tastte voelde ik koud gesteente, gepolijste rots. Ik dacht dat dit de dood was, aangevangen met een maannachtdroom die ik mij vaag herinnerde en die geleidelijk aan weer duidelijker in mijn bewustzijn kwam.

Pas toen het daglicht door een spleet naar binnen brak en ik kon zien dat ik mij in een grot bevond, begreep ik, dat de troep waarin ik onbegrijpelijkerwijs terechtgekomen was, mij in mijn toestand van bewusteloosheid hierheen had gebracht. Waarvoor kon ik niet gissen.

Door dezelfde spleet waarin het licht naar binnen viel, kroop ik naar buiten. Niemand hield mij tegen. Buiten stond ik ergens halver-

[pagina 44]
[p. 44]

wege op de heuvel. Aan mijn voeten breidde zich het landschap uit in tastbaar klare werkelijkheid, elke boom en struik zeer duidelijk, met scherpe omtrek. Ik herademde. Maar toen ik in het dichte onderbos wou snellen, sprongen eensklaps vijf, tien, twintig apen en apinnen uit het waaierig gebladerte te voorschijn en versperden mij de weg op vriendelijk besliste wijze, met gebaren en met kleine kreten die geen twijfel lieten. In hun midden brachten zij mij naar een plaats waar overvloed van voedsel was, en in hun midden ging ik baden. In hun midden bracht ik heel de dag met zwerven, spelen, slapen door, behandeld met een hartelijke reverentie, maar voortdurend hun gevangene. Des avonds zaten zij geduldig peinzend om mij heen, alsof zij mij vereerden en bewonderden. Ze raakten mij niet aan. Maar hun opzet bleef mij onpeilbaar, en ik kon niet weg.

Toen de maan weer opkwam, trokken zij opnieuw, ik in het midden van hun optocht, naar de kale zandplek, om hun ritus te herhalen, die mij dadelijk juist als de eerste maal betoverde. Ik was weer het middelpunt van deze plechtigheid, verdwaasd en van mijzelf vervreemd in bovenaardse dronkenschap.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken