Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dageraed, ofte nieuwe opkomst der geneeskonst (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dageraed, ofte nieuwe opkomst der geneeskonst
Afbeelding van Dageraed, ofte nieuwe opkomst der geneeskonstToon afbeelding van titelpagina van Dageraed, ofte nieuwe opkomst der geneeskonst

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.17 MB)

Scans (67.51 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dageraed, ofte nieuwe opkomst der geneeskonst

(1978)–Joan Baptista van Helmont–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 312]
[p. 312]

Seste Pael.
Tegen de medegaende oorsaecken der Pest, by den Ouden toegeschreven.

TOt noch toe is bewesen, dat d'Ouden de voorgaende oorsaken der pest niet recht getreft en hebben: men sal oock hier nae toonen, datter geen oorsaecken in de sieckte en is, die voorgaende genoemt mach wesen, wesende alle voorgaende maer een oorsaeck, en niet oprechte oorsaecken, soo in andere plaetsen noch breeder is uytgeleght. Nu nopende de meêgaende. sy stellen die eenighlijck en eygentlijck in de verderffenissen oft verrottingen der vier humeuren, die sy gelooven soo in onse aderen te woonen, als te wesen d'eenige stoffen onser lichamen. Sy laten oock toe dat de verrottingen en omstenden der Endemia daer veel wichts toe hebben, doch eygentlijck niet om de pest te maecken, nochtans schicken sy evenwel daer toe alle tegenmiddelen, soo ter verhoedinge als ter beteringe der verderffenis dienende, voegende daer toe t'samen alle drooghten, die sy in het kruyt-boeck lesen, desen gewenschten wederstant te doen, op dat 'er onder de groote menighte iet zy, 't welck helpen mach, wesende dese onsekerheyt begroot, door dien evenwel het beste, hooghste, en uytterste tegenmiddel, oft hoop-ancker dat sy hebben, is te schouwen en te vlieden de bevleckte plaetsen, en niet betrouwende op de wetten en beloften haerder konst, eynden het ongeluckigh gehoorsaemen haerder siecken in eenen blaeuwen niet, die te verontschuldigen staet met ontschuldingen in onwetentheden. 't Werck der pest is seer heftigh, gaet snel toe, 't gift en rust niet, en houd geen bestant noch vrede: aengesien dan de bedorven ofte verrotte humeuren, die het alrede soude wesen, en souden wesen als voorgaende veroorsaeckende oorsaecken, niet en mogen wederkomen noch her-

[pagina 313]
[p. 313]

stelt worden in hen vorigen en geheelen stant; soo en baeten daer geen andere middelen, dan die de selve met alle snelheydt uyt het lijf ruymen; dien volgende souden haere purgatien en aderlatinge het hooft-stuck wesen, nochtans mits de selve in de pest schaedelijck zijn bevonden, soo valt oock de wet om leegh, die de bedorven humeuren in de pest invoert; soo dan oock de humeuren, staende in het bedorven worden der pest, eenige oorsaecken waren, soo moesten sy een vast middel voorgewent hebben, 't welck stracks alle bederffenisse belette, en dit is tot noch toe vergeten gebleven. Maer dewijl de pest soo snel is, dat soo haest men die gewaer wort, alreede de bederffenisse binnen is, en uyt het lichaem roockt, soo souden de humeuren bedorven zijn, eer sy bedorven soude wesen. Fernelius heeft den a.b. de rerum causis genoeg bewesen, dat de pest niet en komt uyt voorgaende verrottingen, noch ontsteltenissen des weders; des heeft hy wijser geweest dan alle sijne voorsaeten. In alle recepten tegen de verderffenisse, heb ick weynigh troost gevonden, namentlijck het theriakel (wesende het voornaemste) heeft duy deelen honighs, tot een wicht der kruyden, die welcke veel, verscheyden, oneensaem in krachten, dor, hert gesloten, verandert, versoden met den honigh, en noch te verduwen staende by een slappe vergiste maegh, geven my kleyne hulpe en luttel troost, om onsen geest des levens te vestigen, na wiens afscheyt ons de verderffenisse stracks aenvangt. De koecxkens der viperen, gesoden te Venetien, naer het beschrijven Galeni, zijn krachteloos, onder het versieden vervlogen, in het vleeschsop uytgemergelt, en in het droogen te niet gedaen. Immers niet alleen en hebben onse voorsaten niet genoemt, welcken van de humeuren in de pest verderst; maer oock noch niet hoedanigh dese bederffenis der humeuren is, die somtijts in weynigh stonden begint en vermoort; op dat men de gissinge in 't verhoeden en heelen daer na hadde mogen stieren: sulcks dat het schijnt, dat sy daer na geraetslaeght hebben, te vreden zijnde geseght

[pagina 314]
[p. 314]

te hebben. De pest is een verrottinge en verderffenis der humeuren, spreeckende meer van het volgende effect, dan van de oorsaecken: even als oft sy geseyt hadden, de pest is een behaelijcke sieckte, spruytende uyt ongesteltheydt onses lichaems. Voorwaer tot sulcke wetentheyt en hoeftmen niet veel letteren, de Landt-luvden seggen wel soo veel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken