Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dagboek van een herdershond (2003)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dagboek van een herdershond
Afbeelding van Dagboek van een herdershondToon afbeelding van titelpagina van Dagboek van een herdershond

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.34 MB)

Scans (25.26 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dagboek van een herdershond

(2003)–Willy van Hemert–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina V]
[p. V]

Ter inleiding

Toen ik, uit heimwee en gebrek aan roeping uit het Missiehuis Sint Willibrordus te Uden ontsnapt, mijn best deed bij te blijven als leerling van 't Bonifacius Lyceum in Utrecht, speelde ik tijdens een lustrumfeest de rol van Charles Lindbergh in een religieus-symbolisch spel, dat Omnis Terra heette en dat geschreven was door Jacques Schreurs M.S.C. Daar heb ik nog het programmaboekje van: Charles Lindbergh - Wim van Hemert. Vele jaren later werd ik - ik weet niet waarom - van Wim Willy en van priesterstudent televisieregisseur, sinds de Glazen Stad de ‘man van de series’.

Ik heb dat laatste wel eens betreurd, want je zit hier gauw in een specialistenhokje en ik denk nog wel met weemoed aan die eerste jaren met de vaste televisietoneelavond op de donderdag.

Een serie kost je zo'n anderhalf jaar aan schrijven, regisseren, opnemen en monteren, en dan kan 't vriezen of dooien, terwijl je stiekem anderhalf jaar ouder geworden bent.

Ik had dan ook net besloten me nooit meer aan een serie te wagen, toen de kro me vroeg een verhaal in acht delen te schrijven met een katholieke signatuur. Dat leek me een verheugend verschijnsel, want we hebben immers ons unieke bestel om iedere zendgemachtigde de kans te geven de eigen ideologie uit te dragen. Dus ik aan 't snuffelen op het meest voor de hand liggende terrein: de Vlamingen, want die zijn allemaal min of meer Rooms.

Van Walschap tot Timmermans, van Streuvels tot Gijsen, van Buysse tot Lampo, mooi, maar niet wat ik zocht.

Toen speelde de engelbewaarder van kapelaan Odekerke mij een trilogie in handen waarvan de titel begon met kro: Kroniek eener Parochie van Jacques Schreurs M.S.C.

Pater Schreurs, missionaris van 't Heilig hart, was aalmoezenier van de ‘kompels’. Hij woonde in het klooster van Stein, vlak bij Geleen waar de grootste mijn van Europa, de Maurits, tussen 1914 en 1926 ontstond, waar gronden werden onteigend, waar de bouwgrondmaatschappij ‘Tijdig’ van mgr. Poels grondspeculaties trachtte tegen te gaan, waar een schilderachtig maar arm landbouwdorpje zich langzaam ontwikkelde tot centrum van een dichtbevolkt industriegebied.

Zo vonden pater Schreurs en ik elkaar na 50 jaar terug zonder elkaar ooit te hebben ontmoet. Hij is allang overleden maar of hij deze geestelijke

[pagina VI]
[p. VI]

ontmoeting zou hebben toegejuicht laat ik veiligheidshalve maar in 't midden.

Als schrijver van een televisieserie die geënt is op een roman, word je nolens volens de natuurlijke vijand van de auteur. De wijze van vertellen, de opbouw, het ritme van de opeenvolging der scènes, het telkens aan het eind van een aflevering bereiken van een spanningsmoment, de spreektaal die anders is dan de leestaal, dat alles eist een grote mate van vrijheid in de bewerking.

Ik heb die vrijheid gekregen en een roman, die zo'n 40 jaar geleden door een priester werd geschreven, met oprecht respect bewerkt voor publiek van vandaag, voor een medium dat 40 jaar geleden nog niet bestond. Ik heb het geschreven met een knipoog naar nu en naar de rigoureuze veranderingen in de Katholieke Kerk en met de ontroering die je mag verwachten van een man, die eens voor priester studeerde in de tijd waarin dit verhaal zich afspeelt, maar die ook weet dat de mijn Maurits niet meer bestaat, dat er een Vaticaans Concilie is geweest en dat ook in de profane wereld de denkwijze en het jargon van nu hemelsbreed verschillen van die van toen.

De eerste acht delen hadden een voor mij overrompelend succes, al is dat geen reden mezelf fier op de borst te slaan, want ik ben me ervan bewust dat ik veel te danken heb aan de inzet van alle medewerkenden, zowel voor als achter het scherm.

Wel vond men er een aanleiding in het verhaal met nog acht nieuwe delen voort te zetten en met een slag om mijn arm begon ik het tweede boek van pater Schreurs' trilogie te lezen. Tot mijn schrik moest ik daarin ervaren dat kapelaan Odekerke al spoedig dood ging, dat Nicolaas Bonte een agressieve dronkaard werd, dat vrouw Bonte eveneens het tijdelijke met het eeuwige verwisselde en dat Miete in het klooster zou eindigen. Ik vroeg en kreeg toestemming het leven van Odekerke en vrouw Bonte te sparen en ging aan 't werk. Toen ik twee delen klaar had, hoorde ik tijdens een korte vakantie in het buitenland van de plotselinge dood van Ko van Dijk. Ik had de laatste jaren bijna uitsluitend met Ko gewerkt. Hij had zo'n 40 jaar geleden als jong acteur ook de hoofdrol gespeeld in mijn eerste ‘echte’ toneelstuk bij het Centraal Toneel van Cees Laseur. Toen ik terugkwam was hij al begraven. Ko van Dijk, bijna de laatste zeer grote uit een periode die voorbij lijkt. Een onherstelbaar verlies.

Er zijn gebeurtenissen in je leven die, zonder dat je je daarvan bewust bent, een stempel drukken op je creativiteit. Ik heb lang geaarzeld over de vraag of ik wel opnieuw zou beginnen, maar ik denk dat Ko het me kwalijk zou hebben genomen als ik het niet tenminste geprobeerd had. Er was immers maar één ding dat hem behoedde voor eenzaamheid: het Vak.

[pagina VII]
[p. VII]

Zo was ik gewongen de opzet totaal te wijzigen en een serie van acht delen te schrijven, die - vergeef me pater Schreurs - volledig afweek van het oorspronkelijke verhaal.

Ik heb Nicolaas Bonte, zoals dat heet, eruit geschreven. Ko was immers onvervangbaar. Wel blijft de figuur van Bonte het verhaal op de achtergrond beïnvloeden en veel scènes zijn bedoeld als een hommage aan de onvergetelijke Ko van Dijk.

In een paar publicaties heb ik moeten lezen dat ik de begrafenis van Bonte in het spel laat zien. Dat is natuurlijk niet waar en het is teleurstellend dat ik tot zo'n smakeloosheid in staat word geacht.

En hier is dan het boek. Het eerste boek was een romanbewerking van een televisiebewerking van een roman. Dit tweede boek is alleen maar een romanbewerking van een televisieserie. Mea culpa, Jacques Schreurs!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken