Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gehuchtenboek (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gehuchtenboek
Afbeelding van GehuchtenboekToon afbeelding van titelpagina van Gehuchtenboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.02 MB)

Scans (9.29 MB)

ebook (4.42 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

limburg


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gehuchtenboek

(1977)–Leo Herberghs–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Maaslandse gezichten


Vorige Volgende

Bommerich

Net is buurman op bezoek. Buurman woont ongeveer achthonderd meter verder het land in. Eerst loopt ie een stukje over de grote weg en dan neemt ie een voetpad. Als ik naar buiten ga wijst buurman op zijn huis: het grote dak van de hoeve steekt net boven de heuvel uit.

In het huisje van Haike brandt de kolenkachel. Het huisje is piepklein. Haike is 76 jaar en vrijgezel. Als hij door het raampje naar buiten kijkt ziet hij 'n heuvel met hier en daar een groep verkleumde huisjes. Die gehuchten hebben namen en heten Hörpesch en Bommerich. ‘Het zijn allemaal oude huisjes’, zegt Haike. ‘Er mag niet gebouwd worden. Zoals het nu is blijft het.’ Hij wijst op de wilgen langs de beek, op de bomen die langs de graften staan. ‘Die bomen die moeten ze laten staan, die moeten ze zó lang laten staan tot ze van ouderdom omvallen. Dat geeft toch niks? Als die bomen er niet waren was dit één groot tochtgat.’

Haike heeft een hoedje met een veertje dat hij in huis op houdt. Hij schuift het bord met de laatste resten van zijn maaltijd van zich af, staat op, werpt het hondje een korst brood toe en zegt: ‘Kom, we gaan naar de schapen kijken.’ Achter het lage vakwerkhuisje ligt een weiland op 'n helling en op dat weiland staan zeven schapen. Haike doet het poortje open, gaat bij de schapen staan, strijkt ze over hun neus. Hij leunt onder een stokoude gebarsten kerseboom die op de rand van het weilandje staat en zegt: ‘Die boom bloeit in het voorjaar verschrikkelijk, maar vruchten zijn er bijna niet meer.’ en, diepzinnig: ‘Als je te vroeg naar de

[pagina 12]
[p. 12]

bloesem gaat kijken, ga je naar de knoppen.’

Haike Vluggen is vroeger boerenarbeider geweest. Zelf had hij ook wat vee en land. Daarnaast werkte hij bij de PLEM en plaatste hij lichtmasten. Nu zegt ie: ‘Elke morgen spek met ei, goed slapen en elke zondag naar 'n café in Wittem, Mechelen of Epen: dat is 't leven. Wie morgen leeft, morgen zorgt.’ Nu en dan onderstreept hij zijn woorden met een fors, plotseling gebaar van zijn arm, alsof hij iets weg wil duwen. Haike houdt zo ontzettend van het leven. Iedereen in de streek rond Mechelen, Epen en Wittem kent hem om zijn vrolijkheid.

‘Weet je hoe het hier in Zuid-Limburg is?’ zegt hij. ‘De boeren denken alleen maar aan hun koeien: hoeveel ze er hebben, en of ze er méér hebben dan 'n ander. Ze werken dag en nacht, maar weten nergens van. Die Hollandse toeristen, die hebben kennis van de natuur, van de bomen en van de bloemen. Daar weten wij niks van.’

We gaan zijn huisje binnen. Hij verontschuldigt zich voor de wanorde. ‘Morgen ga ik 'n beetje poetsen’, zegt hij. Op de kast staat een radio van vóór de oorlog. ‘Hij werkt niet meer’, zegt Haike. ‘Trouwens, ik gebruikte hem de laatste tijd toch alleen maar om te luisteren hoe laat het was.’

Er zijn in zilverachtige lijsten gevatte, vergeelde foto's. ‘Dat is mijn vader’, zegt hij. ‘En op die foto staat mijn moeder. Mijn ouders kwamen uit Gulpen. En dit is mijn tante.’ Tussen het glas en het hout van een andere kast staan foto's van een missionaris uit Mechelen, van Haikes moeder op het ziekbed en van een oude man uit Mechelen bij een pak pijptabak. Boven op de kast verrijst een ouderwets beeld van Christus. Haike Vluggen: ‘Je moet zondag met me mee gaan naar Wittem. Dan zing ik 'n liedje en dan kunnen we lachen!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken