Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stukken maken (1984)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stukken maken
Afbeelding van Stukken makenToon afbeelding van titelpagina van Stukken maken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.66 MB)

Scans (6.55 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stukken maken

(1984)–Leo Herberghs–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 128]
[p. 128]

Enige troostrijke woorden

Spreken warenhuizen en winkelcentra ‘enige troostrijke woorden’?

Als ik in een winkelcentrum kom word ik het gevoel niet kwijt, dat ik op het punt sta in een fluwelig stuk papier ingepakt te worden. Ik hoor achtergrondmuziek die me heenleidt naar mijn papieren grot. Ik zie een stille, verbeten stoet van consumenten als een rij verdoemden uit Dantes Hel. De winkelmeisjes staren met glazen oog dwars door je ziel heen. Ben je credietwaardig? Heb je een geheime bankrekening? Ben je de bewoner van een flitsend buitenhuisje? O, kom dan, en maak schulden bij ons!

Spreken warenhuizen troostrijke woorden? Zie ik zegenende teksten in neonlicht boven de straat? Zie ik hemelse, stralende gezichten van mevrouwen en meneren die een stukje hemel bij de winkelier gekocht hebben?

Nee, ik zie niets van dat alles. Ik zie winkelwagentjes op straat en op de stoep en soms zie ik er een in 'n boom: een neergestorte vliegenier wie de last van zijn leven te zwaar geworden is.

En ik zie hondjes, vastgebonden aan een paal, door de eigenaar geketend als een slaaf. En soms zie ik een hond achter de ramen van de auto, terwijl het dier mij met tranen in zijn ogen aankijkt. Help me! Maar wie ben ik, dat ik een hond kan helpen?

Geen troostrijke woorden in de stad, geen zegenende woorden op de beeldbuis. Biedt karnaval soms de tekst voor een gelukkige meditatie? Ik kijk de karnavalisten aan.

Ze voelen zich goed in hun welvaartshuid, maar achter de schmink woont een wezen dat het ook liever allemaal anders gehad zou willen hebben. Karnavalsplezier? Iemand die alleen tijdens karnaval plezier kent is er slecht aan toe. Dat

[pagina 129]
[p. 129]

zou betekenen dat hij gedurende de rest van het jaar op een laag pitje staat. En is er iets treurigers dan een mens die tot de karnavalsdagen moet wachten eer hij knellende banden af kan werpen?

Toch moeten ze nog ergens te horen zijn, deze ‘troostrijke woorden’, gesteld dat iemand ze horen wil. Ik voor mij geloof dat men de behoefte aan een troostend woord onderschat heeft. We willen nog steeds getroost worden. Niet met tv-spots, politieseries, commercie en reclame, niet met geraas en gebral, maar met woorden die de gaten vullen in ons leven. Woorden die van genegenheid spreken en van bedoelingen die zonder bijsmaak zijn. Zitten niet veel van onze woorden vol vieze smaakjes?

Enige troostrijke woorden!

We hebben ze iedere dag nodig, ieder uur. Ze moeten ergens geschreven staan. We hoeven ons hoofd maar op te heffen om ze te zien. Maar wie heft zijn hoofd nog op? We zijn al lang blij dat we naar beneden kunnen kijken om niet in de valstrik te lopen die onze vijand ons gespannen heeft.

Nee, ik kan die troostrijke woorden niet verschaffen. Er zijn mensen die ze kunnen uitspreken zonder dat ze zich onwaarachtig tonen. Zij spreken woorden van troost zonder dat zij geleerd hebben zó te spreken. Het zijn mensen met een vast middelpunt die vanuit dat kracht-centrum hun woorden uitspreken. Hun woorden waaien niet weg op de wind: zij houden deze vast totdat ze de ander bereikt hebben.

Ja, toch: misschien is er deze dichtregel van de dichter W.H. Auden die tot troost kan zijn:

 
Thousands have lived without love,
 
not one without water.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken