Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzorgd Nederlands (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzorgd Nederlands
Afbeelding van Verzorgd NederlandsToon afbeelding van titelpagina van Verzorgd Nederlands

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.80 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzorgd Nederlands

(1974)–H.M. Hermkens–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 107]
[p. 107]

17. Samentrekking

Pas sinds kort is de samentrekking systematisch bestudeerdGa naar eind189.

17. 1. Omschrijving

17. 1. 1. Meestal komt samentrekking in nevenschikking voor. We verstaan eronder: de verbinding van taalelementen, waarbij gemeenschappelijke stukken slechts eenmaal vermeld worden. De voegwoorden die daarbij kunnen optreden, zijn en, maar, of (ze staan er of ze kunnen ertussen worden gedacht).

 

voorbeelden:

Type a. Zinnen worden samengetrokken in hun gemeenschappelijke element: Mijn vader werkt altijd hard en___is nooit ontevreden. Jan is bang voor zijn vader en___niet zonder reden___

Delen van bijzinnen kunnen eveneens ‘wegvallen’: We ontdekten dat hij er niet was en___zijn spullen meegenomen had.

N.B. Het is soms moeilijk uit te maken of we met een samentrekking of met een meerdelig zinsdeel te doen hebben. We kiezen voor het laatste in gevallen als: Je hebt dus Kees gezien en Jan (lijd. vw.: Kees en Jan)Ga naar eind190.

 

Type b. Woordgroepen worden samengetrokken in hun gemeenschappelijk element: grote denkers en___dichters.

N.B. Het is dikwijls moeilijk uit te maken of er een samentrekking is. In Amerikaanse jongens en meisjes (= Amerikaanse jongeren) fungeert het adjectief als bepaling bij de onverbrekelijke eenheid jongens en meisjesGa naar eind191.

 

Type c. Woorden worden samengetrokken in gemeenschappelijke morfemen: loon- en prijsvorming, voor- en tegenstanders, eigenwijs- en koppigheid, be- en verwerkenGa naar eind192.

 

Type d. Woorden worden samengetrokken in gemeenschappelijke syllaben: onder- en eigenwijzer (bizar; gebruikelijk in komische of parodische functie).

 

17. 1. 2. Ook in onderschikking is samentrekking mogelijk:

a. na dan en alsGa naar eind193: Hij is groter dan Piet___. Hij geeft jou evenveel als

[pagina 108]
[p. 108]

___ mij ___;

b. na enkele typen bijzinnenGa naar eind194: Wie er ook kwam, Jan___niet; Al komen ze er ook allemaal, Jan___zeker niet; Als niemand er komt, dan ___ ik ook niet.

c. in een bijzin van het type: Ik heb vandaag gewerkt zoals jij gister ___Ga naar eind194.

17. 2. Voorwaarden

1. Het element waarin de zinnen, woordgroepen of woorden samengetrokken zijn, mag niet van vorm veranderen. Strikt genomen is er, wanneer dat wel gebeurt, niet eens sprake van een samentrekking; er is een speudo-samentrekking. Maar omdat het schema van de samentrekking psychologisch aanwezig is, worden de bedoelde gevallen hier opgenomen.

 

voorbeelden:

Type a. Niemand weet wie ___ en hoe die tranen destijds in een flesje werden opgevangen. Inderdaad heeft kort geleden een knaap van 17 jaar een vliegtuig ‘geleend’, waarmee hij het luchtruim koos en___de brokken op een weiland achterliet. Morgen komt mijn neef, die erg sportief is en___ik dan ook graag mee ga zwemmen. Wie ___ en wat deze heren eigenlijk uitspoken, is niet duidelijk. Een film waar iedereen zich kostelijk mee amuseert en ___ niemand mag missen.

 

N.B.1. Deze gevallen zouden we onder kunnen brengen bij de anakoloet.

N.B.2. Samentrekking met verschil van persoonsvorm is normaal: Ik fiets veel en mijn broers ook.

 

Type b. De dom van Keulen, het grootste ___ en een van de bekendste gotische monumenten van Duitsland. De kerk en ___ raadhuis van ons dorp. De een of andere opera of___ concert. Een dergelijk elan en___ slagvaardigheid. Een groots verleden en ___ toekomstGa naar eind195.

 

Type c. Samentrekking van woordgroep en samenstelling: regeringsen kerkelijke autoriteiten, particuliere en gemeentebedrijven, de Nederlandse en wereldliteratuur; roof- en andere dieren.

N.B. Een (fout) koppelteken verraadt soms de denkfout: de Nederlandse- en wereldliteratuurGa naar eind196.

Nog merkwaardiger is de samentrekking van een samengesteld en een niet-samengesteld woord: de- en monteren (op de rekening van een garage); brom- en fietsen.

N.B. Ook de correcte samentrekking van type c kan een ongewenste spanning oproepenGa naar eind197.

[pagina 109]
[p. 109]

2. Het gemeenschappelijk element mag niet van betekenis veranderen. Vaak gebeurt dat om het komische effect, maar in veel ‘humoristische’ stukjes dreigt het een goedkoop trucje te worden. Als model van dit vernuftigheidje vinden we overal en altijd: ‘Hier zet men koffie en over de Zaan’ (zetten = maken, brengen).

 

3. Het gemeenschappelijk element mag niet van syntactische functie veranderen.

voorbeelden:

a. onderwerp - voorwerp:

Een harde bal van rechtsbuiten Doornebos stompte Swinkels het veld in, maar ___ kwam op het hoofd van Gubbels terecht. Artsen, leraren en schrijvers oordeelde hij wel nuttig voor de maatschappij en ___ bleven zodoende verschoond van kritiek. De inhoud leest hij niet en___interesseert hem niet. Het schrijven dat wij op 25 mei integraal afdrukten en___ de vriendelijkheid had als volgt aan te vangen. Een Britse firma vervaardigt een fietspomp die men in de zak kan meenemen en___slechts 155 gram weegt. Het merkwaardige is, dat het centrale partijbestuur thans in feite erkent, wat men in het Westen reeds lang wist, doch___ telkens door de communisten is ontkend. De kaartjes die u teveel ontvangen heeft, waren niet berekend en ___ hebben wij als misdrukken meegegeven.

b. verschillende voorwerpen:

Ik heb hem gestraft en___een berisping gegeven.

We moeten de bewoners de nodige verkeersregels bijbrengen en___ervan doordringen, welke fatale gevolgen kunnen ontstaan door onvoorzichtigheid.

c. verschillend gebruik van werkwoordenGa naar eind198 (zelfstandig ww., koppelww., hulpww. van tijd of lijd. vorm):

Het zou dwaas zijn, te beweren dat dit risico klein ___ of er helemaal niet is. Ik was graag naar het feest gekomen maar ___ juist die dag verhinderd. De rijkspolitie had reeds eerder deze opleiding in handen, maar ___ door gebrek aan mankracht daarmede moeten ophouden. Hij kwam daarbij op zijn gezonde been terecht, dat eerst de val ___ en daarna zelf brak (transitief - intransitief). Hij koos een sigaret en ___ het hazepad. Hij stond op trouwen en ___ bekend als iemand die van een glaasje hield.

 

4. De samentrekking mag geen ongeoorloofde inversie veronderstellenGa naar eind199. Dit geval kan zich voordoen als de eerste zin met een aanloop begint die niet doorwerkt in de tweede; als nu in de tweede zin het onderwerp wordt weggelaten (vanwege de parallelbouw achter de persoonsvorm!) is de bedoelde situatie geschapen: Morgen vertrek ik naar Utrecht en zal___ overmorgen naar Amsterdam doorreizen.

[pagina 110]
[p. 110]

Deze constructie komt zeer veel voor, ook in wetenschappelijke en zelfs in literaire werkenGa naar eind200. Dat roept meteen de vraag op of ze niet tot het systeem van het Nederlands behoort. Ik laat het oordeel graag over aan collega's; ik constateer echter, dat mijn ‘taalgevoel’ zich ertegen verzet. Het lijkt me raadzaam, een dergelijke samentrekking te vermijden; wie ze niet doorheeft, doet er wijs aan als hij in een tweede zin nooit het onderwerp verzwijgt.

 

voorbeelden uit kranteberichten, opstellen en brieven:

Eerst verkocht hij kleine stukken land, maar moest ___ spoedig al zijn bezittingen van de hand doen. Zo verklaarden de piloten in krijgsgevangenschap dat zij bacillenbommen tegen de communisten gebruikt hadden en hebben___zelfs tekeningen van die bommen aan hun verklaringen toegevoegd. Het schadebedrag van f 1600,- gaf de officier gaarne cadeau en hechtte___ er weinig waarde aan. Aan allen die het slachtoffer van deze wreedheden zijn geweest, betuig ik mijn innigste medeleven en bid ___ God vurig dat hij alle christenen wil beschermen. Voor deze euveldaden stond het drietal donderdag te Roermond terecht en verklaarde ___zich nog maar weinig van de hele zaak te kunnen herinneren. Op schitterende wijze wist doelman Ruis schoten van Sleven en Teeuwen te keren, maar moest ___ toch in de 29e minuut zwichten voor een hard schot van rechtsbuiten Theuws. Beschuldigingen van de zijde der oppositie sprak hij tegen doch voegde ___ hieraan toe (...). Thans moet ook het beroemde ‘Le Negresco’ de ongelijke strijd opgeven en is___ inmiddels verkocht aan een nieuwe groep financiers. Deze tik interpreteerde verdachte als een rechtstreekse aanval en gaf___ toen de wachtmeester een oplawaai. De aanrijding had ze niet waargenomen, doch zag___ slechts de jongens op de weg liggen. Van enkele van deze uitgaven voegen wij nog een prospectus bij en hopen ___ u aldus een duidelijk inzicht hierin te verschaffen.

Verdacht (de aanloop kan moeilijk doorwerken): Bij een hunner aanvallen raakte De Munck geblesseerd en moest___ zich laten vervangen. Ditmaal had hij een bedrag van f 420,- verduisterd en had___ het geld op een speelbank verloren.

 

N.B. In oudere literaire werken treffen we dikwijls overspannen samentrekkingen aan, in strijd met onze schoolregels. Er bestaat geen reden om ze na te volgen. Van de andere kant is er geen grond voor veroordeling: de regels zijn produkten van latere rationalisering. In het werk van Hooft liggen de voorbeelden voor het grijpen. Bijvoorbeeld: Mij was ook hoope gegeven van eenighe naerder opening t' zijner beswaernisse, waernae ick dus lange getoeft heb, maer niet wijders vernoomen (H.W. van Tricht, Bloemlezing uit de brieven van P.C.

[pagina 111]
[p. 111]

Hooft, Zutphen z.j. (1968), pag. 94). 'T welk, samt het geene wijders in consideratie komt, U Ed. al te veel beter zal konnen afmeeten, ende gelieven mij te berichten van den besten voet in dezen te houden (idem, pag. 95).

In de Neederlandsche Histoorien maakt Hooft zelfs een intellectueel spel van de samentrekking: Bet groeide deeze verwaantheit, als Nassau 's nachts opbrak, om dat hy, nocht Apingedam, te houden, nocht zeekerlijk Meeghens afweezen wist (Uitgave P.J.H. Vermeeren, Den Haag 1964, pag. 165). Die doet zyn geschut af bernen; doch daar mêe luttel hinders (pag. 166).... die (nl. de buit) groot was, van geldt, goude keetens, en prachtighe kleederen; maar 't zoet, zonder zuur, niet (pag. 166). D'ander, kort af, zeide datze (nl. de genade) gheen' plaats had en 't recht zyn gang te gaan (pag. 169).

eind189
In de oudere publikaties is weinig eenstemmigheid of systematiek te vinden. De eerste grammatica waarin het verschijnsel vrij uitvoerig behandeld wordt, is die van Brill (Nederlandsche Spraakleer 11, Leiden 1852). Terwey en Den Hertog hebben zich geheel naar Brill gericht. Overdiep (Stil. Gramm.) sluit zich eveneens bij hem aan, maar hij heeft verdienstelijk werk geleverd door veel materiaal bij elkaar te brengen. Gerlach Royen heeft bepaalde typen bestreden: Piet- en andere luttigheden, Taal en Leven iv (1940-1941), pag. 41-51 en 95-107; opgenomen in Taalrapsodie, Bussum 1953. Interessant materiaal bij C.F.P. Stutterheim, Op de glibberige paden der samentrekking, Tijdschr. v. de Vrije Univ. v. Brussel ii (1960) 2-3, pag. 143-156.
Een systematischer behandeling is te vinden in de Bekn. abn-syntaksis van Paardekooper, Den Bosch 19683, 7. 5. Zeer degelijk is het werk van D.M. Bakker, Samentrekking in Nederlandse syntactische groepen, diss. Leiden 1968. De twee laatstgenoemde auteurs benaderen de kwesties structureel-syntactisch; het normatieve aspect komt zijdelings aan de orde. Toch heb ik vooral aan het werk van Bakker veel te danken.

eind190
Paardekooper, Bekn. abn-synt. 7. 5. 2.
eind191
Bakker, Samentrekking, pag. 107.
eind192
Bakker, pag. 127 e.v.
eind193
Paardekooper spreekt ook hier van nev. vgw.: Bekn. abn-synt. 7. 5. 5.
eind194
Ontleend aan Paardekooper, 7. 5. 10.
eind194
Ontleend aan Paardekooper, 7. 5. 10.

eind195
Bakker, pag. 118 (de jongen en meisje, daden die het gezag en orde schaden): Deze gevallen zijn ongrammaticaal, al zijn ze minder storend naarmate de zaken die door de substantieven benoemd worden, meer een eenheid vormen. Bakker, pag. 121: Moeilijk is het uit te maken, of men de volgende groepen als ongrammaticaal moet beschouwen: Bovendien liggen aan de machines een doeltreffend onderzoek en ontwikkeling ten grondslag; een nieuw wiel en trapas. In ieder geval storen deze constructies het grammaticale gevoel veel minder dan bijvoorbeeld de jongen en meisje.
eind196
Bakker, pag. 141; 152 e.v.: IJs- en bruine beren: niet fraai, maar niet per se onaanvaardbaar.
eind197
Bakker, pag. 154: Royen heeft er zich al te fel tegen verzet. Een gematigd gebruik is, dunkt ons, allerminst een kenmerk van ‘knorrige’ stijl of van ‘spaghetti’-proza. Door hun beknoptheid hebben vele van de hierboven geciteerde formaties veel voor op stilistische alternatieven met herhaling. Intussen blijft het waar, dat de in dit hoofdstuk besproken formaties veel vaker voorkomen in de schrijftaal dan in de spreektaal, vooral in wetenschappelijke en semi-wetenschappelijke publikaties. Bakker, pag. 156: Het onbehagen van Royen kan opgeroepen zijn door de spanning die ontstaat bij dergelijke formaties. In loon- en prijsvorming fungeert loon als samen-stellingscomponent, maar het wordt op hoger niveau (woordniveau) verheven.
‘Naarmate het niveauverschil groter is, stijgt de spanning tussen de beide functies van geëleveerde elementen. Deze spanning kan onaangenaam worden. Twee limietgevallen zijn loon- en prijsvorming (spanning minimaal) en substan- en adjectieven (spanning maximaal).’ (Dit laatste voorbeeld behoort tot mijn type d: onder- en eigenwijzer.)
‘Er zijn ook andere spanning verwekkende factoren, waarvan de eerste is de afstand tussen het geëleveerde element en datgene waarmee het in contextuele relatie staat. Naarmate de afstand tussen beide kleiner is, is de door de elevatie opgeroepen spanning geringer. Verder wordt extra spanning voelbaar, wanneer de plaatsing van beide genoemde elementen verschilt van die der samenstellende delen van de ten grondslag liggende formatie. Zo staat loon- en prijsvorming als formatie met minimale spanning tegenover enerzijds bijvoorbeeld de onvoltooide zuilenhal in de oost- en den tempel waarin men niets dan goud en edelsteenen ziet, in de weststad en anderzijds bijvoorbeeld gezondheidsdiensten, zowel federaal, staats- als plaatselijk.
En ten slotte wordt inderdaad de spanning in het taalgebruik te sterker naarmate het aan een geëleveerd element ten grondslag liggende element van nature minder geaccentueerd is. In dit opzicht vormen loon- en prijsvorming en ge- en verboden limieten.’
eind198
Bij deze groep ontmoet men gevallen die even goed bij de afdeling ‘verschil in betekenis’ konden worden ondergebracht. In feite is er verschil in betekenis en syntactische functie. Overigens kan men zich afvragen, of functioneel en semantisch verschil niet altijd samengaan.
eind199
Als we bij de ongeoorloofde inversie de spotnaam ‘Tante Betje’ gebruiken, dan kunnen we hier spreken van ‘Tante Betje achter het gordijn’. De term ‘aanloop’ wordt hier gebruikt in de zin van Overdiep (Paardekooper: het driehoekje).
G.M. Mesland heeft in Al weer die glibberige samentrekking, N. Tg. 64 (1971) het geval van de ‘anonieme Tante Betje’ opnieuw bekeken. Er zijn zinnen te vormen van een type dat ons aan het denken kan zetten:
Ondanks de regen besluit je heen te gaan en staat op. Vermoeid was je je handen en gaat aan tafel zitten. Zwijgend zit je daar en kijkt in het vuur.
Opvallend is de -t in de tweede persoonsvorm; daaruit blijkt dat de spreker of schrijver het onderwerp ‘weglaat’ vóór de persoonsvorm; de bepaling aan het begin van de eerste zin werkt blijkbaar niet door in de tweede (Zelf zou ik in deze gevallen het onderwerp in de tweede zin niet laten wegvallen.) H. Entjes is in Nog eens die glibberige samentrekking (N.Tg. 65 (1972) pag. 385 e.v.) van mening dat het pronomen achter de pv. is weggelaten: ‘doordat tengevolge van de samentrekking het pronomen achter de werkwoordsvorm in het tweede lid ontbreekt, kan daar de uitgangloze vorm niet gebruikt worden’. Deze opvatting lijkt me juist.
eind200
Bv. bij Elis. Zernike, Bruidstijd, Salamanderreeks, passim. Ik citeer een voorbeeld: Als een bijna vervlogen droom was die herinnering en werd door de schilderij niet wezenlijker (pag. 7).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken