Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Byvoeghsel tot den Christelijcken jongelingh (1647)

Informatie terzijde

Titelpagina van Byvoeghsel tot den Christelijcken jongelingh
Afbeelding van Byvoeghsel tot den Christelijcken jongelinghToon afbeelding van titelpagina van Byvoeghsel tot den Christelijcken jongelingh

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.07 MB)

ebook (3.56 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Byvoeghsel tot den Christelijcken jongelingh

(1647)–Frans Esausz. den Heussen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Klachte.

 
O Felle doodt! wel hoe? dus hardt en onbewogen?
 
O steenen dwinghelandt! Hoe mocht ghy oyt vermogen?
 
Te rucken in het sant een sulcken Iongheling,
 
Ontijdigh voor het graf, die 't leven eerst aenvingh?
 
Slechts jaren tweemael tien heeft hem de Son beschenen,
 
En och, sijn Sonne daelt, helaes, en is verdwenen!
 
Hy droegh noch in sijn borst een heerlick helder licht,
 
Waer door Godts lieve Kerck noch moghte zijn gesticht.
 
O doodt, was dan voor dy geen beter roof te vinden?
 
Men danckt niet voor 't onthael' van 't gene men beminde,
 
Dus pleyt het vleesch en bloedt: maer 't beter wetend' hert
 
Vernoeght in Godes wil, hoeseer 't ghedrucket werdt;
[pagina 194]
[p. 194]
 
Hy kust Godts straffe handt, soo wel als die hem segent,
 
Godt is hem wellecom, oock hoe hy hem bejegent.
 
't Verloren is niet wech, 't gestrurven is niet doot;
 
Maer in Gods handt bewaert, en rust in Abra'ms schoot.
 
Want Doemer doemt om hoogh, en bralt in d' Hemel heylich,
 
Daer dreyght hem ramp noch leedt, maer leeft in vryheyt veylich.

U. L. Suster in Christo.

   A.C.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken