Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alles kan anders (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alles kan anders
Afbeelding van Alles kan andersToon afbeelding van titelpagina van Alles kan anders

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.11 MB)

Scans (8.39 MB)

ebook (4.41 MB)

XML (0.85 MB)

tekstbestand






Genre

proza
drama
non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
verzameld werk
toneeltekst (modern)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alles kan anders

(2001)–Jef Heydendael–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 363]
[p. 363]

12. De padvinders

Ik herinner me nog altijd dat ik op 6 juni 1944 om negen uur 's morgens een erkende collaborateur in mijn behandelstoel had.

Ik wist dat de man gevaarlijk was, maar kon toch niet bij me houden wat ik net van 'n spreekuurpatiënt had vernomen.

 

‘Ze zijn geland’ zei ik, ‘hebt U het ook gehoord?’

‘'t Schijnt’ zei hij droog. ‘Ergens in Normandië. Dat zeggen ze tenminste.’

 

Verder hield hij zich op de vlakte, zoals de meeste meelopers de laatste tijd merkwaardig kalm waren geworden.

Interessant was ook wat de volgende dag Heleentje van de overkant in m'n stoel vertelde. Ze had zich 'n paar jaar lang behoorlijk met de Duitsers afgegeven, ze had ervan genoten en geprofiteerd, maar juichte nu opvallend die Amerikaanse invasie toe. Die rotoorlog, was nergens goed voor, hij moest maar gauw zijn afgelopen, zei ze. Over nattigheid gesproken...

 

We volgden de invasie van uur tot uur. Buurman Cremers die bij de Stroomverkoop werkte had in zijn kelder nog een mooie radio, iets later bleek hij zelfs over een telefoonverbinding met Luik te beschikken!

En we vernamen dat het aan de Franse kust nog erger dan hier beestenweer was, 'n hele landingshaven werd door een storm weggeslagen. Onze-Lieve-Heer koos weer eens de zijde van de slechten: in 1940 had hij Hitler de mooiste zomer van de eeuw gegeven, nu werd het de smerigste junimaand sinds mensenheugenis.

Maar de invasie lukte, de geallieerden kregen voet aan wal, en we konden volgen hoe ze oprukten, sneller en sneller.

Sneller dan we ooit hadden kunnen dromen!

 

En toen ontwikkelden zich ook hier de gebeurtenissen in een onverwacht tempo.

Vooral 's nachts begonnen in het pikkedonker (overdag werden ze vanuit de lucht beschoten) de moffen terug te trekken. Te voet, maar alras ook met legerwagens, met auto's, karren, trekkers, kruiwagens, fietsen, met alles wat maar rijden kon. De meesten kwamen van de Tongerseweg, moesten de Hertogsingel oversteken en verdwenen dan door de stad oostwaarts. Maar wie een kuil graaft voor een ander...

Twee maanden eerder was er midden door de singel onder de bomen een

[pagina 364]
[p. 364]

anderhalve meter diepe gracht gegraven richting Sint-Pietersberg. Er zouden rails in komen voor het transport van de vervloekte Vi's. Maar de opmars der geallieerden ging ietsje te vlug, en iedere nacht konden we het geraas, gevloek en getier horen van kerels die met kar en al in de gracht gedonderd waren. Het veroorzaakte een enorm oponthoud, want eer ze met man en macht zo'n voertuig uit die kuil getrokken hadden, stond er volgens ooggetuigen een file tot diep in België.

 

Maar het moest nog vlugger. Na 'n week begonnen ze ook overdag te trekken. In groepen, groepjes, als eenling. Haastig, zenuwachtig, gedesorganiseerd. Allen met één gedachte: zo snel mogelijk terug ins Vaterland.

Wat 'n verschil met hun imposante intocht vier jaar geleden!

We waren getuige van een historisch feit, de totale ontreddering van de meest perfecte oorlogsmachine uit de geschiedenis.

 

En de hele Maastrichtse burgerij stond er gnuivend naar te kijken. Het werd ook tijd om weer brutaal te worden, eindelijk, 'n man vroeg leukjes aan zo'n voortsjokkende soldaat ‘Karlheinz! Wie geht es mit dem Krieg?’

 

De soldaat was te moe om te schieten maar zijn ogen spraken dezelfde taal. Inmiddels stalen de verslagen vluchters onderweg alles wat ze op hun voertuigen konden meeslepen, huisraad, dekens, beddegoed, vee. Op het Vrijthof riep 'n Maastrichtse ‘Kijk daar, vier varkens op die kar!’ Waarop haar buurman: ‘Víér? Ik zie alléén maar varkens!’ En tussen de vluchtelingen ontwaarden we nu ook collaborateurs en nsb'ers, de laatsten nog steeds in hun zwarte uniformen maar met ietwat andere gezichten dan voorheen.

 

En hoewel er nog altijd gevaar was (misschien nog veel groter gevaar want het ging om in 't nauw gedreven katten in 'n vreemd pakhuis) maakte zich snel een gevoel van bevrijding van ons meester.

Onbedwingbaar, de Amerikanen zaten al in België, wat zou ons nog kunnen gebeuren? Walter Kaufman ging gewoon terug naar zijn familie, en voor hem in de plaats verscheen ineens Eddy von Geldern.

Ik wist dat hij ergens ondergedoken zat, maar voor de laatste fase kwam hij naar de Hertogsingel.

Nauwelijks zat hij in de bewuste kamer of daar klopte 'n zekere familie Salmang aan, vader moeder zoon en dochter. Vooruit, die konden er ook nog wel bij, op zolder legden we wat matrassen. Quirina merkte op dat we zo langzamerhand 'n synagoog konden beginnen.

[pagina 365]
[p. 365]

Met de Salmangs hebben we nauwelijks kunnen praten. De toestand werd zo hectisch dat ik me van hen alleen herinner dat ze droomden van een joodse staat, van een Israël, waarin ze vrij zouden zijn, onder elkaar zouden zijn, en in vrede zouden kunnen leven.

Maar na vier dagen moesten ze weer weg. Waarheen weet ik niet, maar wel zeker naar de vrijheid.

 

Inmiddels werd het tijd om de Engelse en Amerikaanse vlag tevoorschijn te halen. Aardig idee, maar in 1944 had niemand die.

Maar ik vond nog wat vellen tekenpapier en samen met Eddy heb ik zitten tekenen en kleuren. Niet gemakkelijk, herinner ik me, vooral die diagonale banen van de Union Jack waren ingewikkeld.

 

En toen werd het spannend.

Er verscheen nauwelijks meer 'n patiënt en ik zat meer in buurmans kelder aan de radio dan in de praktijk.

 

10 september. Het derde Amerikaanse leger bevrijdt Brussel.

Stoot door richting Antwerpen.

Een pantserdivisie beweegt zich naar de Ardennen.

 

11 september. 'n Amerikaanse colonne bereikt Namen, generaal Patton voorop.

Beweegt zich dan met tanks en gevechtswagens noordwaarts.

Dan ineens:

 

12 september 's avonds, Luik bevrijd!

Buurman Cremers belt op naar een relatie aldaar. (Al die jaren heb ik niet geweten dat deze bescheiden goede buur over zulke middelen beschikte. Evenmin als hij veel van mij wist.)

 

De man aan de andere kant van de lijn houdt de hoorn voor zijn open raam en laat ons even het vrijheidsgejuich van de Walen horen.

Zegt echter dat de bevrijders daar voorlopig halt zullen houden om dan oostwaarts door te stoten.

Cremers bezweert hem om de Amerikaanse commandant te bewegen nog even naar het noorden te trekken, in Maastricht zitten nog hooguit vijftig bange moffen. Het zou een mooi wapenfeit zijn om terloops even de eerste Nederlandse stad te bevrijden.

[pagina 366]
[p. 366]

De man in Luik zegt naar de bedoelde commandant te zullen gaan. Proberen.

 

Twee uur later belt hij terug: ze komen!

Het was helemaal niet de bedoeling maar als improvisatie wilde ene major Gray met een unit best wel even naar The Netherlands. Hij kwam uit Arizona en wist niet waar dat land precies lag, maar hij zou wel komen.

 

Nu werd het Eddy von Geldern ook te warm. Gezwind verdwijnt hij naar zijn eigen huis op de Blekerij aan de Maas, waar zijn vrouw Charlotte al die jaren als onbestorven weduwe op hem heeft zitten wachten.

Het weerzien moet roerend zijn geweest.

Ik volgende ochtend achter hem aan.

 

13 september. Vanuit Von Gelderns raam op de tweede verdieping hebben we een ruim uitzicht op de overkant van de Maas.

De hele Heugemerweg, vanaf Gronsveld tot aan Wijk.

Wachten.

 

11 uur. 'n Raar klein autootje rijdt naar het noorden.

 

11.15. 'n Stel Duitsers rennen verward richting Maastricht.

 

11.25. De molen van Gronsveld staat in brand. Plotseling.

Grote vlammen slaan uit de nok. Er wordt dus gevochten, maar we horen en zien niets.

 

11.50. Twee tanks rollen langzaam noordwaarts.

Geen Duitse! Door de verrekijker duidelijk te zien.

En ineens zien we mannen lopen, ongeordend en schijnbaar op de bonnefooi. Zijn dat Amerikanen? Soldaten? Het lijken wel padvinders.

 

12.05. Weer van die kleine autootjes. Dat moeten die jeeps zijn waar ze het in de radio over hadden. Gekke dingen.

Gaan ze daar 'n oorlog mee winnen?

 

13.10. Nu verschijnen vele mannen en enige gevechtswagens.

Schijnbaar zonder enig verband lopen de mannen richting Wijk.

[pagina 367]
[p. 367]

We zien nu wel duidelijk dat ze allemaal 'n geweer in de hand hebben. Geen padvinders dus. Toch soldaten.

 

14.50. Vreemde vehikels verschijnen in de verte. Nog nooit gezien. Eddy zegt dat het pontons voor noodbruggen zijn want de Duitsers hebben de Maasbruggen weer laten springen.

 

15.15. Er rolt nog 'n enkele tank over de weg.

Is dat nu 'n oprukkend leger? Nergens is er ook maar een enkel kanon te bekennen.

 

15.45. Boven ons verschijnt de ‘dreuvige’, 'n klein min vliegtuigje dat met een zeurderig geluidje gezapig boven de stad gaat cirkelen. Het schijnt 'n verkenningstoestel te zijn dat vanuit de lucht het vuren op de grond moet leiden.

Maar er wórdt niet gevuurd, er gebeurt helemaal niets.

 

En plotseling, het zal ongeveer tegen vijf uur zijn geweest, gejuich uit Wijk. Je kon het tot op de Blekerij horen. Het zwelt aan, het wordt wild, er klinken kreten doorheen... ze zijn er, de bevrijders. Wijk is vrij, de overkant van de Maas is vrij! Wat 'n moment!

 

Maar wij aan deze kant nog niet.

Voor Eddy's deur verschijnen onverwacht 'n stel Duitsers, geweren schietklaar in de hand. Ze kijken rond, lijken nerveus.

Wat doen ze daar, wat willen ze nog?

Dan verzamelen ze zich, overleggen, en verdwijnen weer.

Ik snel naar huis. Gauw wat eten. Afwachten.

 

Dit nacht heb ik niet geslapen. Om zes uur 's ochtends weer de deur uit, gauw naar de Maas.

En inderdaad, na 'n paar uur... aan de overkant ter hoogte van de Céramique verschijnen ze, dertig, veertig man, met die vreemde vehikels van de vorige dag. Daar gaat de eerste ponton het water in; hij ligt nog nauwelijks aan de wal bevestigd of de volgende schuift er al overheen. Dan de volgende, en de volgende, en de volgende, mijn hemel wat gaat dat snel. Binnen het uur, althans zo lijkt het, is Wijk weer met Maastricht verbonden, en nauwelijks is dat een voldongen feit of daar komen ze over de noodbrug al naar ons toe, twintig, dertig man, vederlicht, geweren schietklaar. Ik vang ze op, blijk een der weinigen die wat Engels spreekt.

[pagina 368]
[p. 368]

Wat zijn het vreemde wezens! Ze dragen geen uniformen maar slordige bruingroenkaki-achtige pakken. En ze zijn geruisloos! Niet dat vertrouwde gestamp van die Duitse laarzen, ze lopen op rubber!

 

Na 'n korte woordenwisseling blijken ze me te vertrouwen.

Ik leid ze door de Prinsbisschopsingel, maar ze blijven niet naast me lopen. Nauwelijks onder de bomen verspreiden ze zich over de stoepen, spiedend, de wapens schietklaar op ieder raam gericht. ‘No no’ roep ik, ‘no snipers here, no krauts!’

Dan raken ze wat meer op hun gemak en ze lopen met me mee, langs opengaande ramen en deuren waaruit steeds meer mensen verschijnen, nog wat ongelovig eerst, maar dan juichend.

 

En als we op het Vrijthof aankomen, loopt een hele volksmenigte achter ons aan, en op dat Vrijthof blijkt dat we niet de eersten zijn geweest. Er lopen al andere Amerikanen, waar die vandaan gekomen zijn weet niemand. En ze houden toezicht op... wel twintig gevangen moffen!!

Voor het eerst zijn de schnautzende onverlaten te bezichtigen als deemoedig zwijgende stumperds, onttakeld, terneergeslagen, handen in elkaar gevouwen achter het achterhoofd. Wat 'n aanblik!

 

En de joelende menigte laat zich niet onbetuigd. Uit de verlaten Kommandatur worden de portretten van Hitler gesleept en voor de ogen van de Duitsers in elkaar getrapt, op 'n hoop gegooid, en dan in brand gestoken. En daar komen ze al met de eerste achtergebleven nsb'ers, handen gebonden, 'n Oranjewimpel om de nek gestrikt, uitgejouwd, bespuugd. Ook Theo Koch zie ik erbij en later ook zijn vrouw. Zij wordt met andere Deutschfreundliche wijven naar het midden van het plein gesleept, de schaar erin, allemaal kaalgeknipt. Dan op een kar gezet en langs een steeds aangroeiende joelende menigte door de stad gereden. De volkswoede kent geen grenzen, ruim vier jaar opgekropte ellende barst tot uiting en...

 

Laat ik het hier bij laten.

We schrijven 14 september 1944 halftwaalf. Maastricht is vrij.

De bange nacht is overgegaan in een lichtende dag.

Plotseling, het zou nog tijdenlang duren om weer aan de vrijheid te wennen.

Thuisgekomen tref ik een blije Walter Kaufman, en 'n paar dagen later duiken Albert en Do van Dalsum weer op. Ze hadden na 'n paar maanden

[pagina 369]
[p. 369]

het huis Verhaaf verruild voor hotel Colaris in Beek, waar ze samen met de toneelfanaat Gabriël Beckers de rest van de bezetting veilig hadden uitgezeten.

En ze zijn met z'n drieën, Do had 'n kind! Een lang gekoesterde wens was in vervulling gegaan.

 

Maastricht was weer vrij.

In een klap. Wrede onderdrukking vervangen door ongebreidelde opluchting.

Wilde feesten braken uit. Amerikanen rijk beladen met heerlijk voedsel, kleding, sigaretten en drank als letterlijke weldoeners overal onthaald. En deze keer waren de vrouwen niet meer zo veilig, hetgeen echter voor vele na vier jaar vasten niet zo'n ramp was. Vooral omdat rond de stad het hele negende leger (ruim tweehonderdduizend potente jongemannen) bijna 'n half jaar moest wachten eer ze verder konden trekken.

Generaal Montgomery eiste namelijk in Europa ook een wapenfeit en moest met zijn Engelsen zonodig langs het noorden oprukken.

Hij liep zich vast in Arnhem, met het gevolg dat Noord-Nederland nog een verschrikkelijke hongerwinter tegemoet ging. Had Eisenhower in september zijn koene generaal Patton vanuit de Elzas naar hartje Duitsland laten doorstoten (hetgeen deze graag wilde), de oorlog zou zeker vijf maanden eerder zijn afgelopen.

 

Maar het zij zo, Maastricht was weer vrij.

 

Hoe het allemaal heeft kunnen gebeuren kan niemand verklaren.

Vele wetenschappers hebben oorzaken en redenen aangedragen, een sluitend antwoord is niet te geven.

 

De massale waanzin van een prachtig volk.

Een volk waaraan wetenschap, religie, cultuur en techniek zo veel te danken hebben. Eenmaal op het verkeerde spoor gezet, slachtoffer van zijn eigen deugden: idealisme, intelligentie, werklust, trouw, onverzettelijkheid, volgzaamheid, discipline.

 

Als individualist heb ik getracht mijn steentje bij te dragen in de strijd. Ik was geen held, maar ik heb gedaan wat ik kon en waartoe mijn geweten mij verplichtte.

En ik heb geluk gehad!

[pagina 370]
[p. 370]

Ons is in die tijd veel geleerd.

Dat lang vergeten waarden weer tot leven kunnen komen.

Geloof, moed, doodsverachting, vaderlandsliefde, principiële overtuiging, ik heb ze belichaamd gezien in doodgewone mensen.

Maar helaas ook dat de mens onder bepaalde omstandigheden tot letterlijk alles in staat is. Vele miljoenen, waaronder zes miljoen joden hebben hiervoor het bewijs moeten leveren.

 

Dat ik nog leef is een wonder.

Daarom heb ik het nog eens op papier gezet.

Geheel persoonlijk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

plaatsen

  • Maastricht


datums

  • 6 juni 1944

  • 10 september 1944

  • 11 september 1944

  • 12 september 1944

  • 14 september 1944